Orde en netheid in de tempel (wonen in de tempel, nr 4)

Door Erik Kuijpers
Geplaatst in Boeddhisme, Cultuur, Korte verhalen
Tags:
6 februari 2023

Ik ontmoet een vriend; Decha, dat betekent krachtig. Hij is jonger en komt uit dezelfde provincie als ik. Is knap en heeft een verwijfde manier van doen. ‘Phi’ zegt hij, omdat ik ouder ben, ‘waar woon jij?’

‘In die tempel daar. En jij?’  ‘Ik woonde met vrienden in een huis maar we kregen herrie en nu zoek ik een plek om te wonen. Kun je mij helpen, Phi?’  ‘Ik zal eens voor je vragen in dat guesthouse daar.’

Daar stopt het. Maar deze morgen zie ik hem in de tempel. Onberispelijk gekleed, schoenen glimmend en zijn haar keurig gekamd. ‘Ik wil bij jou wonen in de tempel. Kan dat?’  

‘Echt, Decha? Nee, je kunt hier niet blijven.’ Ik denk dat hij het niet serieus bedoelt. Hij komt uit een rijke familie en heeft genoeg geld om een huis of kamer te huren. 

‘Jawel, ik wil zien hoe jij leeft. Ik wil hier ook wonen.’  ‘Maar in de tempel wonen heeft nadelen. Geen radio. Dingen kunnen spontaan verdwijnen; jouw kleren en andere dure zaken.’ Zo probeer ik hem van het plan af te brengen. ‘Nee hoor, ik heb een kleerkast en veel boeken.’

‘Kleren strijken doen we hier op houtskool. Weet je zeker dat je hier heel eenvoudig wil wonen? Waarom huur je niet iets; is het om geld uit te sparen?’  ‘Nee, niet voor het geld. Voor het eenvoudige bestaan.’  Ik laat het maar zo; mijn kamer is groot zat en het zal eerder lastig zijn voor hem dan voor mij.

Van de monnik mag het… 

Monnik Chah vindt het goed en ik ga mijn kamer in orde maken. Decha heeft een bed met ijzeren veren en een matras om lekker te slapen. Witte lakens. Er komt een pick-up voorrijden met zijn spulletjes en de hele tempel kijk toe. Tafel, stoel, kleerkast en een heel grote koffer.

Zijn kleren zijn mooi en chic. Heel wat anders dan mijn kloffie dat achter plastic aan een spijker hangt. Mijn bed bestaat uit twee planken en een rotan slaapmatje dat ik ’s morgens oprol. Mijn klamboe, die wit was, steekt geel af tegen Decha’s muskietennet. De kamer lijkt op die van een baas en zijn knecht. Maar ik ben niet jaloers op hem.

Nu ik me realiseer dat hij drie keer zoveel geld krijgt van thuis als ik ben ik blij met zijn komst. Als wij laat nog aan het leren zijn heeft hij snoep en soms gekookte rijst. Dat kan ik mij niet veroorloven. Hij laat een wasserij zijn kleren wassen; hij heeft er het geld voor.

Decha is bezeten van netheid. Staat een uur te badderen en te boenen; nagels aan handen en voeten, ieder hoekje van zijn lijf wordt geboend. Andere jongens mijden hem want hij blijft veel te lang aan de kraan zitten.

Een pakje! Voor mij?

Mijn moeder stuurt regelmatig iets om te eten. Als iemand deze kant uit komt neemt die iets mee zoals pla khem, zongedroogde gezouten vis, en doerian pasta, een snack met de lucht van een rioolbuis. Dat is in het zuiden goedkoper dan in Bangkok. Wel, die dag kom ik in mijn kamer en zie een pakje hangen aan een touw in de hoek. Ik pak het; het voelt zacht aan als doerian pasta.

‘Mmmm! Lekker! Moeder heeft doerian pasta voor me gestuurd’ denk ik blij en maak het pakje open. Maar ik ben nog niet aan het laatste velletje toe en een scherpe lucht treft mijn neus. Nee, dat is geen doerian, dat is poep! Ik pak het snel weer in en schuif het in een hoek van de kamer. Wie heeft dat nou gedaan?

Decha komt thuis en ik vraag het hem. ‘Van wie is dat?’  ‘Van mij’ zegt hij zonder me aan te kijken. ‘Hoe kun je zo iets smerigs doen?’  ‘Ik wilde je niet boos maken, phi, maar ik vergat het vanmorgen toen ik naar school ging.’  ‘Waarom ga je niet naar de wc?’ 

‘Nee, phi, de wc’s zijn smerig en stinken. Daar ga ik niet heen.’  ‘Dus je kakt in onze kamer en verpakt het in papier?’  ‘Khrap‘  ‘Ik zei je in het begin al dat iemand als jij hier niet thuis hoort! Doe dit niet meer!’  ‘Khrap. Sorry phi.’

Vanaf die dag houdt Dechai zich aan zijn woord maar gaat nooit naar de wc… ‘Ik hou het wel op tot op school’ zegt hij maar vertelt niet wat hij doet als de school dicht is. Ik krijg hoofdpijn van hem. Ik heb er echt genoeg van!

Dan betrap ik hem als hij zich opmaakt. Zie hem vroeg aan zijn tafel zitten met de schoolboeken en hoe hij met een mes een potlood slijpt. Maar hij slijpt ook het grafiet stuk en veegt dat met zijn vinger op zijn wenkbrauwen. Daarna bepoedert hij zijn gezicht en gaat voor de spiegel zijn handwerk bewonderen. En dat iedere morgen! Hij zal toch geen kathoei zijn? Andere tieners in de tempel vragen me dat ook al.

Die nacht heb ik het gevoel dat er iemand naast me ligt en met zijn hand aan mijn ballen zit. Ik zit van schrik rechtop en zie Decha naast me liggen. Als ik begrijp wat er aan de hand is geef ik hem zwaar op zijn sodemieter. Hij kan alleen maar janken als antwoord. Ik vraag hem om te vertrekken. Hij is echt te ver gegaan. Hij zou zomaar een andere jongen kunnen lastigvallen, of een monnik, of een novice. Hij vertrekt maar gaat niet ver weg.

Decha woont nu in een guesthouse nabij de tempel. Zijn gedrag is niet veranderd want ik zie hem snoep kopen voor de jongens in het pension. Vaak zie ik hem bij de bushalte staan met zijn schooltas en een pakketje…. Nee, daar zit zéker geen lunch in….

Wonen in de tempel; bewerking van verhalen uit de vorige eeuw. Naast monniken en novices wonen studerende tienerjongens uit arme gezinnen in de tempel. Hebben een eigen kamertje maar zijn voor hun eten afhankelijk van geld van thuis of van een schnabbel. Op feestdagen en als de scholen dicht zijn eten ze met monniken en novices mee. De ‘ik’-persoon is een tiener die in de tempel woont.

Er zijn geen reacties mogelijk.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website