Als ik buiten mijn teergeliefde echtgenote Noi, één grote passie heb dan is het wel militaire historiografie in het algemeen en de Eerste Wereldoorlog in het bijzonder.

Niet voor niets ging mijn eerste bijdrage aan Thailandblog over de  – bijna vergeten – Siam Expeditionary Force (S.E.F.), de Siamese militaire bijdrage tot de geallieerde oorlogsinspanning. Ik besteedde toen even wat aandacht aan het Thaise WO I-monument, een chedi bij Sanaam Luang waarin de as werd bijgezet van de omgekomen leden van de S.E.F. Vandaag sta ik graag even stil bij een andere, bij het grote publiek al even onbekende  WO I-herdenkingssite in Bangkok, namelijk de Britse cenotaaf. Een cenotaaf is by the way een monument voor vermiste of elders begraven militairen. De bekendste is ongetwijfeld de cenotaaf die pal voor  Whitehall in Londen werd opgericht, waar de jaarlijkse Remembrance Day ceremonie op 11 november plaatsvindt.

Het exemplaar in Bangkok stond tot de zomer van 2018 op het terrein van de Britse ambassade aan de kruising van Ploenchit en Witthayu Road. In 2017 werd de ambassade met het bijhorende terrein door het Foreign Office  voor een recordbedrag van meer dan 18 miljard Bath verkocht aan de Central Group, de grootste vastgoeddeal ooit in Bangkok. Omwille van het feit dat de cenotaaf niet langer paste in de plannen van de nieuwe eigenaar van deze site werd het oorlogsmonument een paar maanden geleden herplaatst op het terrein van de British Club in de Thaise hoofdstad.

De cenotaaf werd op 10 oktober 1922 op het grondgebied van de pas gebouwde Britse ambassade ingewijd. Ontwerper van dienst was de Schotse beeldhouwer Sir James Taggart (1849-1929). Naast schrijver van een aantal sprookjes en folkloreverhalen was Taggart een gewezen Lord Lieutenant van Aberdeen en tijdens de Grote Oorlog – ondanks zijn gevorderde leeftijd – Admiral of the North Sea. Het gedenkteken werd in zijn atelier in Great Western Road in Aberdeen uit één massief blok graniet gehouwen en in de zomer van 1922 naar Bangkok verscheept. Oorspronkelijk stond het centraal in een grasveldje achter het toegangshekken van het ambassadeterrein maar in 2007 werd het verplaatst naar een locatie aan de voorzijde van de residentiële woning van de Britse ambassadeur. Het monument herdenkt 25 Britten die aan de ambassade of consulaire diensten verbonden waren of in Siam als expats resideerden en omkwamen in bevolen dienst.

Heel wat van deze gesneuvelden lieten hun leven in Vlaanderens velden. Ik sta graag even stil bij de lotgevallen van drie van hen. De stoer voor zich uitkijkende militair op de foto met de Glengary-cap (die ik dankzij de diensten van het Londense Imperial War Museum mocht gebruiken) is bijvoorbeeld the hon. Robert Abercromby Forbes-Sempill, de vierde zoon van de 17de  Schotse baron Sempill. Hij had voor de oorlog van 1897 tot 1912 in Siam als manager voor de Bombay & Burma Bank gewerkt. Bij het uitbreken van de oorlog meldde hij zich net als al zijn broers voor militaire dienst en kreeg, nadat hij na enige omzwervingen in november 1914 in Engeland arriveerde, een aanstelling tot luitenant in het 5de Bataljon Gordon Highlanders. Het was in de rangen van deze eenheid dat hij op 2 juni 1915 sneuvelde bij het felomstreden Frans-Vlaamse plaatsje Festubert. Momenteel rust hij op de CWGC-begraafplaats in Le Touret onder het grafschrift ‘I’m a Graigievar man’,  een verwijzing naar het voorvaderlijke stamslot.

De man op de tweede foto is Alfred Charles Elborough. Kort voor het uitbreken van de Grote Oorlog was hij werkzaam bij de Hongkong & Shanghai Bank in Hongkong én Bangkok. Op 31 augustus 1914 nam hij dienst in de Artists Rifles en begin december 1914 – terwijl hij nog steeds in opleiding was – kreeg hij een aanstelling tot second Lieutenant in het 6de Bataljon  King’s Own Yorkshire Light Infantry. Nog diezelfde maand werd Fred Elborough al bevorderd tot kapitein, een ongewoon snelle promotie voor iemand zonder voorafgaande militaire ervaring. Maar als je weet dat in het voorjaar van 1915 een lagere Britse frontofficier gemiddeld drie weken had voor hij uitgeschakeld werd, dan hoeft dergelijke bevordering niet écht te verwonderen.

Fred Elborough werd op 30 juli 1915, tijdens een ondersteunende actie bij één van de gevaarlijkste brandhaarden aan het Westelijke front, bij het Hooge in de Ieperse Salient, zwaar gewond door granaatscherven in de borststreek en benen. Hij werd meteen naar Casualty Clearing Station nr. 10 in de buurt van Poperinge gebracht waar hij echter kort na aankomst overleed. Elborough wordt herdacht op de cenotaaf in Bangkok maar hij kreeg een laatste rustplaats in Vlaanderens velden, op de tot op de dag van vandaag druk bezochte,  CWGC-site Lijsenthoek in Poperinge in graf I A 6.

in Bienvillers bij het Frans-Vlaamse Arras bevindt zich de laatste rustplaats van luitenant William Reginald Dibbs, MC. Een officier van X-37th Trench Mortar Battery, Royal Field Artillery (RFA) die tijdens het grote Duitse Lenteoffensief van 1918, op 27 mei om precies te zijn, om het leven kwam in deze omgeving. Dibbs was vanaf 1899 in het noorden van Thailand in dienst van de Bombay & Burmah Trading Company werkzaam als toezichthoudend houtvester, vooral bij de erg lucratieve handel in teakhout. In december 1915 wist hij na heel wat omzwervingen Londen te bereiken waar hij zich op 39-jarige leeftijd engageerde als oorlogsvrijwilliger. Tijdens zijn verblijf aan het Westelijke front werd hij omwille van zijn dapperheid onderscheiden met het Military Cross. Het intrigerende levensverhaal van Luitenant Dibbs werd een paar jaar geleden gepubliceerd door zijn kleinzoon, Prof. Em. K. Wattananikorn op zijn lezenswaardige webstek ‘The journey of my ancestors across three continents 1792-2012‘.

Over deze blogger

Lung Jan

3 reacties op “Een cenotaaf in Bangkok”

  1. Anneke zegt op

    Een interessant verhaal. Weer een nieuw woord geleerd! Maar wat ik me afvraag: Waarom worden deze militairen in Bangkok herdacht?

  2. Daniel VL zegt op

    Ze werkten allen voor de oorlog in een bank in Bangkok.

  3. mee farang zegt op

    Altijd weer lezenswaardig en vooral boeiend verteld, de bijdragen van Lung Jan.
    Ik vind het geweldig dat hij zich telkens weer vastbijt in nieuw bronnenonderzoek
    om het kwetsbare leven van echte levende mensen
    binnen de grote historische context te schetsen.
    Waar blijft hij zijn inspiratie vandaan halen…
    Mooi geschreven ook telkens weer.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website