Je maakt van alles mee in Thailand (224)
In de serie verhaaltjes, die wij plaatsen over iets bijzonders, grappigs, merkwaardigs, ontroerends, vreemds of gewoons, dat lezers in Thailand hebben meegemaakt, vandaag: Over een autorit met hindernissen) die Lieven ooit maakte vanuit de Isaan naar Pattaya.
HOOFDZAKEN EN BIJWEGEN
Stapvoets rijden we langs de plaats des onheils. Een hevig ingedeukte auto aan de ene, en een compleet verbrijzeld brommerwrak aan de andere kant van de weg. Losse onderdelen alom. Stille getuigen van het drama dat zich hier zojuist heeft afgespeeld.
Leden van de ‘Poh Teck Tung’ hulpverlening zijn net gearriveerd, en enkelen daarvan hijsen zich nu met lachende gezichten in oranje hesjes. Of zwaaien daarmee om het verkeer af te remmen, en over de meest linkse rijbaan te leiden. Dat lachen zou me nog dagenlang bijblijven. Maar dat was pas nadat ik de vrouw had gezien.
LAND OF SMILES
Ze ligt plat voorover op de weg. Gekleed in gestreepte bermuda-broek, en hagelwit shirt. Haar armen liggen langs haar lichaam alsof ze net daarvoor stram in de houding had gestaan. Het moest allemaal zo snel zijn gegaan dat ze niet eens kans had gezien die armen naar voren te brengen. Om zich zo te beschermen tegen de verpletterende smak op het asfalt.
Ik zie alleen een achterhoofd. Met het zwartglanzende haar als een waaier uitgespreid over de weg. Ik huiver inwendig, denkend aan dat verwoeste gezicht. Een aanblik die ons gelukkig bespaard blijft. Valhelm hoofdzaak komt hier voor altijd te laat.
Met naast haar hoofd die donkerrode plas bloed, waar ik als gefascineerd naar kijk. Nog niet eens gestold. Frontaal met haar gezicht in het betonharde wegdek, en het levenslicht dat op slag werd uitgedraaid. Eenzaam ligt ze daar, temidden van de chaos.
Een macaber stilleven. Het feit dat er niemand bij haar staat, of ook maar geprobeerd heeft haar om te draaien geeft wel aan dat hier geen hulp meer baten kan.
Deze aanblik is in dit land dagelijkse kost, maar ik zal er nooit aan wennen. Ook niet aan lachende hulpverleners.
Land of Smiles. Soms zou je wensen van niet.
Terwijl we zelf een stuk langzamer verder rijden, onder de indruk van de uiterst brute manier waarop dit leven eindigde, is het stil in de wagen. En dat is voor het eerst in het afgelopen uur. Oy raakt even mijn arm aan, in een gebaar dat meer zegt dan woorden zouden kunnen. Tel je zegeningen.
BIJZAKEN
We schrikken beiden op als we worden ingehaald door een langsscheurende motorrijder. Zonder helm, met vishengel op de rug en teenslippers aan de voeten, haalt deze piloot links en rechts auto’s in alsof ze stilstaan. Hij moet de dode vrouw ook hebben zien liggen, badend in haar eigen bloed. Dat kan niet anders.
Maar ook dat is dagelijkse kost. Laagvliegende motorrijders met blÈrpijp die zichzelf onkwetsbaar wanen.
Het moet nauwelijks een half uur geleden gebeurd zijn. Terwijl ik me opwond over bijzaken zoals slecht onderhouden wegen, en Google-Maps die volgens mij nog geen landingsbaan van een greppel kan onderscheiden. Op hetzelfde moment dat ik geÎrgerd aan het uitrekenen was met hoeveel vertraging we op de gewenste bestemming zouden arriveren, met ons langzaam en frustrerend gehobbel over gebarsten betonplaten, sloeg deze vrouw met haar hoofd op een perfect stuk wegdek. En deed tijd er niet meer toe.
OP WEG
Mijn vrouw Oy en ik waren die morgen al vroeg op weg gegaan met de Toyota pick-up. Geleend van schoonzus. Voor een rit van het dorpje van schoonmoeder in de Isan naar het bruisende Pattaya. Een hele rit voor iemand als ondergetekende, die zich nog nauwelijks op de wegen van Thailand had begeven. Met wat voor wagen dan ook.
De route intoetsend op mijn telefoon werden mij drie mogelijkheden aangereikt. Twee daarvan zouden ons zo ongeveer langs Bangkok voeren. Voor mij als beginner synoniem met files, drukte en ergernis. Dus koos ik voor de derde. Voor een gedeelte door een Nationaal Park voerend en nog de kortste route ook. Lekker rustig toeren, en wat natuurschoon zien. Tevreden over deze oplossing geef ik ons blikken paard de sporen en karren we schoonma’s dorpje uit.
WEGKRATERS
Al snel kom ik er achter dat de kortste route niet altijd de beste is. Nauwelijks op pad en rijdend over slingerwegen door achteraf-dorpjes, verwens ik meermalen de staat van het Thaise wegdek. Zeker als ik weer eens zowat met mijn hoofd door het dak stuiter, of plotseling moet afremmen voor boerenkarren die sur place-oefeningen doen op de openbare weg. Voeg daarbij fikse kraters in de weg, groot genoeg om een bultrund zijn jaarlijkse bad in te laten nemen, en het scenario van een soepele rit naar Pattaya vervaagt al snel.
Oy vraagt me meermaals of ik wel zeker ben van deze route, en we niet beter gewoon over Korat kunnen rijden. Oftewel de grote wegen aanhouden. Eigenwijze kaaskop ploetert verder op aanwijzingen van Maps en we komen op plaatsen die haar de stuipen op het lijf jagen.
Mijzelf ook, maar geef dat maar eens toe..
Reserve-karresporen over heuvels, met varens en laaghangende takken overgroeid, en soms zelfs geheel zonder enige verharding. Oy vertelt me dat ze zich zorgen maakt. Zou ze onderweg zijn met andere Thai niet, maar ik ben een farang-bleekgezicht en dus een ander geval. In haar ogen een uitgelezen doelwit voor een overval door plaatselijk gespuis. Wat als we hier vastrijden?
Proberend onze vierwieler weer richting een veilige haven te loodsen zie ik in mijn verhitte gemoedstoestand ook nog kans woorden te krijgen over sommige leden van de Thaise schoonfamilie. Die volgens mij het woord ‘waardeloos’ op hun voorhoofd zouden moeten laten tatoeÎren. In minstens drie talen en braille.
FILELEED
De emoties lopen daarbij hoog op, en het enige wat me weerhoudt van uitstappen en ter ontspanning met blote handen een Toyota-bumper verbuigen is het feit dat ik hier niet durf te stoppen. Dan, eindelijk, na een dikke anderhalf uur zweten door de gravel-loopgraven en met een diepe zucht van verlichting door beiden, bereiken we weer een normale asfaltweg. Wat een heerlijke aanblik.
Asfalt en witte strepen. Ik neem me voor die te blijven volgen, desnoods tot voorbij Phuket. Glorieus glad en veilig asfalt, wat heb ik dat gemist. Nu is het leed geleden.
We draaien vanaf het stofspoor de weg op, en in de verte flitsen enkele rode remlichten. Even later kruipen we andermaal tergend langzaam voort. Ditmaal in de file. ‘ Wat nÛu weer’ zeg ik geïrriteerd, en probeer uit het zijraampje hangend te ontwaren wie of wat daar vooraan de zaak zo ophoudt.
Ingezonden door Lieven Kattestaart
Tel je zegeningen, het is niet meer en niet minder.
In een land met een “leef bij de dag” situatie is een glimlach de beste oplossing om de dag door te komen want alles als probleem zien maakt de mens ook niet vrolijk en alleen maar depressief. Leven bij de dag heeft in NL een negatieve associatie maar is dat niet wat de bezoekers aan het land juist leuk aan Thailand vinden? De kunst in huis hebben om zelfstandig ongeacht de omstandigheden het leven positief in te zien. De grootste meerderheid van de Thai lukt het en daar kunnen nog veel mensen van kunnen leren. De lachende hulpverleners laten juist inzien dat het leven eindig is en dat het leven van een ander gewoon door gaat. Treuren is voorbehouden aan de nabestaanden.
https://www.lifesabout.nl/leren-leven-bij-de-dag/
Heb ook eens een ongeluk zien gebeuren in Thailand wat ik nooit vergeet. Een meisje in schooluniform krijgt een frontale botsing met een tegenligger ze komt op haar rug terecht, komt meteen iets overeind om haar rokje naar beneden te doen en dit was meteen haar laatste teken van leven.