‘Zijn Thai nationalistisch? Vraag het mijn vrouw’

Er zijn vragen die men bij voorkeur aan een deskundige voorlegt. Zo raadpleegt men bij hartkloppingen een cardioloog en bij een lekkend dak een loodgieter. Voor de vraag of Thai nationalistisch zijn, is mijn vrouw Sue de aangewezen expert. Zij is niet zomaar Thai, zij is Thaai met twee hoofdletters en een gouden randje.
Mijn eerste kennismaking met dit verschijnsel vond plaats om klokslag zes uur ’s avonds, op een verder onschuldig plein in Chiang Mai. Wij wandelden gemoedelijk, ik neuriede iets van Bach, toen plotseling alles om ons heen bevroor. Mensen stonden kaarsrecht, hun blikken strak vooruit, alsof een onzichtbare generaal een bevel had gegeven. Sue trok resoluut mijn arm naar beneden, ik was in een roekeloze opwelling van plan geweest door te lopen. “Het volkslied,” siste ze. “Respect.”
Nu ben ik van huis uit gewend een volkslied slechts bij sportevenementen te horen en dan nog vooral als afsluiting van een spannende wedstrijd. Maar in Thailand is dit dagelijkse kost. Twee keer per dag, acht uur ’s ochtends en zes uur ’s avonds, wordt het nationale lied gespeeld en stopt het openbare leven voor een halve minuut. Een indrukwekkend schouwspel, ware het niet dat ik op zulke momenten altijd de hardnekkige neiging krijg om te niezen.
Dat nationale eergevoel beperkt zich niet tot het volkslied. Het zit verweven in alles, van de keuken tot de taal. Sue bijvoorbeeld, mijn beminnelijke echtgenote, kan zonder enige voorbereiding een monoloog van drie kwartier houden over de ongeëvenaarde perfectie van de Thaise keuken. “Thais eten is het beste ter wereld,” zegt ze, terwijl ze met een priemende vinger mijn bord spaghetti negeert.
“Italiaans is ook lekker,” probeer ik weifelend.
Sue knikt begrijpend, alsof ik een kind ben dat voor het eerst een fout heeft toegegeven. “Dus we zijn het eens: Thais is beter.”
Zo gaat het met alles. De Thaise taal is de mooiste, Boeddhisme de meest verfijnde levensbeschouwing, en Westerse invloeden zijn hoogstens een noodzakelijk kwaad, op voorwaarde dat ze geen inbreuk maken op de Thaise identiteit. “Waarom dragen farang hun schoenen in huis?” vraagt Sue me met oprechte verbijstering. Ik probeer iets te mompelen over gemak. Sue’s blik verstrakt. Er is maar één correct antwoord: “Omdat ze het niet beter weten.”
Ja, Thai zijn nationalistisch. En hoe! Maar laat het hen nooit zelf horen. Thai zijn, in hun eigen ogen, helemaal niet nationalistisch. Ze zijn simpelweg de dragers van de mooiste, oudste en meest verfijnde beschaving ter wereld. Dat is geen kwestie van trots, maar een objectief vaststaand feit.
Dus de volgende keer dat iemand mij vraagt of Thai nationalistisch zijn, hoef ik alleen maar naar Sue te kijken. Haar blik zegt genoeg…
Over deze blogger

-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand, probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral lekker, dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur16 april 2025‘Waarom ik niet meer over geld praat met Thai’
Cultuur13 april 2025‘Songkran en over het nut van droog blijven op natte dagen’
Cultuur10 april 2025‘Liefde in Thailand, een droom of een nachtmerrie’
Cultuur7 april 2025‘Waarom Belgen en Nederlanders blij worden van een schraal zonnetje’
Ik begrijp je nickname een stuk beter, ineens.
Met een beetje pech [of mazzel] komen vele binnen een handjevol generaties uit een ander land. 55555
Misschien zo tussen neus en lippen eens even naar vragen.
Als je over geen andere volkeren , culturen, normen en waarden ooit iets hebt kunnen of mogen leren door voortdurende demagogie, indoctrinatie en gezuiverd onderwijs en je je eigen geschiedenis of soms zelfs buurlanden niet kent dan ben je al gauw nationalistisch. Helaas niet enkel in de (on)zin van vaderlandsliefde maar ook met een stevige negatieve houding tegenover andere volkeren waarvan men ook niets wil en zal leren. Behalve dan misschien hebzucht. Neen dus: van de geschiedenis en zelfs van onze mooie Boeddhistische filosofie gaan we enkel als het ons uitkomt iets ‘leren’. Zo heb je al gauw farang kee nok en farang dam om zich verheven en superieur tegenover te voelen. De ene is lomp en vuil en de andere stinkt bijvoorbeeld.