In oktober 2014 bracht het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport uit over huwelijksmigratie. Hieronder volgt deel 2 van de samenvatting waarbij de focus op de Thailand gerelateerde teksten ligt.

Mocht je deel 1 nog niet gelezen hebben, dat kan hier: Rapport Huwelijksmigratie deel 1

Alle begin is moeilijk: de ‘donkere periode’

Gedurende de eerste tijd in Nederland, waarin de huwelijksmigranten in vrijwel alles van hun partner afhankelijk zijn en bij de meest basale dingen hulp nodig hebben omdat ze de taal niet spreken en de weg niet kennen, voelen de meesten zich erg onmachtig en kwetsbaar. Verschillende huwelijksmigranten vergeleken zichzelf in hun eerste jaren in Nederland met een baby, een kind of een gehandicapte, zelfs met een hond die de hele dag thuis op het baasje (de partner) zit te wachten.

Zeker voor degenen die een drukke baan en sociaal leven achter zich lieten, is de transitie naar een leven waarin ze weinig omhanden hebben en thuiszitten, terwijl de referent aan het werk is, een hard gelag. Ze verlieten hun herkomstland als actieve volwassenen en werden als migrant plotsklaps een uiterst afhankelijk wezen. Met deze overgang hebben de meesten het erg moeilijk. Vooral van vrouwelijke huwelijksmigranten met een autochtone partner horen we dat ze het moeilijk vinden om hun gevoelens van onlust aan hun man duidelijk te maken. Autochtonen zijn minder vaak vertrouwd met de ‘ins en outs’ van migratie. Ook de Nederlandse ‘directheid’ zit de communicatie van gemengde stellen blijkbaar soms in de weg. In de focusgroep met Filippijnse en Thaise huwelijksmigranten, getrouwd met autochtone Nederlanders, werd gezegd:

Thaise 1: Ik vraag nooit hulp van mijn man.

Filippijnse 1: Nederlandse mannen… Je moet altijd duwen.

Interviewer: Je moet de mannen duwen? In welke zin?

Filippijnse 1: Om ons te helpen integreren. Wij moeten hem dingen vragen in plaats van omgekeerd.

Thaise 2: Hij zegt altijd: ik kan niet ruiken wat je wil.

Interviewer: Dus de man zegt: jullie moeten zeggen wat je nodig hebt.

Thaise 2: Als je het niet zelf zegt, ik kan het niet ruiken, schat.

Interviewer: Is dat herkenbaar voor de anderen? Zijn Nederlandse mannen een beetje afwachtend?

Filippijnse 2: Nederlandse mannen willen dat jij zegt wat je wil. Altijd!

Ook in dit geval werkt het relativerend als beiden zich realiseren dat het erbij hoort en dat het na verloop van tijd (meestal) beter wordt.

“Mijn advies is: niet thuisblijven, probeer contact te leggen met mensen. Ik ben nieuwkomer, ik wil Nederlands leren. Dat mensen proberen je te helpen. En vaak uitgaan naar buiten en niet alleen thuiszitten. Daar leer je niks, daar krijg je niks van. Probeer contact met Hollandse mensen. “ – (vrouw uit Thailand, huwelijksmigrant)

Er zijn organisaties en internetcommunities waar huwelijksmigranten uit een specifieke herkomstgroep elkaar ontmoeten, zoals de Stichting Bayanihan voor Filippijnse vrouwen of de drie Thaise boeddhistische tempels die door veel Thaise partners van autochtone Nederlanders worden bezocht. Toch zeggen veel huwelijksmigranten het gevoel te missen van te leven in een gemeenschap van ‘gelijken’, waar je gemakkelijk met elkaar kunt praten omdat iedereen dezelfde taal spreekt, mensen snel op dezelfde golflengte zitten en de sociale conventies kennen.

Vooral degenen die geen of weinig herkomstgenoten in Nederland kennen, ontberen het ‘thuisgevoel’ dat gemakkelijke, vanzelfsprekende sociale contacten met zich meebrengt, hoe goed ze ook zijn ontvangen door hun (autochtone) schoonfamilie of hoe goed ze ook omgaan met vrienden en collega’s van andere herkomst. Dit gemis behoort tot de belangrijkste negatieve aspecten van het leven in Nederland, kunnen we opmaken uit de verhalen. Sommigen wijten dit aan de typisch Nederlandse ‘visitecultuur’, maar we kunnen ervan uitgaan dat dit gevoel van ontheemding eigen is aan het leven van de migrant – tenzij die in een kolonie van land-, streek- en dorpsgenoten terechtkomt, zoals het geval is voor (vele) huwelijksmigranten die met een herkomstgenoot trouwden – en onderdeel is van de prijs die men betaalt voor de migratie.

Inkomen uit werk, uitkering of geen inkomen

Ongeveer de helft van de Thaise en Filippijnse huwelijksmigranten heeft werk. Huwelijksmigranten uit deze landen zijn overwegend vrouwen. Bij deze groepen valt op dat het aandeel personen met een uitkering laag is. Waarschijnlijk hangt dit samen met het feit dat hun overwegend autochtone referenten betaald werk hebben (en daardoor bij werkloosheid niet voor bijstand in aanmerking komen). We zien dat een behoorlijk groot aandeel van hen een inkomen uit betaald werk heeft. Maar ook hun banen zijn vaak van laag of elementair niveau, ongeacht hun opleidingsniveau.

Het proefschrift van Suksomboon (2009) biedt enige informatie over de positieverwerving van Thaise vrouwen op de arbeidsmarkt. Zij stelt vast dat hoogopgeleide vrouwen meer moeilijkheden ondervinden om een baan in Nederland te vinden dan de laagopgeleide Thaise vrouwen die naar Nederland komen. Laagopgeleide vrouwen vinden vaak een baan waarbij de kennis van de Nederlandse of Engelse taal van ondergeschikt belang is, zoals schoonmaakwerk, fabriekswerk of werk in een Thais restaurant. Ook massagesalons zijn een veel gekozen mogelijkheid voor werk. Hoogopgeleide vrouwen daarentegen willen liever geen ongeschoold werk doen. Hun in Thailand behaalde diploma’s worden in Nederland echter niet erkend.

Bovendien hebben ze weinig kennis van de Nederlandse taal, waardoor veel werkgevers het niet aantrekkelijk vinden om een Thaise vrouw aan te nemen. De vrouwen geven aan dat vooral deze taalbarrière hun in de weg zit en velen van hen stelden hun carrière dan ook uit om eerst Nederlands te leren. Sommigen beginnen met een opleiding aan een Nederlandse universiteit. Hierbij is de financiële en emotionele steun van de partner van cruciaal belang, aangezien de vrouwen zelf geen werk hebben om deze opleiding te bekostigen. Andere hoogopgeleide vrouwen accepteren het feit dat ze geen kans maken op de Nederlandse arbeidsmarkt en kiezen alsnog voor ongeschoold werk. Toch benadrukken veel van hen de financiële voordelen van het ongeschoolde werk dat ze doen: in vergelijking met Thailand verdienen de vrouwen hier veel meer voor hetzelfde werk, zeker wanneer men euro’s naar Thailand stuurt en deze voor Thaise baht worden omgewisseld. De families van de Thaise vrouwen gaan er financieel substantieel op vooruit door het geld dat vanuit Nederland wordt overgemaakt.

Vrijwel alle huwelijksmigranten moeten wat betreft hun loopbaan na de migratie hun perspectief bijstellen. Als ze niet in on- of laaggekwalificeerde banen willen blijven hangen, moeten ze zich naar een ander beroep laten omscholen. Dat geldt zeker voor degenen die een beroep hadden dat gebaseerd is op taal, zoals de door ons geïnterviewde Thaise journaliste, (…). Zij zullen waarschijnlijk nooit het vereiste niveau van taalbeheersing bereiken om eenzelfde beroep in Nederland uit te oefenen.

Interview met Thaise journaliste:

“Ik wilde toentertijd zeg maar gaan werken, want ik heb mijn diploma’s laten vertalen en laten waarderen. Het lukte wel, alleen ik moest de taal onder de knie hebben. En dan zeiden ze: ‘Je gaat voor een nt2-cursus, dat is een examen voor de taal, een landelijk examen, dat je een bepaald niveau haalt. En dan word je getest op de taal.’ En dan is het gewoon doorwerken voor je nt2. Dan krijg je een diploma van nt2 of een certificaat. En dat heb ik behaald. En daarna [ben ik meer informatie gaan zoeken] van: wil je verdergaan in de opleiding, in dezelfde richting of een andere richting? Je gaat je oriënteren, met docenten praten. En dat is vanzelf gegaan. En op een gegeven moment had ik zoiets van: kijk, voor mij is de taal heel moeilijk, dat blijft ook moeilijk en in de journalistiek werken is niet te doen, want dat is zo ingewikkeld hier. Ik denk: ik moet iets anders gaan doen om hier geld te verdienen, om werk te kunnen vinden.

Toen ben ik dat met mijn man gaan bespreken en zijn familie zit al heel lang in de boekhouding. Ze hadden zoiets van: ga een keertje kijken, meelopen, misschien vind je het leuk om daarin te gaan werken. Ik zeg: ‘Oké, dan doen we dat.’ Ben ik met mijn zwager meegegaan, die had toen een bedrijf. En ik vond het wel leuk. En toen dacht ik: dan ga ik verder studeren in die richting. Toen heb ik mijn mbo Moderne Bedrijfs Administratie (mba) gehaald. In die tijd heb ik ook gewerkt, ergens werk gevonden in de administratie. Niet gelijk boekhouding, want ik heb helemaal geen basis van de boekhouding, helemaal niks. Dus ik begon bij de basisboekhouding, maar al heel snel verdergegaan en een praktijkdiploma en daarna mba.” (vrouw uit Thailand (huwelijksmigrant), autochtone man (referent))

Ervaringen met instanties vaak niet gunstig

Verscheidene recent gearriveerde huwelijksmigranten wendden zich, vaak vergezeld door hun partner, tot een uitzendbureau om een eerste baan te vinden. Vrijwel altijd kregen ze daarbij het deksel op de neus: intercedenten hameren sterk op het feit dat een uitzendkracht de Nederlandse taal goed moet beheersen. De Nederlandse taalkennis van de huwelijksmigranten wordt al heel snel als onvoldoende beoordeeld, ook voor laaggekwalificeerde banen. Een goede beheersing van het Engels, die sommige migranten en vooral de partners van autochtonen over het algemeen hebben, telt niet mee.

Rolverdeling

Ten slotte bestaat de invloed van de referent ook op het gebied van de rolverdeling tussen de seksen. We zagen dat (laagopgeleide) mannelijke referenten vaak een traditionele rolverdeling voorstaan, waarbij ze hun vrouw niet aanmoedigen of zelfs belemmeren om buitenshuis te werken. Dat was voor een aantal onder hen zelfs een specifieke reden om een vrouw in het buitenland te zoeken. Deze attitude kwamen we bovendien tegen bij referenten uit de drie in dit hoofdstuk besproken profielen, dus ook bij de autochtonen. Dat uit de kwantitatieve analyse naar voren komt dat autochtone referenten weinig aan de arbeidskansen van hun partner bijdragen, is vooral gebaseerd op de uitkomsten van de vrouwelijke Poolse huwelijksmigranten.

Uit de interviews is op te maken dat zowel de geringe mogelijkheden en beperkte netwerken van deze mannen als de traditionele rolopvattingen een factor zijn voor de geringe stimulans die van deze referenten uitgaat. Dit zagen we ook bij huwelijksmigranten uit Rusland, Oekraïne, Thailand en de Filippijnen, die zelf vaak hoger opgeleid zijn dan hun autochtone referent.

Bron: www.scp.nl/Publicaties/Alle_publicaties/Publicaties_2014/Huwelijksmigratie_in_Nederland

12 reacties op “Rapport Huwelijksmigratie – deel 2”

  1. Fransamsterdam zegt op

    Zeer lezenswaardig, ook al omdat één en ander is gebaseerd op gedegen onderzoek, en complimenten voor op Thailand gerichte samenvatting.

    Ik voel me enigszins gesterkt in mijn persoonlijke opvatting dat je eigenlijk pas aan een huwelijk met een Thaise zou moeten gaan denken als je haar niet naar Nederland hoeft te halen, maar je je het kunt en wilt permitteren om jezelf in Thailand te vestigen. Uitzonderingen in individuele gevallen natuurlijk daargelaten, voordat iedereen over me heen valt.

    • Rob V. zegt op

      Het samenvatten was niet zoveel werk, dat was een kwestie van zoeken op Thai en de volgorde van de relevante paragrafen en een enkele zin wat aanpassen zodat deze beter uit de verf komen als op zichzelf staand stuk. Ik had deze teksten eerst opgeslagen met het idee deze deels te gebruiken als bron en een enkele zin aan te halen in een eigen stuk, maar de omvang was dermate en de tekst gedegen genoeg dat ik aan de redactie voorstelde een samenvatting van het huwelijksrapport te plaatsen. Mijn eigen opzet om iets te schrijven over de omvang van de migratie van Thai naar Nederland, en de omvang van Thai die hier zijn zal meer over cijfers gaan en staat nog in de stijgers. Daar gaat nog wel wat uurtjes in zitten dus ik verwacht dat nog niet af te hebben deze de zomer periode.

      Ik begrijp het punt dat je maakt, maar ik ben het er niet mee eens. Migratie naar Europa is gewoon een zware hobbel omdat je hier heel vaak met een grote achterstand begint (taal, papieren zijn minder waard, familie kun je minder vaak zien etc.) maar liefde en een begripvolle partner kunnen praktisch alles overwinnen. Zelfs als je die achterstand nooit geheel kan inlopen, de relatie maakt dat het toch waard voor vele ook al weet ik van mijn partner dat het toch jammer is dat ze niet op hetzelfde niveau als in Thailand hier verder kan. Trouwens, in Thailand gaan wonen is ook niet perse makkelijker, ik zou daar mijn baan ook niet kunnen voortzetten: geen westerse bedrijven die dergelijke kantoorfuncties daar hebben, de Thai die niet scheutig zijn met werkvergunningen (geen werk van een Thai afpakken) etc. Dus ook ik zou mijn carrière plannen drastisch om moeten gooien als ik naar Thailand zou migreren… Dat plus de minder goede verzorgingsstaat (totaalplaatje diverse regelingen, rechten etc.) en het mindere onderwijs (opleiding en perspectief kinderen) laat de keuzen in ons geval als twee jong volwassenen toch op Nederland uitkomen al zou ik maar wat graag met behoud van huidige baan, Nederlandse zekerheden etc. in Thailand willen wonen.

      • Frans Nico zegt op

        Beste Rob,

        Wat mij het meest opvalt is het verwachtingspatroon dat mensen, waar ook ter wereld, hebben van een ander land en van een partner uit dat land. Het is mijns inziens niet specifiek een probleem van een buitenlandse of Thaise partners. Hoe een persoon zich in een ander land met een partner uit dat land voelt en doet (of laat) hangt vooral af van de persoon zelf. De een zal zich volledig inzetten om zijn of haar draai te vinden. De ander laat dat vooral afhangen van de hulp die hij of zij daarvoor krijgt (aangeboden). Mijn vrouw en een vriendin zijn ongeveer gelijktijdig vijf jaar geleden naar Nederland gekomen, maar beiden doen het geheel verschillend. Het is maar net wie er worden geïnterviewd. Een conclusie op basis van de ervaringen van succesvol geïntegreerde buitenlandse partners zal eveneens anders zijn dat de ervaringen van niet succesvolle buitenlandse partners. Die laatsten komen vaak in dit soort onderzoeken het meest aan het woord (of worden het meest geciteerd).

    • koos zegt op

      Je verwachte al reacties en die krijg je ook van mij.
      Ik ben het niet met je eens omdat ik vind dat de dames ook dingen uit onze cultuur moeten leren.
      Mijn vrouw heeft eerst in nederland 5 jaar gewoont en gewerkt en nu wonen we 12 jaar in Thailand.
      De basis dingen als geld groeit niet aan de boom heeft ze zelf kunnen constateren.
      Ze heeft hard gewerkt en met vallen en opstaan hebben we al een lange gelijkwaardige relatie opgebouwd.
      Ik weet zeker zonder deze eerste 5 jaar hadden we veel problemen in thailand gekregen.
      (PS Nu is het lastiger om te werken vanwege leerplicht was toendertijd nog niet zo streng.
      ze kon gewoon werken en engels was onze basis taal.)

    • John Chiang rai zegt op

      Een Thai partner die naar Nederland komt,of bereidt is in een ander Europees land te wonen,heeft ook het voordeel dat ze niet wereldvreemd blijft. Ze leert een extra taal,en krijgt ook kennis van andere culturen,en krijgt bovendien een betere zicht op hoe Farangs hun geld verdienen moeten,en niet zoals velen denken dat het geld hier aan een boom groeit. Bovendien,omdat de meesten veel jonger zijn dan hun Farang partner hebben ze de mogelijkheid een Job te vinden,die veel beter betaald wordt als een gelijkwaardige Job in Thailand. Een Thaivrouw die in Thailand samen met een Farang woont,blijft zelfs met een Job,meestal financieel afhankelijk van haar Farang Partner,zodat eigenlijk nooit sprake is van een gelijkwaardige verhouding. Als ze het nu zo regelen kunnen dat ze bijv.de wintermaanden samen in Thailand wonen,en de rest van het jaar in Europa, hoeft niemand zijn eigen cultuur,en familie op te geven. Bovendien een farang die met zijn Thai Partner permanent op een dorp woont,is haast verplicht de Thaispraak te leren,omdat velen op den duur beginnen te leiden aan een chronische verveling,zodat ze het vertier elders gaan zoeken,wat zeker in Thailand verbonden is met veel risico voor het huwelijk. Er zijn zeker uitzonderingen,maar een dorpsleven,waar je alleen met Thais wonen moet,is zelfs bij genoeg taal kennis,niet makkelijk,om dat velen op den duur snel aan hun grenzen stoten,dit alleen al i.v.b.met andere hobbys,of de juiste gesprek stof,die bij velen anders is,of erg oppervlakkig verloopt.

  2. Sjaak S zegt op

    Voordat ik naar Thailand kwam, eindigde mijn huwelijk van 23 jaar met een Braziliaanse vrouw. Ondanks dat ik nu nog weinig goeds over haar kan zeggen, heeft ze in het begin alle kansen gehad en genomen om te integreren. We woonden in het begin in Duitsland, waar zij naar school ging om Duits te leren. Later verhuisden we naar Nederland en daar leerde ze Nederlands. Van alle buitenlanders die ik kende, sprak zij de taal het allerbeste. Ze had in de loop der jaren veel gelegenheid gehad om een goede baan te vinden. Helaas bleek haar persoonlijkheid daar niet geschikt voor te zijn. Nergens werd haar contract verlengd.
    Zij verweet mij vaak bij ruzies, dat ik haar naar Nederland had gehaald en dat ik de oorzaak van haar problemen was.
    Zelf was ik jarenlang bereid geweest om naar Brazilië te verhuizen. Met mijn werk kon ik bijna overal wonen.
    Nu ik sinds 2012 mijn vriendin heb en ik niet meer in Nederland hoef te wonen, blijf ik fijn hier in Thailand. Degene die zich moet aanpassen ben ik. En dat valt niet altijd mee. Hoewel ik drie talen goed spreek en me in twee andere verstaanbaar kan maken, is het Thais niet gemakkelijk. Mij gaat het dan soms ook zoals die vrouwen die naar Nederland komen. Je komt je soms hulpeloos voor. Het gaat beter en mijn liefste is een enorme steun. Ik vind het in ieder geval een goede ervaring het van de andere kant te zien….

    • Frans Nico zegt op

      Sjaak, ik ben het met jou eens. Net als Rob hierna stelt is het aanpassen voor beide partners. Ik leef nu bijna vijf jaar met mijn Thaise vrouw in Spanje, maar vooral ik heb mij moeten aanpassen. Als ik dat niet had gedaan, was onze relatie gedoemd te zijn mislukt.

      • Rob V. zegt op

        Best Frans en tevens Sjaak, ik sluit me bij jullie berichten aan. Taal is (vooral in het begin) een grote barrière, maar motivatie, inzet en een partners die geven/nemen en het idee hebben er samen voor te gaan en beide niet krampachtig handelen zullen toch een goede kans maken ver te komen met hun relatie en migratie. Types die vast houden aan het gebaande pad en gewoontes, tja zo’n starre (of angstige?) houding doet een relatie geen goed en ook migratie lijkt me ook vrijwel geen kans om te slagen. Toch fijn dat, zo zie ik tenminste om mij heen en ook in dit onderzoek, dat een groot deel van de Thais er echt wat van wil maken: baantje, de taal spreken en als het nodig is de Nederlandse partner een schop onder de kont geven. Ik kan me heel goed voorstellen dat Sjaak vergelijke bare dingen ervaart, kun je nagaan als je als jonge farang naar Thailand zou verhuizen en de taal moet eren, een job moet vinden etc. Dan heb je toch ook een sterkte partner nodig die met jou wil knokken, de positieve energie die de liefde geeft daarvoor ten volle benuttend.

  3. Rob zegt op

    Het probleem is inderdaad de taal. Mijn vrouw heeft na 3 weken in Nederland 2 jaar priveles gehad en sprak, las en schreef de Nederlandse taal zeer goed. In het begin van onze relatie ging de conversatie in het Engels. Dart wilde ze verbeteren via een thuiscursus. Ze heeft daarna nog andere studies gedaan en heeft nooit de behoefte gehad om te gaan werken mischien ook omdat mijn inkomen ruim voldoende was.We hebben 26 jaar in Nederland gewoond en wonen nu al weer bijna 12 jaar in Thailand. Ik spreek redelijk Thais en wat Cambodjaans (Khmer) omdar de mensen in het dorp dat onder elkaar spreken. Daar de communicatie tussen ons en de contacten met de mensen om ons heen geen probleem zijn of was is onze relatie al ruim 37 jaar vrijwel probleemloos en gelijkwaardig. Het is dus voor beide partijen aanpassen en talen leren om problemen te voorkomen.

  4. Taitai zegt op

    Iets dat het niet makkelijker maakt voor buitenlandse partners is dat Nederlanders in het algemeen wat meer gericht zijn op buren en vrienden en wat minder op familie. Dat verschil is al merkbaar in België waar men relatief meer familie- en minder buurgericht is. Het maakt het daarom nog belangrijker waar er gewoond wordt. In een buurt waar men ongeïnteresseerd is in buitenlanders moet het moeilijk zijn om contact te leggen voor een buitenlandse partner. Dergelijke ongeïnteresseerde Nederlanders worden wel eens een paar jaar naar Azië uitgezonden. Binnen de kortste keren zoeken ze elkaar op en creëren ze een Nederlandse vriendenkring in den verre. Veel moeite wordt er niet gedaan om hun nieuwe land met zijn andere taal en cultuur te ontdekken. De schoolvakanties zijn er om in het vliegtuig richting Nederland te stappen. Een weekje Bali kan er misschien nog net vanaf. Het klinkt allemaal wat bitter, maar ik denk dat Nederlanders de reputatie hebben internationaal te zijn omdat ze het juiste masker op weten te zetten als er handel moet worden gedreven. Mijn ervaring is echter dat datzelfde masker bij velen binnen de kortste keren wordt afgedaan zodra ze de voordeur naderen.

  5. pierre zegt op

    mijn vrouw wil hier gaan studeren , ik vind alles best , zij zegt dat ze het zo fijn vind dat ik altijd haar ding laat doen . geen druk op leg , het is geven en nemen , ze zorgt goed voor mij , ik zorg goed voor haar , maar zeg nooit je moet dit of dat doen , dan is ze not amused , zeg ik tiluc wil je dit even doen als je tijd hebt dan is er geen probleem, Thais blijven een trots volk en dat moet zo blijven. laat ze maar lekker gaan studeren. ze verdient het.

  6. Mike zegt op

    Frans Nico, ik vind jou reactie zeer interessant, omdat ik ook plannen heb om naar Spanje te immigreren. Ik zou daarom graag met jou willen mailen, als je akkoord daar voor bent. Ik weet nu niet hoe we elkaars mail adres kunnen uitwisselen. Hoop op en antwoord.

    Groeten.

    Mike


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website