Lezersvraag: Paspoort van Nederlandse kinderen met Thaise moeder

Beste Willy, hieronder de wettelijke regeling die je mogelijk wel kent maar moeilijk te interpreten vindt.

Regelgeving verliezen Nederlandse nationaliteit door minderjarigen
Naast verlies door het vervallen van de familieband, kan het Nederlanderschap door minderjarigen ook verloren worden op andere manieren. Dit is geregeld in lid 1 van artikel 16 van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Dit verlies gebeurt dan:
A Door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, erkenning, wettiging of adoptie door een vreemdeling, indien hij diens nationaliteit daardoor verkrijgt, of reeds bezit.
B Door het afleggen van een verklaring van afstand, indien hij de nationaliteit bezit van zijn vader, moeder of adoptiefouder.
C Indien de vader of moeder vrijwillig een andere nationaliteit verkrijgt en de minderjarige in deze verkrijging deelt of deze nationaliteit reeds bezit.
D Indien de vader of moeder het Nederlanderschap verliest ingevolge artikel 15, eerste lid, onder b, c of d, of ingevolge artikel 15A van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Hier is sprake van als de ouder het Nederlanderschap verliest:
•
door het afleggen van een verklaring van afstand (15, lid 1, onder b);
•
doordat de ouder tien jaar onafgebroken hoofdverblijf buiten het Koninkrijk of de EU heeft gehad (15, lid 1, onder c).
•
doordat het Nederlanderschap door de Minister van Justitie is ingetrokken omdat de genaturaliseerde ouder niet al het mogelijke heeft gedaan om afstand te doen van zijn andere nationaliteit. Dit geldt kan alleen als voor die genaturaliseerde ouder de afstandsplicht geldt. (15, lid 1, onder d)
•
of doordat de ouder het Nederlanderschap heeft verloren door vrijwillige verkrijging van de nationaliteit van België, Denemarken, Oostenrijk, Luxemburg, Noorwegen, Frankrijk of Italië (art. 15A RWN).
E Indien de minderjarige zelfstandig dezelfde vreemde nationaliteit verkrijgt als zijn vader of moeder heeft. Hiervan is alleen sprake zijn als de vreemde nationaliteitswetgeving de mogelijkheid kent dat een (Nederlandse) minderjarige zelfstandig die vreemde nationaliteit kan verkrijgen én de minderjarige door middel van deze zelfstandige verkrijginggrond de vreemde nationaliteit, ook de nationaliteit van zijn vader of moeder, heeft gekregen.
Op dit verlies gelden enkele uitzonderingen. Deze zijn geregeld in lid 2 van artikel 16 van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo verliezen minderjarigen hun Nederlanderschap niet:
A Als en zolang een ouder het Nederlanderschap bezit.
B door het overlijden van een ouder, na het tijdstip waarop een minderjarige volgens artikel 16 lid 1 het Nederlanderschap zou verliezen.
C Als de ouder als Nederlander is overleden vóór het tijdstip waarop verlies volgens artikel 16 eerste lid zou intreden.
D als de minderjarige voldoet aan artikel 3, derde lid van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Aan dat artikel voldoet degene die (als derde-generatie) is geboren uit een binnen het Koninkrijk woonachtige vader of een moeder, die zelf is geboren uit een moeder of een vader die woonachtig was in het Koninkrijk ten tijde van de geboorte van de tweede generatie. Als de minderjarige een verklaring van afstand van het Nederlanderschap aflegt en hij de nationaliteit van zijn vader of moeder ook heeft, treedt wel verlies van het Nederlanderschap in.
E Als de minderjarige is geboren in het land van de door hem verkregen nationaliteit. Op het moment dat hij de nationaliteit van dat land verkrijgt moet hij hoofdverblijf hebben in dat
land. Dit geldt niet als verlies intreedt doordat de minderjarige een verklaring van afstand heeft afgelegd.
F Als de minderjarige gedurende een onafgebroken periode van tenminste vijf jaar hoofdverblijf heeft gehad in het land waarvan hij de nationaliteit heeft verkregen. Dit geldt niet als verlies intreedt doordat de minderjarige een verklaring van afstand heeft afgelegd.
G In de gevallen waarin een minderjarige zelfstandig dezelfde nationaliteit verkrijgt als zijn vader of moeder, verliest hij het Nederlanderschap niet als een ouder op het tijdstip van de verkrijging Nederlander is.

Voor jouw situatie is het van belang datgene eruit te halen wat van toepassing is. Bij blijvende onduidelijkheid adviseer ik je met de bepalende en uitvoerende instanties in contact te treden. In dit geval de IND en de Nederlandse Ambassade in Bangkok.

het is allemaal een beetje wazig geformuleerd dus zal proberen er het beste van te maken.

Het kind heeft al de Nederlandse en de Thaise nationaliteit want het kind is in het bezit van paspporten van beide landen. U schrijft over nu en dan weer de vader is er DAN niet meer….???

Als de vader nog leeft de paspoortaanvraag papieren ondertekenen en kopies paspoorten ouders en nog meerdere gevraagde papieren waarin ik op het laatst een link van geef.

Als de vader niet meer leeft voor het kind zijn 18e verjaardag heeft men ook weer al die papieren nodig maar in dit geval moet u extra een GELEGALISEERDE OVERLIJDENSAKTE VAN DE VADER meenemen.

Bij 18, maar daar gaat de vraag niet over heeft het kind zijn ouders niet meer nodig om een nieuw paspoort aan te vragen

http://maleisie.nlambassade.org/producten-en-diensten/consular-services/paspoorten-en-id-bewijzen#anchor-Checklistvoorhetvernieuwenvaneenpaspoortvoorminderjarige

Ik heb Maleisie genomen ( maar geldt voor alle Ambassades ) omdat daar wel opstaat over de overlijdensakte en omdat tegenwoordig al dit soort zaken in Azie gaan via Kuala Lumpur.

u leest verkeerd. Het kind HEEFT de Nederlandse nationaliteit al gekregen bij de eerste paspoortaanvraag die het kind ook gekregen heeft!

Het kind moet nu verlengen. Geen probleem, alleen extra wordt gevraagd de gelegaliseerde overlijdensakte van de vader. Dit is het bewijs waarom de vader de paspoort aanvraag niet kan ondertekenen.