Ronny of ‘ook oude bomen kan men nog ompotten’
Wie hier te lande in Thaise kringen verkeert ontdekt al gauw dat er zelfs in het soms wat gesloten en wereldvreemde zuiden van Nederland hele vaak aan het blote oog onttrokken Thaise gemeenschappen huizen met de bijbehorende infrastructuur van al even Thaise feesten, tempels, vriendinnenkringen en wat dies meer zij.
Een stukje thuis in Nederland
Iedereen kent iedereen en soms wordt er samen gekookt, gegeten, gezongen, gebeden, gedronken, oesters geraapt in Zeeland of naar de tempel in Waalwijk getrokken (in betere tijden althans), waar dan de daar aanwezige monniken ondergedompeld worden in aandacht, dankbaarheid, respect en vele kilo’s meegebracht voedsel, dat in de dagen ervoor na bezoeken aan de (peperdure) lokale toko is bereid in de vaak benauwde en matig geventileerde keukentjes van de kunstig ingerichte rijtjeshuizen in de kleine steden van het Zuiden. Of een ander stelletje dames dat in april in plaats van Songkran te vieren in Thailand dan maar naar Lisse trekt om samen de bloembollenvelden te gaan ontdekken en bekijken, iets waar zelfs menige farang nog nooit aan toe is gekomen. Ik tenminste nog niet. De ontelbare foto’s van miljoenen tulpen in alle denkbare kleuren, met vrolijk kijkende meiden, op de voorgrond poserend in het gras liggend, tooien even ontelbare TikTok en instagramaccounts en iedereen geniet en zingt uit volle borst Thaise liederen in de bus terug naar huis. Dat neem ik dan maar eens voor het gemak aan, net als wij altijd luidkeels zongen dat we er bijna zijn maar nog niet helemaal.
Feestjes zijn er ook in alle varianten, kleine intieme, maar ook grote gala-achtige met lange tafels in het midden, dure toegangskaarten en allerlei speciaal ingevlogen muzikale talenten of bekende sterren uit de Isaan, gevolgd door ellenlange ongetwijfeld belangwekkende toespraken, die de ene helft van de gasten niks interesseert en de andere niet kan verstaan. Veelal wat gezwets ter promotie van het één of andere product, een op handen zijnde belangrijke gebeurtenis, een tombola voor het goede doel (altijd de tempel of de organisator van het feest) of gewoon als vehikel om zichzelf in het zonnetje te zetten als presentator, sponsor, weldoener of dikdoener. Net als thuis. Er wordt lekker gekookt en iedereen mag meedoen, mee-eten tegen een bescheiden vergoeding natuurlijk, want het ondernemersbloed van de dames kruipt waar het niet gaan kan en de aanvankelijk nog wat verdwaasd kijkende aangetrouwde farangs geven alle support aan hun vlijtige en lekker met en over elkaar roddelende vlammen. De mannen sponsoren de ingrediënten, spelen voor transport- of cateringonderneming, alle spelregels van de voedsel- en warenwetten omzeilend en geven alleszins andere onbaatzuchtige bijstand. Want in de winst delen ze gewoontegetrouw niet mee, die verdwijnt in de ondiepe zakken van de keukenprinsessen en wordt (welverdiend) omgezet in allerhande overbodige aankopen of rechtstreeks doorgesluisd naar de noodlijdende achterblijvers in Thailand.
Ik liet mij hierboven natuurlijk even in mijn enthousiaste opening wat meesleuren, maar alle ironie terzijde, het is natuurlijk een hartverwarmende community en we zijn blij dat we er deel van kunnen uitmaken en dat onze lieve, maar oh zo ontheemde dames voor zichzelf hier een stukje thuis hebben weten te creëren in het verre, meestal natte en doorgaans koude Nederland, waar ze immers het leeuwendeel van het jaar door moeten brengen zonder hun achtergelaten vrienden en familie en het volledige originele scala van festivals, festiviteiten, markten, eetkraampjes, authentieke tempels met ontelbare monniken erin en het lekkere weertje van Thailand dat ze ter plekke steevast te heet vinden, maar in het kille westen dan toch weer node missen. Net als echte Nederlanders; klagen over de kou en de warmte in één zin, lang leve de inburgering.
Het vermogen tot aanpassing
Na jaren verblijf in die Nederlandse kou (lees Belgische voor onze Zuiderburen) neemt overigens ook wel het enthousiasme wat af voor dergelijke geïmporteerde activiteiten en verschuift het vertier meer naar de lokale kant, met carnaval en Kerstmis als hoogtepunten evenals verjaardagsfuifjes en Sinterklaas, wat ook wel een goed teken is dat de integratie wonderwel is ingetreden. De ontmoetingen vinden plaats in huiselijke kring en beperken zich niet langer tot onverdund Thaise aangelegenheden, maar eerder tot algemene sociale contacten waarbij natuurlijk die met landgenoten niet vermeden worden, maar ook niet meer alleen en uitsluitend op het menu prijken als voorheen. Sommige dames zijn zelfs wat teleurgesteld geraakt in hun landgenoten en nemen afstand van elkaar; soms kunnen ze ook het slechte in elkaar losmaken en dan is een stap achteruit wel eens prettig.
Maar laat ik ter zake komen.
Deze vertelling is namelijk de volgende aflevering van het feuilleton over bijzondere liefdesverhalen opgebloeid tussen de Thaise vrouw en de (in dit geval) Nederlandse man en natuurlijk omgekeerd. Vandaag de wat geromantiseerde, maar niettemin volledig waargebeurde vertelling over een man die ik echt goed kende en die een ware vriend van me is geworden. Zozeer dat het meer gaat over mijn liefde voor de man dan die van hem voor zijn vrouw. Niettemin een mooi verhaal, aangrijpend, intens maar ook bijzonder emotioneel. Dus wees gewaarschuwd: ik zal de lezer deze keer niet met fluwelen handschoenen kunnen aanpakken, het verhaal kent wel wat scherpe kantjes.
Het ontstaan van een ware ‘bromance’
Vriendschappen tussen de overgekomen Thaise vrouwen kunnen wel degelijk eens leiden tot hechte vriendschappen tussen de mannen van die vrouwen. Doorgaans niet, maar soms is er toch een klik als er al een ontmoeting tot stand komt. Niet op een groot Thais feest, want daar versta je je eigen woorden niet, laat staan die van een wildvreemde snuiter, maar eerder bij een minder bombastische gelegenheid zoals een bezoekje thuis. Zo heb ik dan ook jaren geleden Ronny leren kennen. Onze dames kenden elkaar via vriendinnen en dat resulteerde in een uitnodiging voor visite in het piepkleine appartement dat Ronny met zijn ongeveer 40 jaar (!) jongere bruid bewoonde in een zuid Limburgs dorp verderop. Dat grote leeftijdsverschil was eigenlijk meer haar keuze dan die van hem, maar daarover later meer. Ronny was een klein ventje van ver achter in de 60 of misschien al net een zeventiger, pezig met een huid van leer, als bewijs dat hij niet vies was geweest van werken in de open lucht. Hij had dan ook al een heel leven achter de rug, teveel beleefd om op te noemen. Ik heb het ook niet volledig in kaart, alleen de paar gebeurtenissen die hij met mij wilde delen en die ik inmiddels nog niet vergeten ben.
Mijn opslagcapaciteit van wat eens gewoon small talk was is de laatste jaren wat achteruit gelopen, soms zelfs gehold. Zo was hij niet alleen vader en grootvader, maar had hij ook al een paar huwelijken achter de rug. Altijd een harde werker geweest, waaronder ook piloot voor rondvluchten boven Limburg en het aangrenzende Duitsland en België. Huizen gehad en weer verloren door echtscheidingen en een paar keer het ziekenhuis in gemept door een junk van een zoon, die hem ook nog eens financieel erg pijn had gedaan, waardoor hij nu eigenlijk financieel berooid was, zij het niet straatarm. Gewerkt in allerlei branches, maar nu na zijn pensioen nog slechts als installateur van satelliet schotels, via een samen met een vriend opgezet bedrijfje, waar de opdrachten eerder uitzondering dan regel waren. Het waren zware tijden. Daarnaast wat incidenteel tuinonderhoud en andere klusjes die kwamen aanwaaien om zijn AOW wat aan te vullen. Want werken kon hij nog als een paard of in zijn geval een pony, want hij was een vent van zakformaat. Ik zeg dat niet denigrerend maar gewoon zodat we allemaal een beeld hebben van zijn afmeting en niet alleen ik. Dat vlijtige zag je ook aan zijn stadstuintje, dat versierd was met allerhande bouwsels en ornamenten, deels voor de leuk en deels om de verse soms exotische groenten voort te brengen waar zijn liefje zo dol op was. Want geld wilde hij liever niet in grote hoeveelheden in de supermarkt achterlaten en al helemaal niet in de toko waarvan hij de prijsstickers belachelijk hoog vond. Wel moest er in het huishoudbudget ruimte zijn voor elke dag een glaasje rode wijn en een sigaartje dus de plaatselijke middenstand kon toch nog wel wat aan hem slijten af en toe.
Voor ieder potje een dekseltje met wat wringen
Zijn Thaise bruid was hem komen toewaaien via een koppel madam die daarvoor een fors bedrag wenste af te rekenen. De verdere details heeft hij daarover niet met mij gedeeld. Bij aankomst wilde ze eigenlijk liever rechtsomkeert maken, omdat Ronny niet bepaald de man van haar dromen bleek te zijn. Maar kennelijk zag ze toch genoeg redenen om maar te blijven, wellicht ook op ‘advies’ van haar matchmaking landgenote. Ze hadden het ook niet slecht met elkaar, hoewel het natuurlijk de mismatch van de eeuw was. Zij was een plattelandspersoontje zonder brede kijk op de wereld buiten haar Isaanse dorpje. Ook in Nederland ging ze nog vóór de sofa op de grond ging zitten, niet begrijpend waarvoor dat grote gekke stoffen ding achter haar diende. Klinkt wat ironisch, maar ze zat echt telkens als ik haar zag op de grond, vóór de bank.
Een kwestie van gewoonte denk ik dan maar.
Niks mis mee. Het appartement was piepklein, meer een studio op de begane grond van een klein flatgebouw met 3 of 4 verdiepingen. Er was wel een miniatuur keukenblok, één kleine aparte slaapkamer en een badkamertje met wc, dus alles wat een mens nodig heeft of twee mensen met een beetje passen en meten.
Ronny en ik hadden wel een bepaalde klik, hoewel ik ook zijn tekortkomingen zag. Hij was niet agressief of gemeen, maar ook niet echt warm in de omgang met zijn liefje. Meer afstandelijk, soms op het kille af. Ik vermoedde weleens dat hij door zijn ervaringen dacht dat liefde niet meer was dan dat. Het was dan ook geen echte knuffelrelatie, maar ik denk dat kwam ook wel van beide kanten. Zijn leven was te hard geweest en zij wist wellicht van toeten noch blazen. Bovendien is een knakker van 70+ ook niet de meest aantrekkelijke en verleidelijke partij voor de meeste 30+ meiden. Zonder de oudere lezers hier en mezelf met deze uitspraak tekort te willen doen.
Verwacht altijd het onverwachte
Legendarisch zijn haar woorden in die samenhang, die ze met haar nieuwe vriendin deelde en die weer met mij: ‘ik dacht ik pak een oudje, dan heb ik tenminste rust in bed’. Niet dus. Ronny stond (kennelijk nog dagelijks) zijn mannetje wat dan ook resulteerde in de geboorte van een zoontje in hun toen nog vrij prille relatie. Haar eerste en dan meteen met een vader van over de 70. Wie had dat kunnen vermoeden? Zij blijkbaar niet. Het was meer romantiek dan beiden ooit hadden mogen hopen. Laten we dan ook niet meteen in bittere verwijten reageren. Het was hun leven en hun keuze, al zou de kritische buitenstaander met alle plezier en wellicht ook terecht grote vraagtekens kunnen en willen plaatsen bij de verbintenis en de vrucht ervan. Er was ook wel een beetje gêne bij de beide echtelieden zelf toen haar buik groeide aan de zijde van een bejaarde man, maar die verdampte als sneeuw in de Thaise zon op de dag van de geboorte van de jonge knul, die de voornaam kreeg aangemeten van de lievelingsbroer van Ronny, die ooit vroegtijdig was overleden. Niet bepaald een eigentijdse naam voor een nieuwe wereldburger, maar een mooi gebaar naar zijn overleden oom. Ronny was net als de moeder overigens bijzonder verguld met de gezinsuitbreiding al werkte het delen van de ene slaapkamer met het blèrende makkertje hem wel vaak op de zenuwen en doorkruiste regelmatig zijn grote plannen voor de nacht.
Kletsen in het tuintje over grote dromen
Ronny had een klein oud rood autootje voor de boodschappen (die haalde hij natuurlijk toch soms wel), maar ook om vrouwlief naar haar werk te brengen, bijvoorbeeld om bessen te plukken in de oogsttijd of naar haar zwarte poetsadresjes. Er moest immers geld verdiend worden voor de familie in Thailand. Zelf kon ze niet rijden dus Ronny was haar privéchauffeur naast zijn eigen klusjes.
Ik zat in de avonduren of het weekend vaak met Ronny in zijn tuintje wat te filosoferen en de dames gingen dan gezellig binnen aan de slag met elkaar, kletsen, koken, eten, drankje doen, serie kijken, de typische dingen. Want er prijkte een levensgrote schotelantenne aan zijn achtergevel waar allerhande Thaise uitzendingen mee uit de ether gevist konden worden, immers de specialiteit van Ronny. Het gemak van YouTube en dergelijke wereldwijde bronnen van Thais filmmateriaal was nog niet aan de orde destijds.
Ik was zelf nog ver verwijderd van mijn pensioen, maar Ronny zat er al midden in, al moest hij dus nog flink bijklussen om het hoofd boven water te houden, ook al vanwege de extra kosten die nu eenmaal om de hoek komen kijken bij het hebben van een gezinnetje, al had het kindergeld wat extra verlichting gebracht. Onze gesprekken gingen dan ook vaak over leven in Thailand wat zijn grote droom was. Weer eens een eigen huisje, zittend op zijn eigen veranda met zijn wijntje en sigaartje. Altijd een lekker weertje erbij. Financieel ook wat makkelijker dan in Nederland want daarginds kon hij met zijn AOW nog behoorlijk uit de voeten, destijds. Spaarcenten waren er volgens mij dus niet of nauwelijks en geld was dan ook vooralsnog een struikelblok. Ik bezorgde hem waar mogelijk klusjes, in mijn tuin of die van anderen. Liet hem een schotelantenne plaatsen op mijn dak en kocht wat overtollige meubeltjes van hem toen zijn inboedel in de opruiming ging. Ik zie hem nu nog met zijn meer dan 70 jaar als een kat over mijn (toch vrij hoge) dak klauteren, volledig angstvrij terwijl ik beneden met zwetende handen in stilte Boeddha aanriep om hem te beschermen tegen afstortingsgevaar. Ik voelde mij er soms wel wat schuldig over, maar dat vond hij flauwekul; hij rende immers al zijn hele leven over steile daken. Hij voelde zich daarentegen wel soms wat gefrustreerd als een of andere jonge patser hem inhuurde voor tuinonderhoud en hij dan opeens een container mocht vullen met zware betontegels onder het toeziend oog van zijn in de schaduw bier slurpende opdrachtgever. Maar hij kon de inkomsten niet missen en vervulde dan toch maar braaf zijn plicht als een contemporaine lijfeigene. En zo waren er nog zoveel belangwekkende gebeurtenissen uit Ronny’s leven te melden; genoeg voor 10 weken Thailandblog. Maar die zijn wellicht niet zo boeiend voor de lezer en bovendien ben ik ze inmiddels vergeten dus fast forward naar de dag van zijn grote sprong voorwaarts.
De reis begint, de vriendschap eindigt
Toen ik gisteren aan mijn moeder vertelde dat Ronny mijn volgende onderwerp was voor de blog zei ze spontaan: oh, die oude kleine viespeuk. De (Thaise) dames zagen hem nu eenmaal met andere ogen dan ik, met mijn misschien te rose brillen-kijk op hem, maar nogmaals het was echt geen kwade vent. Wie de verleden tijd in deze zin herkent, ziet wellicht de bui al hangen, maar laten we niet vooruit lopen op de zaken hier.
Het ticket was geboekt, de huur opgezegd en de tent leegverkocht. Vrienden konden nog snel wat goedkope spulletjes op de kop tikken om zo de lange gedroomde droom mee te ondersteunen. De rest ging naar het stort. En plots was de emigratie een feit en vertrok het driepersoons gezinnetje richting Isaan. Een hond hadden ze niet dus die hoefde ook niet mee die kant op.
En automatisch verwaterde of beter gezegd verdroogde ons contact razendsnel. Pas enkele jaren later kwam het weer eens tot een ontmoeting en maakte ik in het Noordoosten de reis naar mijn oude vriend, die inmiddels de trotse eigenaar was van een eigen huisje op het platteland. Letterlijk stond er een net farang style huisje op het afgelegen veldje, dat op zijn beurt weer omringd was door maisvelden en zonnebloemen aan de overkant van het pad. Het verbaasde mij dat er stroom en water was maar voor de rest zag het er allemaal piekfijn uit. Hij toonde mij alle bouwkundige details en gaf uitleg over het project en ik was blij voor hem en net zo trots als hij dat hij zijn droom eindelijk had verwezenlijkt, al was hij er nog niet ingetrokken in afwachting van de finishing touch, de puntjes op de i.
Fijne jonge schoonouders
Intussen woonde hij nog bij zijn schoonouders in, die beiden natuurlijk flink jonger waren dan hun voortvarende schoonzoon. Ze waren echter enorm verguld met hem wegens het geschenk van de eerste kleinzoon en natuurlijk ook door het economisch opkrikken van het dorp door de komst van deze AOW trekkende ouderling. In het ouderlijk huis van zijn vrouw bakte hij dan friet van verse aardappelen in de uit Nederland meegebrachte frietenpan en voelde zich daarbij dan ook net als thuis. Het was pure nostalgie. Helaas stond er die dag geen patat op het menu; de aardappelen waren allemaal op en dus ik moest die avond thuis nog watertandend aan de gekookte rijst. Wel gezonder natuurlijk. Boodschapjes zoals brood en kaas haalde hij op zijn brommertje een paar Soi’s verderop, maar dat moest nog gebeuren dus de koelkast was leeg. Wel kregen wij een lekker koel glas water voorgezet wat een vast onderdeel is van de Thaise gastvrijheid, wat aangaf dat hij al behoorlijk was geïntegreerd in de plaatselijke maatschappij.
Ons bezoek en weerzien was van korte duur want we waren slechts op doorreis en ook door honger gedreven zetten wij spoedig die reis dan ook voort, Ronny achterlatend op zijn veldje met zijn mooie pandje en het diepe gat erachter dat ooit nog de visvijver moest gaan worden, of het zwembad zoals hij euforisch beweerde.
Weer verloren wij elkaar voor enkele jaren uit het oog en verwijderden wij ons niet alleen geografisch van elkaar. Helaas echt zo’n geval van uit het oog uit het hart, de reden dat zo’n spreekwoord überhaupt bestaat.
Het feest van de hereniging
Tot ik op een goede dag hoorde dat Ronny later dat jaar naar de housewarming van een gemeenschappelijke vriend in Udon zou komen was ik in alle staten en zo blij als een kind om mijn oude vriend weer eens te kunnen zien. Helaas ging dat niet helemaal van een leien dakje; omdat we niks met elkaar hadden afgestemd was ons bezoekje aan de grootst opgezette festiviteiten bijna ten einde toen Ronny eindelijk met zijn bruid kwam aankakken, de zoon hadden ze bij oma achter gelaten. Het weerzien werd een wat afgejakkerde haastklus, die helemaal geen recht deed aan alle gevoelens die ik geprojecteerd had op onze reünie. Ook het doosje uit Nederland meegebrachte sigaren kreeg nauwelijks de aandacht die het volgens mij verdiende. Mij was intussen wel opgevallen dat Ronny niet alleen mentaal wat afwezig overkwam, maar ook een fysieke metamorfose had ondergaan. Natuurlijk was hij nog steeds kort van stuk, maar zijn taaie, pezige en ogenschijnlijk onverwoestbare uiterlijk had plaats gemaakt voor dat van een pafferig oud manneke met een opgezwollen kop en een rood kleurtje alsof hij elk moment uiteen ploffen kon. Hij zal toen ergens midden zeventig geweest zijn, misschien een tikje ouder. Wat bleek dan ook bij navraag: Ronny had enkele weken ervoor in Pattaya een hartaanval gehad en zichzelf na enkele dagen al uit het ziekenhuis daar ontslagen om zo snel mogelijk weer in zijn eigen huisje te zijn om daar verder op te knappen. Onder protest van de artsen en na een schriftelijke verklaring dat hij er vrijwillig vandoor was gegaan. Ik weet niet of zijn nieuwe look het gevolg of de oorzaak van zijn hartkwaal was, maar van de oh zo fitte dakbeklimmer van ooit was niks meer te zien. In die toestand zou ik hem nog geen trapladder op gelaten hebben, laat staan het dak op.
Pijnlijke gedachtegangen en een dodelijk telefoontje
Op weg terug naar Bangkok zat ik wel te piekeren over zijn persoonlijke teloorgang en die van onze vriendschap waarvan ik vrijwel niets meer voelde in zijn houding naar mij toe. Drie dagen later op mijn hotelkamer kreeg mijn vrouw een telefoontje van die van Ronny dat hij dood was. Ik kon het werkelijk niet geloven en vroeg of ze dat wel goed had begrepen. Maar het was helaas waar, al had ik nog zoveel moeite om het te accepteren. Daar had de dood geen boodschap aan. Desgevraagd gaf zijn nu weduwe telefonisch aan hoe het gebeurd was. Na het uitoefenen van zijn favoriete bezigheid met haar tussen de lakens had hij zich plotseling heel erg moe gevoeld. Zij had hem aangeboden dat hij dan het beste even aan haar boezem kon uitrusten. En daar heeft hij vervolgens, wellicht als een gelukkig man zijn laatste adem uitgeblazen. Reanimatie van het later opgedoken ambulancepersoneel kon aan zijn overlijden helemaal niks meer veranderen. Dood bleef dood. Ik heb de korte rest van de vakantie verder in shock doorgebracht, mij wel realiserend dat zijn overlijden natuurlijk verstrekkende gevolgen zou hebben voor zijn vrouw en zoontje. Wij moesten weer gauw naar Nederland vliegen dus ik moest Thailand achterlaten met vele verwarrende gevoelens in mijn hoofd en hart.
Later hoorde ik dat zijn vrouw niet bij de pakken is neergaan zitten in Isaan, maar met zoonlief terug is gekeerd naar Nederland waar de goede vriend en zakenpartner van Ronny zich liefdevol om het stelletje heeft bekommerd, nu een nieuw gezinnetje vormend. Blijkbaar ging dit destijds heel goed en werd Ronny’s vrouw daarna pas echt gelukkig, nà het toch wat moeizame en vaak armoedige leven met de dierbare overledene. Ik kan me er iets bij voorstellen. Geen idee eigenlijk hoe het nu met ze gaat. Als goede vriend van Ronny was ik niet automatisch ook een goede vriend van haar. Hoe geweldig ik Ronny ook vond, misschien was hij in de ogen van anderen inderdaad maar een zuinig, zo niet gierig vies oud manneke, die zijn vele liefdeloze jaren wilde inlopen over de rug van zijn jonge Thaise verovering. Voor mij was hij echter hier in Nederland een loyale vriend geweest, die mij meer zag als een zoon, een goede zoon, een rol die ik graag voor hem over had. Een kleine man, die een bewogen en zelfs hard leven had geleefd, soms in de schijnwerpers, maar vaker in de coulissen en die helaas toch niet zoals gedacht de eeuwige jeugd en het eeuwige leven had. Als hij destijds niet zo plotseling overleden was zou inmiddels zijn tijd nu toch ook langzaam gekomen zijn, tenzij hij een aanhanger zou zijn geworden van de onlangs hier aangeprezen leer van professor Bruce Ames. Maar dat was niks voor Ronny, sport en gezond leven, nooit bezig mee geweest. Liever elke dag hard werken en daarna een wijntje en een sigaartje, wat hem uiteindelijk misschien ook is opgebroken. We zullen het nooit weten. RIP Ronny. Je was een goede vriend.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand6 oktober 2024Mijn goede zwager Kam
- Leven in Thailand3 oktober 2024Marco, hoe een schietgrage schavuit uiteindelijk een devoot monnik werd
- Leven in Thailand28 september 2024Ronny of ‘ook oude bomen kan men nog ompotten’
- Leven in Thailand25 september 2024Er was eens: Henk of hoe eindeloos gelukkig de Thaise vrouw je kan maken
Mooi geschreven weer Rick
Net als echte Nederlanders; klagen over de kou en de warmte in één zin, lang leve de inburgering.
Vooral deze zin In NL klaagde mijn vrouw over de kou, terug hier in Thai is het te heet..
Bedankt Jos,
En ja, klopt helemaal plus altijd de verkeerde kleren aan voor een wandeling. Te koud of te warm…..
Wederom een prachtig verhaal Rick, uit ervaring weet ik dat vriendschappen met landgenoten die ook een thaise partner hebben zelden standhouden, ik ga daar in de toekomst een mooi voorbeeld van geven.
Bedankt Geert!
Ja, dat is inderdaad een vreemd fenomeen. Ik ben er nog niet precies achter waaraan dat ligt. Maar het tegenovergestelde kan ook gebeuren: ik ontmoette in het prachtige zuid Frankrijk de man van de beste vriendin van mijn vrouw en we hadden meteen een klik, ook omdat ik behoorlijk Frans spreek. Maar terug in Thailand hield zijn vrouw de boot opeens af en nu zien we ze eigenlijk niet meer.
Ik kijk reikhalzend uit naar jouw anekdote.
Groetjes, Rick
Mijn vrouw heeft in Belgie omzeggens alle contacten met Thaise landgenoten opgegeven. Telkens die vrouwen elkander ontmoetten ondervond ik dat ze na die bijeenkomsten zelden goedgemutst was. Naar ik verneem is er onder Thai veel gepoch en veel afgunst…..ze houdt ondertussen meer van onze mentaliteit waar we mensen meer bekijken voor wie ze zijn en niet voor wat ze zijn of wat ze zich kunnen veroorloven. Mensen bekijken vanuit de hoogte wordt bij ons toch minder aanvaard. Ondertussen heeft ze nog 1 leuke vriendin om af te spreken en daar heeft ze genoeg aan. Deze vrouw woont al 30 jaar in Belgie en is allesbehalve welstellend en heeft een meer westerse manier van denken ontwikkeld.
Herkenbaar, Fred al is het mogelijk geen wet van Meden en Perzen.
Beste GeertP, er is door de tijd heen door velen, zowel sociologen als psychologen, geprobeerd de Thaise psyche te beschrijven. Ik geef het je te doen. Thailandbloglezers proberen ook weleens een tip van de sluier te lichten, daarbij vergetend hun westerse bril af te doen. Zo is eens gepoogd de Thaise vrouw de maat te nemen volgens de behoeftenleer van Maszlow. Een New Yorkse joods-Russische Amerikaan, nota bene. https://www.thailandblog.nl/relaties/thaise-vrouw-niet-anders-dan-westerse (november 2012).
De Thai geeft niet om zelfverwerkelijking. Ook niet om autonomie. Thai mensen geven veel meer om aanpassing aan de sociale omgeving. Oudere Thai willen zichzelf zelfs spiegelen aan een spiritistische kosmos. https://www.thailandblog.nl/?s=geest&x=0&y=0. In de reacties van lezers is die aanpassing vaak terug te vinden. De wijze waarop de Thaise samenleving is geordend veroorzaakt spanningen: mensen zijn ontzettend bezig met het presenteren van zichzelf. Dat gedwongen obsessief bezig zijn heeft een uitlaatklep nodig. En daar is de Thai niet op toegerust. De Thaise inborst is geënt op terugtrekking, vermijding en wantrouwen. Niet op coping. Als kind al leert de Thai emoties te onderdrukken. Maar ook om de Thai samenleving te nemen voor wat het is. En een zeer essentieel onderdeel daarvan is het je schikken in je rol en lot. Het lukt de Thaise vrouw het meest zich te ontrukken aan dat gegeven door zich te binden aan een farang. Wordt desondanks conformeren verlangd, is het einde en sluiten.
Merci Rick
Avec plaisir, Laika!
Groetjes, Rick
bedankt Rick,
Voor ‘t lekker soepel uit de pols geschreven verhaal.
M’n laatste zondag in ‘t Brabantse is daardoor heerlijk begonnen.
Straks nog ‘n biertje downtown bij de “TilburgTen Miles” voordat ik weer ‘n halfjaartje in Ubon resideer.
Graag gedaan Peer,
Net als de schrijver moet ook de lezer best wat moeite doen om de finish te bereiken, maar dan heb je ook wat. Een geweldig perspectief om straks het nu toch weer wat frisse en natte Brabant in te kunnen wisselen voor het altijd zonnige Ubon. Ik zit maar twee letters verderop volgende maand, maar kijk daar
ook al naar uit, al is het maar voor 4 weekjes gepland.
Geniet van je Tilburgse biertje en voor later: een goede reis!
Weer een schitterend verhaal, Rick!
Hoe kom je aan die mooie plaatjes?
Het is helemaal in de stijl van Marius van Dokkum (die ik ook geweldig vind).
Groet,
Frank
Bedankt Frank, altijd fijn om te horen.
De eer van de plaatjes komt toe aan onze redactie die altijd een paar passende en verrassende afbeeldingen weet toe te voegen. Over enkele dagen komt er weer een verhaaltje van me bij op de blog. Mis het niet! 😉
Groetjes, Rick