Isaanse brieven (2)

Door De Inquisiteur
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags: ,
14 maart 2018

Hey, Isaaner! Ik heb je brief gelezen. Ik moet je zeggen dat ik, toen ik bijna dertig jaar geleden voor het eerst in Thailand kwam, ik nog nooit van Isaan gehoord had. En het duurde nog eens bijna vijfentwintig jaar voor ik er kwam. Je moet ook weten dat ik uit een totaal andere wereld kom dan de jouwe. Helemaal anders opgevoed, andere waarden, andere normen. Maar ja, dat is mijn keuze, ik snap je wel.

Tsja, ook ik ben naar Isaan gekomen vanwege een vrouw. Bij ons gaat dat anders, je wordt verliefd en vervolgens ga je samen leven om voor elkaar te zorgen. Ik had natuurlijk al veel verhalen gehoord over Isaan en de mensen hier. Helemaal niet zulke goeie verhalen moet ik zeggen. Van andere farangs die beweerden er alles van te kennen. Mannen die er zelfs waren gaan wonen, maar ze keerden vrij snel terug. Ze vonden het hier primitief, verveelden zich, konden niet om met jullie cultuur. En kregen problemen met hun vrouw. Vaak zijn het net die mannen welke hun gal spuwen, ik besefte pas achteraf dat ik met slechte raad naar hier gekomen ben. Ik was gewapend met veel te veel wantrouwen.

Doch het is allemaal niet makkelijk hoor mijnheer Isaan. Zoals je in je brief schrijft, het eten hier. Kijk, wij doen dat al zo lang niet meer, onze voeding uit bossen en velden halen bedoel ik. Wij kopen dat op de markt of in de winkels. Vlees, kip, vis, … dat zien wij niet meer levend. Het aanzicht van bloed schrikt ons af. En wij eten lang niet zo pikant als jullie, daar kunnen wij over het algemeen niet goed tegen. En de grofheid van jullie keuken, het in stukken hakken van een kip of vis en vervolgens met alles erop en eraan in de pot gooien. Dat eten wij niet, wij willen geen beentjes of graten, wij halen die er vooraf uit. Insecten, leguanen, kikkers, … zijn helemaal niet aan ons besteed. Daar griezelen wij van. Dus ja, wij gaan op zoek naar wat wij graag lusten en koken het zelf. Of zoeken een restaurant, maar die zijn er hier in de streek nauwelijks, restaurants met westers eten.

En jullie huizen zien er vaak wel schattig en pittoresk uit maar zijn voor ons zeer oncomfortabel. Om te beginnen, wij zitten niet op de grond of gehurkt op een lage tafel. Wij willen stoelen en banken met een rugleuning. Wij koken niet graag buiten op de grond, wij doen dat graag in een binnenkeuken op een aanrecht. Geen last van regen of wind. Dicht bij de koelkast, met stromend water uit de kraan ter beschikking. En ja, wij willen toestellen. Zoals een microwave, maar dat gebruiken jullie toch ook graag denk ik zo, althans, hier in huis is dat toestel snel geadopteerd door het ganse gezin.

Kijk, wij wensen graag goede afsluitbare ramen en deuren. Met horren, jullie zien toch dat wij veel minder last hebben van insecten binnen in huis? Daarom ook dat wij niet graag buffels of varkens houden dicht bij huis. Te veel ongedierte, een te sterke geur. En zodoende kunnen wij onze woning makkelijker netjes houden. Minder rood stof binnen, minder ander vuil. Daarom ook poetsen wij met water en zeep, een propere badkamer is iets wat wij echt nodig hebben. Met warm water uit de kraan, je weet toch, ieder koud seizoen wordt er wat groen gelachen door jullie. Wij kunnen heerlijk douchen met warm water, jullie durven dan wel eens een dagje overslaan niet?

En ik merk toch ook dat de mensen hier een beetje naar comfort gaan verlangen. Stilaan zie ik verbeteringen aan de woningen. Want kijk, hoe vaak wordt er binnen niet iemand gebeten door zo’n duizendpoot of een slang die in huis geraakten? Of door een of ander griezelig insect terwijl je ligt te slapen? Hebben wij nauwelijks last van. Ik hoor jullie vrouwen zeggen dat ze het ook leuker zouden vinden wanneer het in de woning wat netter zou zijn. Want vuil, dat brengt ook ziektes met zich mee, dat weten jullie maar al te goed.

Tsja, Isaaner, lawaai. Kijk, dat hanen en honden hun instincten volgen kan ik makkelijk begrijpen. Dat die luidsprekers voor jullie belangrijk zijn kan ik ook nog in komen. Wie daar over zeurt is niet goed bij zijn hoofd. En dat er muziek gemaakt wordt bij feesten is ook normaal. Maar zo vaak, zo onverwacht zonder rekening te houden met slapende mensen? Dat vind ik toch maar niets hoor. Ben ik bijna verplicht om mee te doen want slapen kan ik toch niet. Zelfs m’n vriendin houdt er niet van. Want die moet ’s ochtends vroeg uit bed, jullie willen spulletjes uit haar winkeltje. Kan je het een beetje begrijpen Isaaner?

Wij farangs praten wel over ongemakken of problemen. We gaan ervan uit dat wanneer het probleem gekend is, men er wat kan aan doen of op zijn minste wat rekening mee kan houden. Jullie verzwijgen alles, dat vinden wij niet leuk. Dus zeggen wij het ook wanneer men houtskool brandt dat het stoort. Jullie zien, ruiken en proeven die rook toch ook? Gelukkig zijn er nu velen onder jullie die de ovens diep in het veld plaatsen, maar er zijn nog te veel mensen die zoiets vlak bij de huizen doen. En het afbranden van die rijstvelden dat nu begonnen is, net als ieder jaar. Dat is iets dat wij farangs niet meer kunnen bevatten. Maar ja, dan komen we op geld. Andere manieren zijn veel te duur voor jullie.

Tsja, die tambuns. Wij zijn bijna allemaal ons geloof kwijt gespeeld Isaaner. Mogelijk door het te goede leven, de impact van materialistisch leven. Onze hersenen kunnen dat niet meer begrijpen. Wij zien enkel het geld dat er in om omgaat, wij rekenen graag en veel. Kijk, ik ben er zeker van dat velen onder jullie moeten besparen op hun nu reeds zo krappe budget. Want ik zie soms maanden dat er drie tot vier omhalingen gedaan worden, ook uit omliggende dorpen. Dat is toch veel te veel vind ik.
Of over de rijstbouw. Je zou dat kunnen vergelijken met de gewassen die bij ons verbouwd worden. Graan bijvoorbeeld. Als je dan ziet hoe efficiënt het er aan toe gaat … . Jawel, dan komen we weer op geld natuurlijk.

Kijk, niet alle farangs zijn zeurders en klagers hoor. Als ik van jou was zou ik daar niet van wakker liggen. Meestal zijn dat mensen die ook in hun thuisland al te kritisch rondlopen, met niets akkoord kunnen gaan. Het weze zo.
Er zijn er veel die zich net als ik willen aanpassen. Integreren is het grote woord daarvoor. En we zijn niet blind hoor, we zullen altijd farang blijven. Ik ben al blij dat jullie me bij m’n voornaam noemen, dat laat toch zien dat integreren loont niet? Maar weer, Isaaner, het is niet makkelijk.

Wij farangs dragen onze opvoeding en gewoontes mee sinds onze geboorte tot op latere leeftijd. Zevenenveertig jaar voor mij alvorens ik in Thailand kwam wonen. En zo komt het dat ik al eens graag alleen een biertje drink. Dat vinden wij gewoon relaxerend: biertje, muziekje en de omgeving aanschouwen. Hooguit met m’n vriendin erbij, elkaar beetje plagen en knuffelen.
Ik vind het ook bevredigend dat ik alle noodzakelijke gereedschappen heb, je weet dat ik graag knutsel. En wil ik niet dat ik moet gaan zoeken wie mijn ladder heeft, dat ik ze moet gaan ophalen ergens. En je weet dat ik met plezier bouten of onderdeeltjes geef zolang het over een redelijke hoeveelheid gaat. Want laatst kwam Jaa vragen om wat staalnagels. Hij wou er honderd … . Kijk, dan doe ik het niet hoor.

En willen wij een huis bouwen op onze manier, onze technieken, onze kwaliteitseisen. Maar we maken maar al te graag gebruik van de lage lonen hier, daar zouden we meer rekening mee moeten houden, doch weinigen onder ons willen dat inzien.
Ook de arbeidsethiek, wij zijn gewend om veel uren te kloppen zonder lange onderbrekingen om te eten of zo. Wij komen op tijd en gaan meteen aan de slag. En wij maken de job af, gaan niet elders even wat afwerken. Westerlingen weet je wel, wij leven gehaast.

Mijnheer Isaan, ik woon hier nu iets langer dan vier jaar. Drie jaar daarvan heeft het me gekost om me goed te voelen. Echt hoor, er was niet alleen leren samenleven met een Isaanse vrouw en kind, ik kreeg ook te maken met familiezaken. En dat kost nog meer moeite wegens het taalprobleem, iets dat ik eigenlijk enkel aan mezelf te verwijten heb, ik moet maar meer mijn best doen om jullie taal te leren, ik weet het.

Daar bovenop moest ik jullie, mijn mededorpelingen, leren kennen. Want ik kon in het begin geen onderscheid maken tussen de meer werkzame mensen en de <kie maauws>. Vrij snel dacht ik dat jullie allemaal verslaafd waren aan de lao kao. Terwijl ik nu weet dat het slechts een tiental dorpelingen zijn, aangevuld met een zelfde aantal jonge mannen die hun weg nog moeten vinden, die dagelijks dat goedje nodig hebben. Alle anderen zijn vlijtige mensen die proberen hun kost te verdienen in een streek waar dat nauwelijks mogelijk is zonder elders ten lande te gaan werken.
Ik verbaas me nog steeds dagelijks aan jullie verdraagzaamheid, jullie vrolijkheid.

Schrijf me maar snel een brief terug Isaaner! Er is zoveel meer om over te praten.

13 reacties op “Isaanse brieven (2)”

  1. Cees zegt op

    Wederom een prachtige brief !
    Ik geniet er van, allemaal heel herkenbaar.

  2. jochen zegt op

    Beste Inquisiteur,
    Al je verhalen gelezen maar dit is echt he beste hetgeen je hebt geschreven.
    Bedankt en ik ben het natuurlijk met je eens. Na 25 jaar in Thailand en 4 jar in in de Isan moet je ook eens de andere kant laten zien.!!!!
    geweldig
    gr.uit Udon Thani

  3. piet zegt op

    Een eerlijk verhaal , die aangeeft dat het wonen in de Isaan , voor een falang best mogelijk is.
    Het koste u ongeveer vier jaar , en de nodige aanpassingen op het gebied van woongenot.

    Dat vele falang,s eerder dan drie jaar vertrekken , zal u niet verbazen.

    Kan ook met de leeftijd de maken hebben, als je de 60 jaar gepasseerd bent.
    Ga je niet een uitdaging aan, om je pas na drie jaar op je gemak te voelen.

    U heeft uw plek gevonden , ze noemen u al met uw voornaam.
    Een hele eer als de vorige reacties van de lezers mag geloven.

    Mijn zegen heb je , voor wat het waard is , geniet van elke dag of nu in de isaan is of elders.
    Gr Piet

  4. Handsome zegt op

    Briljant stuk ! Helemaal raak !

  5. John Chiang rai zegt op

    Beste Inquisiteur, Ik begrijp dat je op deze overigens mooie schrijfwijze,probeert begrip te vragen voor die dingen waar veel farangs op den duur moeite mee zouden hebben.
    Ik begrijp ook dat men als farang niet het recht heeft,over traditie’s en gewoonten,veranderingen te verlangen,die reeds jaren golden. Het zou meer als absurd zijn, als ik als farang hun ging voorschrijven hoe ze te leven, te feesten, en te koken hebben.
    Ook begrijp ik dat de hond blaft,de haan kraait,en de toekeh mijn af en toe uit de slaap houdt als ik liever slapen wil.
    Zelfs de oorzaken die vaak te maken hebben met de extreem slechte verdienst,en de daaruit volgende armoede kan ik goed begrijpen.
    Mijn Thaise vrouw is meestal diegene,die mij temperen moet,als het gaat om de betaling van handwerkers, en andere dienstdoenden,omdat ik geen goed gevoel bij hun vaak karige loontje.
    Zelfs heb ik nog begrip voor sommige mensen die vanwegen hun kansloze leventje aan de drank raken, hoewel ook dit geen oplossing brengt,en het in mijn omgeving eigenlijk veelste veel zijn.
    Ik ben ook niet te beroerd om deze mensen af en toe een ronde te spenderen,hoewel als het een abnormaal gezuip wordt,ik liever de biezen pak.
    Zover ik dit zelf beoordelen kan,ben ik een graag geziene gast in onze dorpse samenleving,hoewel ik zonder iemand persoonlijk te beledigen,ook mijn mening niet onder stoelen of banken steek.
    Alles vindt ik niet goed,hoewel ik ook kan uitleggen waar dit alles mee te maken heeft,en daarom verblijf ik vanwegen mijn vrouw alleen de wintertijd in Thailand.
    Een wintertijd die ik hier doorgaans geniet,maar mij steeds opnieuw weer de grenzen wijst,van wat ik genieten wil,of niet.
    Een permanent verhuizen naar bijv.een streek als de Isaan,kwam zowel voor mij, als ook mijn thaivrouw niet op de verlanglijst.
    Niet dat ik mensen niet respecteer die hier anders over denken,maar gewoon om het feit dat ik andere voorstellingen van mijn leven heb.
    Zelfs hier in het dorp,wat met zekerheid nog geen Isaan is,stoot ik, hoewel ik een Thaise discussie tamelijk goed volgen kan,snel aan mijn grenzen.
    Grenzen die hoofdzakelijk veroorzaakt worden door,in mijn ogen, simpele Thaise thema’s en totaal andere Interessen, die zich bij drankgebruik,geschreeuw,en overdreven gelach nog meer verschlechteren.
    Niet dat ik een zuurpruim ben,ik hou op zijn tijd graag van plezier maken,en een lekker biertje,maar heb zonder dat ik zeuren wil,andere grenzen waar het genoeg is.
    Daarom hoewel de meeste Thais erg aardig zijn,en ik niet verwachten kan dat iedereen precies zo leeft zo ik dit uit mijn cultuur gewend ben,deel ik Thailand graag met mijn thuisland.en zou nooit zo verliefd kunnen worden,om hier verandering in te brengen.
    Maar lees graag jou verhalen,en heb hoewel jij in de Isaan gelukkiger bent,als ik zou zijn,en ik af en toe graag een beetje provoceer in mijn reactie’s,toch het gevoel dat we ook iets gemeenschappelijks hebben.

  6. Jacques zegt op

    Ik durf te stellen dat de Inquisiteur wel een intrigerende persoonlijkheid is. Hij geeft zijn mening, welke is gebaseerd op zijn ervaring en dat werkt over het algemeen toch het beste. Hij kan zijn mening goed onderbouwen en neemt stelling en is deskundig. De spiegel voorhouden is een techniek om anderen eens aan te zetten tot nadenken alvorens te handelen. Ik kan hier zeker van leren. Maar een mening is toch maar een mening. We verschillen allemaal van mening en de een wat meer dan de ander. Soms zijn mensen geneigd om hun mening bij te stellen en daar is het de Inquisiteur mogelijk om te doen. Iedere winst is er een. Mijn ex schoonouders stelden mij wel eens de vraag waarom ik op gezette tijden mijn mening gaf over iets waar niet om gevraagd werd. Dit waren zij niet gewoon in hun Indonesische cultuur. Soms is het beter om je mond te houden zeker als je niet goed bent geïnformeerd op een bepaald onderwerp.
    Ik probeer, net als de Inquisiteur, met mijn stellingen over de armoede en de daaraan verbonden grote hoeveelheid prostituees die we in Thailand gewaar zijn, ook een bepaalde groep mensen tot anders denken aan te zetten. Maar de mens is toch over het algemeen volhardend in zijn gelijk. De westerling, die luxe is gewend en daar geen afstand van wil doen, zal niet gauw aarden in een uithoek van de wereld, tenzij hij of zij zich deze luxe daar ook eigen kan maken en nog wat andere invullingen kan geven aan zijn of haar bestaan. Ook zijn karakter eigenschappen (DNA) en waarden en normen bepalend voor het wel of niet kunnen ondergaan van een denkverandering en aanpassing in het dagelijkse doen en laten. De Thailand bezoeker die komt voor de prostituees heeft een compleet eigen kijk op deze groep en zal het gerief altijd laten prevaleren. De smoesjes die menig persoon zichzelf aanpraat zullen niet werken op een persoon als mijzelf. Ook ik ben gevormd in het leven en weet meer dan de gemiddelde mens op dit gebied door mijn oude beroep en mijn bereisde leven.
    Maar nogmaals chapeau Inquisiteur en heb het goed op het platteland en ik verdoe mijn tijd wel nabij mijn geliefde zee en denk er het mijne van.

  7. henry zegt op

    het is niet aan elke farang gegeven om op het Thaise platteland te gaan wonen, al of niet in Isaan. Dat voor uzelf durven in te zien is het begin van alle wijsheid.

    Ik heb 25 jaar geleden, na 2X3 maanden in een dorp in Centraal Thailand verbleven te hebben, tot de conclusie gekomen dat dit niet de plek of levenswijze was waarop ik oud wilde worden. Heb mijn nu overleden echtgenote kunnen overtuigen om het door ons gebouwde huis te verkopen. Wat ons eerste gelukt is na 10 jaar en onder de kostprijs.

    Waar ik nu woon, geniet ik als 70er van alle mogelijk 21e eeuws comfort dat Thailand te bieden heeft. En dat is heus wel wat. Meer woon en leefcomfort Comfort dan ik ooit in mijn afkomstland ()Vlaanderen zou kunnen hebben. En dat aan een zeer betaalbare prijs. En dat in een 99% Thaise buurt.
    Ik kijk echt niet neer op Isaan of zijn bewoners en hun cultuur, maar ze zijn echt niet aan mij besteed.Ben dan ook zeer bewust niet met een dame uit Isaan gehuwd. Zodat ook aan sponsoring of Sinsod voor mij ongekende fenomenen zijn.

    • De Inquisiteur zegt op

      Ik weet nog niet waar ik op m’n zeventigste zal zijn.
      Mogelijk hier, in Isaan, maar net zo goed mogelijk elders. Ik sta open voor alle gebeurtenissen doch zolang ik hier ben maak ik er het beste van.
      Bevalt me voorlopig goed, met af en toe eens een uitstap naar meer westers gerichte bad- of andere plaatsen.

      • John Chiang rai zegt op

        Juist op die leeftijd die jij hier aanspreekt,kan het bij mogelijk gezondheids problemen op het land, en überhaupt in Thailand onaangenaam worden.
        Hoewel dit een thema is waar we wel aan denken moeten,maar graag van ons afschuiven,kan de dag komen dat we plotseling een ziekenhuis,of een arts nodig hebben.
        Het staats ziekenhuis op het land,waar ik voor korte tijd door ziekte van mijn schoonmoeder ervaring mee opgedaan heb,was voor mij het rode doek,om er zoveel mogelijk voor te zorgen,dat ik hier niet mijn einde vind.
        Er zijn verderop bijv in de grotere steden zeker betere ziekenhuizen,alleen wordt je daar in een urgentie geval meestal niet meteen naar toegebracht.
        Mijn schoonmoeder kwam met hevige pijn in het staats ziekenhuis bij ons in het dorp,en kreeg te horen dat ze het in ieder geval tot maandag moest uithouden,omdat in het weekend nooit een arts aanwezig was.
        Mocht je als farang in een ziekenhuis komen,ben je hoofdzakelijk net zoals de meeste artsen in Thailand aangewezen, om in een vreemde taal duidelijk te maken wat jou mankeert.
        De meeste farangs spreken erg weinig Thais of helemaal niet,en veel artsen geen Engels,zo moeten ze hun verhaaltje in hun Engels eerst de echtgenoot mededelen,en vol er op vertrouwen dat zij dit de arts precies zo mededeeld in het Thais.
        Ik geef toe het is een beetje een duivel op de muur schilderen,maar deze duivel kan op de van jou genoemde leeftijd en vroeger, erg snel tot realiteit worden.
        Zeker als het om een ernstige ziekte gaat,is het vertrouwen tussen arts en patiënt,zo ik dat van meerdere expats reeds gehoord heb,een enorme deugd.
        En deze deugd van vertrouwen is slecht te realiseren,als iedereen vaak in gebroken Engels en niet in de moedertaal converseren moet.
        Blijf gelukkig in jou Isaan,en mocht een ziekte onvermijdbaar zijn,dan het liefste een verkoudheid die de natuur meestal vanzelf genezen kan.
        Ik hoop nog erg lang iets van je te lezen,en wens je het allerbeste.
        Gr. John Chiangrai.

        • De Inquisiteur zegt op

          Tsja, gezondheid speelt ook een rol natuurlijk.
          Maar ik ga niet leven in functie daarvan – uiteraard ook niet al te zwaar uitdagen.

          Ben hier al eens in ziekenhuizen gesukkeld. 36 dagen lang.
          Van Sakon Nakhon (staats) naar Udon Thani (prive), en ten slotte naar Bangkok (prive).
          Toen ik dan uiteindelijk tot goed resultaat behandeld was en genezen verklaard werd sloot mijn (prive) verzekering me uit voor alle verdere calamiteiten van de nieren … .

          En nam ik me voor om te genieten van het leven.
          Mogelijk toch opgenomen via Thailand:
          ik leef vandaag. Niet gisteren, niet morgen.

        • Henry zegt op

          Bij de 3 privéziekenhuizen die ik in mijn buurt (Nonthaburi)al bezocht heb, sprak de dokter Engels, waren de etiketten(benaming, gebruiksaanwijzing enz.) op de zakjes medicijnen in het engels. Ook de rekening was in het Engels, Trouwens de software op de PC van artsen is ook in het Engels

          • John Chiang rai zegt op

            Beste Henry,Je hebt gelijk er zijn in veel prive ziekenhuizen ook doktoren die Engels spreken. Alleen is deze taal zowel voor de behandelende dokter,als ook voor de patiënt vaak niet de moedertaal,en dit blijft in vergelijk tot 2 partijen die in hun eigen moedertaal spreken altijd een opstakel.
            Ik ben zelf Engelsman,en heb ook als moedertaal Engels, en als ik dan met een arts praat die zegt dat hij eveneens Engels spreekt,dan merk je eerst hoe gebrekkig dit vaak verloopt.
            Verder heb ik op het land zowel met huisartsen als ook in het ziekenhuis met doktoren te doen gehad,die geen woord Engels spreken.
            Dat dan later de rekening wel in het Engels komt is erg mooi,maar op zich een schrale troost.

            • John Chiang rai zegt op

              Aanvullend In aanwezigheid van een Thaise echtgenoot,zal zelfs een Thaise arts die zegt dat hij Engels spreekt,het grootste deel van de discussie automatisch met deze Thaise echtgenoot afwikkelen.
              Niet dat hij voor de patiënt geheimen heeft,maar gewoon om het feit,dat spreken in de eigen moedertaal boven alles gaat.
              Als je dan toevallig zoals de meeste expats,geen of weinig Thais verstaat,dan krijg je het gevoel van een kind,die niet weet wat mama en de dokter voorhebben.
              Ik ken genoeg expats die aan het handje van de Thaise echtgenoot de dokter bezoeken, waarbij uitsluitend zij het woord doet.
              Later wordt het besprokene dan in een soort Tenglisch vertaald,waarop je dan maar vertrouwen moet dat alles met jou lichaam en gezondheid goed komt.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website