Mijn vrouw had wel weer een keertje een oliemassage van twee uur nodig en wie ben ik dan om dat tegen te spreken. Onze vakantie neigt ook langzaam naar het einde en eenmaal thuis komt dan meestal weer het berouw dat we maar twee keer gemasseerd zijn in de afgelopen vijf weken.

In Nederland is het vervolgens te duur om de schade in te halen; daar betaal je bijna in euro’s wat het in Thailand kost in dure bahtjes. Dit prijsvergelijk is niet geheel reëel maar bekt wel lekker.

Zelf houd ik het per vakantie op één of twee keer voetmassage; dat gepriegel met of zonder olie aan mijn body trekt mij minder, zeker nu ik in een wat corpulente levensfase verkeer. Het heen en weer gerol laat ik dan ook met alle plezier liever over aan athleten en aan de walrussen op het strand, al dan niet in het muil en/of de klauwen van een uitgehongerde ijsbeer.

Dus dan pik ik lekker even een filmpje mee, boven in Central. Een horrorfilmpje. Daar houd ik wel van: spoken, geesten, psychopaten, massamoordenaars met een goed gevoel voor onmenselijke gruwelen. En bloed. Veel bloed. Liefst organisch van dierlijke donoren. Als kenner prik ik zo door dat neppe filmbloed heen, zeker het goedkope goedje dat de Thaise filmindustrie met de hectoliters vergiet in zijn cinematografie.

Mijn keuze voor die middag leek gevallen te zijn op een filmisch kunstwerk dat alle verlangde kwaliteiten bezat. Geen goed verhaal of professionele acteurs maar wel veel lijken, hun toegetakelde lijven en hun angstaanjagende geesten.

Begrijpelijkerwijs was de zaal helemaal leeg. Behalve ik en een uit de kluiten gewassen jonge vrouw van autochtone komaf, die uitgerekend met haar lijvige postuur plaats nam naast het mijne. Stoeltje 15 en 16, mooi in het midden. Onze mollige schouders en armen versmolten door een zoutige laag van opborrelend lichaamszweet met hoge zuurtegraad. Was de vochtige emulsie uit mijn poriën afkomstig of uit die van haar? Ze was al zwoegend en puffend naast mij in haar zetel gestort, alsof ze daar haar laatste rustplaats had gevonden als een doodgereden olifant op het olifanten kerkhof. (Daar moet toch eens wat tegen gedaan worden. Je reinste dierenmishandeling.) Wellicht stootten onze lichamen simultaan en rijkelijk overdadig hun vloeistoffen uit richting de ander.

Onze film schoot meteen stevig uit de startblokken. We zaten nog niet goed en wel na het verplichte en welverdiende eerbetoon aan de vorst of de bodycount was al ruim de tien gepasseerd. Creatief werd er afgemaakt: mannen, vrouwen, kinderen, bejaarden, een kleine hond en zelfs een blinde vrouw die per abuis in een mes liep met haar oog, dat weliswaar nog in zijn holte zat, echter zonder functie. Ik was in extase: precies wat ik wilde en waarvoor ik mijn dierbare 120 bahtjes had neergeteld. Ik kon mijn enthousiasme dan ook nauwelijks verhullen en soms ontsnapte er een kreetje van verrukking aan mijn lippen.

Mijn buurvrouw vertelde echter een heel ander verhaal. Die zat te kreunen en te zuchten dat het een lieve lust was. Ik hoorde binnensmondse, Isaanse verwensingen, gevloek waarbij zelfs boeddha niet gespaard werd en haar lichaamssappen stroomden nog feller dan voorheen. Liefst was ik ergens anders gaan zitten, maar door onze stoelnummers waren we tot elkaars nabijheid veroordeeld. Best onaangenaam.

De film vorderde en meer bloed vloeide. Haar gekerm en geklaag nu constant en steeds luider.

Het was zoals gezegd nogal een potig ding, dus ik twijfelde of ik haar op haar gedrag moest attenderen. Maar ik wilde echt genieten van mijn film, dus ik trok de stoute schoenen uiteindelijk aan en in mijn beste Tenglish zei ik hoogst beleefd: Heeft u een probleem, mevrouw?

Het was alsof ze op mijn vraag gewacht had en de woorden storten massaal in al even piekfijn Tenglish uit haar weldoorvoede mond als ware zij een waterbuffelkoe wier water uiteindelijk breekt na een jaar drachtigheid om een drietal siamese kalveren de wereld in te torpederen.

‘Breek me de bek niet open’, riep ze bijna door de zaal heen. Haar speeksel vloog zich te pletter tegen mijn contactlenzen. ‘Hoe kun je zo openlijk genieten van deze rotzooi? Het is toch te goor voor woorden? Zo smerig en totaal onrealistisch! Dat kun je een mens toch niet aandoen. Zit ik hier wat mijn tijd te verdoen, met die smeerlapperij en meneer hier vindt het allemaal geweldig. Het brengt mensen alleen maar op verkeerde ideeën. Straks loopt heel Udon Thani rond met messen en wurgdraden om elkaar af te maken!’

Ik was met stomheid geslagen, verlegen om een antwoord, dat ik dan ook verschuldigd bleef.

Haar scheldpartij switchte om naar Isaan en ik kreeg er niks meer van mee behalve het volume en de spetters. Ik gebaarde heel mild met mijn vrije hand: rustig aan meisje. Misschien had ze gewoon een zenuwinzinking en dan is kalmte het eerste gebod. Helaas was ze dat stadium al voorbij en ik had de neiging haar eens flink aan de schouders door elkaar te schudden, maar ik wilde van haar probleem niet het mijne maken. Thailand kan tamelijk onvergeeflijk zijn en voor je het weet zit je met 50 anderen in een kleine cel opgesloten bij 40° in de schaduw op water en rijst weg te rotten voor 25 jaar. Poepemmer in het midden en één jute touw om je ‘kon’ mee te raggen. Nee, dank je.

Dus in plaats van ‘handtastelijk’ te worden vroeg ik kalm: ‘Is het de film?’ Het antwoord was als een stiletto tussen mijn ribben: ‘Ja natuurlijk is het die gore rotzooi!’ ‘Okay’ zei ik heel bedeesd. ‘Waarom hebt u dan een kaartje gekocht? Had u de filmposter of het voorstukje niet gezien?’ Toen waren de rapen gaar. Wie ik wel niet was om zoiets onnozels te zeggen tegen haar. Het was toch haar recht om een kaartje te kopen. En mocht ze alsjeblieft haar oordeel erover geven? Het recht van meningsuiting stond toch in artikel drie van het Thaise burgerlijk wetboek, met buffelletters voor iedereen te lezen! We leven hier wel in een democratie! Dat laatste wilde ik enigszins nuanceren, maar besloot om daarvoor eens ooit een beter moment af te wachten.

Intussen was de obligate bioscoopjongen met het zaklampje in de discussie aangeschoven en ook die leek in shock om mijn zo logisch bedoelde opmerking dat haar leed eenvoudig te vermijden was geweest door bijvoorbeeld een andere film uit te kiezen.

Hij trommelde zijn supervisor op en plots was ik omringd door de vijand, die ik kennelijk het recht van vrije meningsuiting had ontnomen en daarmee diep beschadigd.

Enkele minuten later voegde de anders zo vriendelijke security mini-man zich bij ons gezelschap en terwijl mij het recht op afwezigheid werd ontnomen door mij in een waterdicht cordon te omringen hoorde ik in de verte al sirenes van diverse hulpdiensten: politie voorop, gevolgd door ambulance en brandweer voor het geval dat deze agressieve farang schermutselingen wilde veroorzaken.

Het had nog geen tien minuten geduurd sinds mijn vermetele opmerking, maar intussen was de eerst nog zo lege bioscoopzaal voor de helft gevuld met ordetroepen en meeschreeuwend kijkersvolk op zoek naar sensatie. Radio en TV waren ook van de partij en zowel ik als mijn slachtoffers kregen opdringerige microfoons onder de neus en bijna in de keel gedrukt. Ik stikte bijna van de angst, de ellende, het zuurstofgebrek. Ik dreigde mijzelf en omstanders te bevuilen met lichaamsmateriaal uit elke beschikbare opening.

Lucht, lucht! Laat mij tenminste even ademen, mensen. Dat is toch ook een recht? Ik ben maar een arme oude man. Ik doe geen vlieg kwaad. Maar ze bleven hard en onverzettelijk. Vanavond zou mijn aangeslagen kop alle journaals beheersen. Het merk tandpasta van mijn schoonmoeder, de kleuren van mijn ondergoed, mijn familie hier en in Nederland. Alles en iedereen te grabbel voor het Thaise volk. Mijn dikke buurvrouw lachte mij demonisch toe. Ze rook geld en ze rook bloed. Dit was geen Yimsiam, dit was het boeddhistische inferno.

Er werd ruw aan me geduwd en er werd aan me getrokken.

‘Hey! Mister farang! Wake up! Movie finish’.

Ik haalde diep adem, knipperde even tegen het TL-licht en was weer direkt bij mijn positieven. Overdadig tafelen, apneu en saaie films vormen best een gevaarlijke, soms zelfs licht dodelijke combinatie.

Zou de massage van mijn liefje al afgelopen zijn?

Over deze blogger

khun Rick
khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.

3 reacties op “Breaking news: Farang in de problemen door zijn grote mond”

  1. Sjaak S zegt op

    Man, oh man, Rick, je liet me toch even schrikken!

    Dacht ik al: waarom ga je niet gewoon ergens anders zitten? Dan hoefde je niet naast dat dikke mens te zitten. De zaal was toch vrijwel leeg???

    Maar het was een droom die in een nachtmerrie veranderde… Ja, zo precies kan het zich in een nachtmerrie toespitsen.

    Gelukkig werd je nog op tijd wakker. Geweldig verhaal… ik kreeg het er echt even benauwd van!

  2. william-Korat zegt op

    Geinig stukje Mister Rick.
    Humorvol, juiste aantal aanslagen op het toetsenbord of je APM dan ook weer correct is, is een ander verhaal. Ik bemerk toch wel een klein beetje ‘schaamte’ over je BMI-gehalte, gevoelig puntje zo hier en daar, ben wel eens voor mager scharminkel uitgemaakt terwijl ik toch echt een geweldige 24,97 uit heb staan.
    Hoewel de buikspieren het op beginnen te geven.
    Ging graag naar de oliemassage met het liefst die slaaproes die jij had in de bioscoop, je mist wat, man.

  3. Rudy zegt op

    Het zou zomaar eens echt kunnen geweest zijn. Zo een dingen kunnen niet alleen in dromen escaleren. Zo ben ik een 20tal jaren geleden ei zo na eens aan de grens van Thailand-Myanmar in een berm met een pistool geëxecuteerd door een dronken Thai omdat hij als chauffeur net voordien een akkefietje had gehad met mijn chauffeur over een voorrangskwestie en een door die laatstgenoemde uit het autovenster geworpen bananenschil. Een loosing face kwestie. Een voorbijrijdende patrouillerende gemotoriseerde soldaat sloeg alarm, het leger zette nadien zwaar gewapend de achtervolging in met mij gedwongen in dekking op het laadvlak van een legertruck. Met zicht op hun boots en mitrailleurs. De daders werden gevat. Ik moest ze in een verderop legerpost ter compensatie slaan met een stok als vergelding. Ik weigerde dat en moest akkoord gaan met hun (gedwongen) op knieën zittende vraag om vergiffenis. Uiteindelijk mocht iedereen (gelukkig apart) beschikken. Amazing. Het komt nog wel eens terug in mijn minder aangename dromen. Freud hoef ik er deze keer niet op na te slaan. Fantastisch goed geschreven verhaal trouwens.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website