Geesten kwellen goudhaantjes in Phattalung

Angst voor geesten blijkt in Phattalung een sterkere stimulans om opgegraven goud aan de Fine Arts Department te overhandigen dan gevangenisstraf.

Dorpelingen hebben er vorige maand gouden munten, ornamenten en gegraveerde gouden bladen uit de grond gehaald – naar verluidt ter waarde van 18 miljoen baht. De dienst biedt een derde van de goudwaarde.

De goudkoorts stak de kop op toen de nieuwe eigenaar van een stukje grond tijdens het ploegen van het land net onder de oppervlakte op de gouden voorwerpen stuitte. Het nieuws verspreidde zich snel en honderden bewoners, uitgerust met geïmproviseerde mijnwerkersuitrusting, dachten gemakkelijk fortuin te kunnen maken.

Maar het Fine Arts Department gooide roet in het eten. Het goud wordt volgens de wet beschouwd als nationale schat en is eigendom van de staat. Het terrein werd afgezet en soldaten en archeologen gingen op zoek naar andere voorwerpen, zoals potten en kralen, die zouden kunnen helpen het goud te dateren, want koolstofdatering is niet bruikbaar bij goud. Waarschijnlijk zal dat nooit lukken, want bewoners kunnen dat bewijsmateriaal tijdens hun graafwerkzaamheden hebben weggegooid.

Het FAD heeft een beroep op de bewoners gedaan het goud terug te geven en krijgt daarbij hulp van geruchten over geesten, die de geluksvogels achtervolgen. De dorpelingen die inmiddels hun vondst hebben overgedragen, zeggen dat een geest was verschenen die hen had gezegd het goud af te staan.

Die visioenen zijn volgens Pipad Krajaekun, lector geschiedenis aan de Thammasat universiteit, het gevolg van schuldgevoel. ‘Thaise mensen zijn voor twee dingen bang: de wet en geesten. Wanneer ze de wet overtreden, betalen ze de boete of gaan naar de gevangenis. Maar geesten kunnen hen eindeloos kwellen. Door de wetshandhaving worden ze niet afgeschrikt, maar geesten kunnen dat wel doen.’

(Bron: Bangkok Post, 8 juni 2014)