De boog kan niet altijd ontspannen zijn (deel 5)

Door John Wittenberg
Geplaatst in Leven in Thailand, Reisverhalen
Tags: ,
19 augustus 2019

John Wittenberg geeft een aantal persoonlijke bespiegelingen van zijn reis door Thailand die eerder verschenen zijn in de verhalenbundel ‘De boog kan niet altijd ontspannen zijn’ (2007). Wat voor John begon als een vlucht, weg van pijn en verdriet is gegroeid tot een zoektocht naar zingeving. Het Boeddhisme bleek hierbij een begaanbare weg te zijn. Op Thailandblog verschijnen vanaf nu met enige regelmaat zijn verhalen.

Phnom Penh

Omringd door honderden scooters, enkele auto’s en een verdwaasde voetganger, ben ik nu na een uurtje vliegen in Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja en rijd ik naar mijn hotel: “The Royal Highness”, haar naam erg veel geweld aandoend. Ik betaal dan ook maar dertien dollar. Het hotel ligt mooi in het centrum.

De scooters en brommers rijden allemaal zonder uitzondering niet harder dan dertig km/uur. Wat een discipline! Hoe kan dat nou toch, ze kunnen allemaal harder, maar er wordt goed geluisterd naar de leraren en ouders hier. Op straat hier betrekkelijk veel armoede, al gaan ze echt niet dood van de honger. Thailand is toch wel veel welvarender.

Veel kinderen die bedelen, betrekkelijk veel landmijn-slachtoffers en weinig glimlachende mensen op straat. Vlak om de hoek een geweldig restaurant. Vrolijk bedienende mensen (werkelijk een uitzondering hier), gerund door een stichting: ‘Mith Samlanh’ (=little friends). Kijk eens naar hun website: www.streetfriends.org. Een uitstekende Franse keuken.

Ze leren hier een vak aan straatkinderen, ex-drugsverslaafden, (kinder)prostitueeslachtoffers, HIV-patiënten en wezen. Met de meest ontwapenende glimlach die je je maar kunt voorstellen vragen ze je of het bord opgeruimd mag worden en halen hulp van een mentor erbij wanneer ze er even niet uitkomen. Met een welhaast kinderlijke eenvoud (al zijn ze allemaal tussen de achttien en vijfentwintig jaar) zijn ze hier serieus bezig om een waardig plaatsje in de maatschappij te krijgen.

Het restaurant wordt ondersteund door Unicef en vele ambassades (zelfs de Nederlandse). Voor een cocktailparty in de ambassade minder per maand help je honderden kinderen. Het zijn allemaal jonge mensen met een zwaar getekend verleden, meestal gewoon door pech aan de verkeerde kant van de maatschappij gekomen.

Ik drink verrukkelijk een beetje teveel drank hier. Door de gin en tonic raak ik in een Zangeres-Zonder-Naamstemming. Toch niet helemaal de bedoeling van deze reis. Maar geëmotioneerd strompel ik naar mijn hotel en ben zo intens dankbaar voor het geluk in mijn leven.

Cambodja heeft een uiterst gewelddadig recent verleden. De Franse invloed (vanaf 1863) is duidelijk zichtbaar in de gevels, de keuken (stokbrood is overal verkrijgbaar) en de brede boulevards. Alles erg verwaarloosd. De Fransen benoemden in 1941 Sihanoek tot koning. Na de Japanse bezetting steunde Sihanoek de onafhankelijkheid van het verzwakte Frankrijk. Hij trad af als koning, benoemde zijn vader en vormde een politieke partij en won in 1955 alle zetels in het parlement. De machtshonger door dit grote electorale succes leidde tot een totale dictatuur met moorddadige onderdrukking van de oppositie (met name de Khmer Rouge). In 1960 stierf zijn vader en hij benoemde zichzelf gemakshalve tot Chief of State.

Onderwijl steunde hij heimelijk Noord-Vietnam met guerrilla’s om Zuid-Vietnam aan te vallen en verspeelde daarmee de kans neutraal te blijven. Toen de Amerikanen hiervan lucht kregen bombardeerden ze Cambodja en dat leidde weer tot populariteit van de Khmer Rouge. In 1970 liet Sihanoek een verzwakte regering achter en zocht met de staart tussen de benen een veilig heenkomen in Parijs.

Intussen was Cambodja een waar oorlogstoneel geworden en in 1975 marcheerde de Rode Khmer onder leiding van Pol Pot onder gejuich van de bevolking Phnom Penh binnen. Het lachen was hen nog niet vergaan of er ontstond een ware terreur. Pol Pot wilde een agrarische staat en binnen een paar weken waren de miljoen inwoners van de stad verdreven. Iedereen die een bril droeg of een tweede taal sprak, werd ter plekke geëxecuteerd.

In de vier jaar van Pol Pots regime werd ongeveer een zevende van de bevolking uitgemoord. In 1978 maakte Vietnam een eind aan deze situatie,maar vanuit Thailand probeerden de Amerikanen en de Engelsen Pol Pot een handje te helpen met geld en wapens. Immers, liever een massamoordenaar dan een communistische Vietnamese expansie (de Vietnamezen zijn ook geen lieverdjes overigens).

In ieder geval erkende de wereld Pol Pot als de rechtmatige heerser en gunde hem de officiële zetel in de Verenigde Naties voor Cambodja. In 1985 kwam Gorbatsjov aan de macht (deze man verdient toch echt een beter plaatsje in de geschiedenis) en de Russische steun aan Vietnam kwam ten einde. Vietnam trok zich terug uit Cambodja.

Er werden verkiezingen uitgeschreven en na uiterst gewelddadige en corrupte verkiezingen kwam er een wankele coalitie tot stand. Sihanoek werd uit de mottenballen gehaald en opnieuw gekroond. Pol Pot wilde niet meedoen met de verkiezingen. De Khmer Rouge raakte verdeeld en hun rol was uitgespeeld (toch ongelooflijk dat zo’n massamoordenaar gewoon mocht meedoen met de verkiezingen). Pol Pot stierf in 1992 in een dorpje in Cambodja, gerespecteerd door zijn omgeving.

In 2002 verliepen de verkiezingen weer uiterst gewelddadig. Oppositieleiders werden vermoord (maar dat gebeurt in Nederland ook). Hun Sa is de sterke man hier. Koning Sihanoek trad af vanwege ouderdom en verkregen wijsheid en zette zijn machteloze ongetrouwde zoon op de troon, die in Parijs van zijn geliefde balletlessen werd gehaald.

Wees dankbaar voor onze vrede

Vandaag ga ik naar Tual Sleng, S-21, de gevangenis van de Khmer Rouge. Een voormalige school waar tienduizenden zijn gemarteld en slechts zeven mensen het overleefden, omdat ze een borstbeeld van Pol Pot aan het maken waren. Ik zie de foto’s van gezichten van de slachtoffers, vreemd genoeg niet van angst doordrongen. Waarschijnlijk wisten ze niet wat hen te wachten stond. Veel kinderen en jonge mensen, eindeloze rijen foto’s. De bewakers waren kinderen van twaalf tot veertien jaar en uiterst wreed.

Ik stap de martelkamers binnen met daarin ijzeren bedden met martelgereedschap: ketens, elektriciteitsdraden, tangen en waterbakken. Na ellenlange martelingen werden de slachtoffers afgevoerd en op de Killing Fields vermoord. Er zijn duizenden van deze plekken in Cambodja. Ik zie lange rijen van schedels en botten (de hoofdschuldigen, Pol Pot, Yum Yat en Ke Puak zijn nooit bestraft voor hun wandaden, net als Argentijnse juntaministers en zovele anderen).

Ik loop terug naar de fotogalerij en de slachtoffers staren me aan uit een donker verleden. Ik kan ze niet meer tot leven brengen. Toch is het heel belangrijk dat we het laten zien aan iedereen, vooral aan de jeugd. Ik ga weer naar een van de martelkamers, leg een bloem op het ijzeren martelbed en kniel. Ik sluit de ogen en bid. Ik denk aan al die slachtoffers en vraag rust voor hun getormenteerde ziel. Ik voel me zo machteloos en mijn gedachten zijn bij de slachtoffers, ik begin zachtjes te huilen en ben een paar minuten in sombere gedachten verzonken.

Dan sta ik op en buig uit een groot respect voor de slachtoffers. Verstild loop ik met tranen in de ogen en schrijf in een boek: “wees dankbaar voor onze vrede en help degenen die het nog niet hebben”.

Een laatste dag Phnom Penh

De volgende dag bezoek ik het paleis. Een fraaie troonzaal en een groot goudkleurig standbeeld van de ouders van Sihanoek. Een scherp oog ziet dat de olifantentanden nep zijn en het geheel doet me een beetje denken aan de kerk uit mijn jeugd. Ik was intens onder de indruk van al de glitter, totdat ik als misdienaar achter de coulissen ontdekte dat het allemaal geverfd hout bleek te zijn.

Ik bezoek daarna een tempelcomplex en ontdek een dorpje. Normaal zie je alleen maar monniken rondlopen, maar hier huizen op het complex hele gezinnen, oude vrouwen en beesten.

Iedereen kijkt me of nieuwsgierig aan of vraagt in accentloos Engels: “a dollar sir?“ In de tempel zelf zijn een paar jonge monniken de lunch aan het bereiden en bieden mij een maaltijd aan, ik mag het pas eten wanneer ze zelf klaar zijn, maar ze laten genoeg over voor mij en andere niet-monikken, die op de pagode wonen.Ze zijn niet zo streng hier. Ik vind dat ze er een beetje een potje van maken, de monniken hebben geld op zak, er lopen meisjes in de slaapvertrekken rond en ze zitten gewoon met hun voeten richting Boeddha. Ik heb meer het idee dat ze gewoon een paar jaar monnik willen zijn, omdat ze dan gratis eten en onderdak hebben.

Maar gezellig zijn ze wel en ik beloof later terug te komen om te helpen met het schrijven van wat Engelse brieven. Ze slapen met een man of vier in kleine kamertjes. Op veel spirituele gedachten kan ik ze niet betrappen. Ik weet in ieder geval wel dat ik dat hier niet hoef te zoeken, maar ik heb beloofd om ’s avonds naar ze toe te gaan.

Ik geef een paar uur Engelse conversatieles en er komen steeds meer toehoorders. Ze herhalen alles braaf en ze willen allemaal even aan mijn blonde armharen voelen. Een bijdehante jonge monnik vraagt of ik zijn vader wil worden en wijst meteen in mijn plaatjesalbum een fototoestel aan als welkomstcadeau. Ik beantwoord Aziatisch met een glimlach. Ik vervolg mijn les en weet aardig de basisuitspraak op ze over te brengen. Het is reuze leuk, wanneer er ademloos en met veel interesse naar je wordt geluisterd. In elk geval wordt er heel wat afgelachen en ruim na het spookuur ga ik terug naar mijn kamer. Het centrum van Phnom Penh is donker (al na negen uur overigens). De wachters van het paleis liggen op stretchers te dutten en de fietstaxichauffeurs brengen hun nacht door in een hangmat aan de bomen met hun voeten in de hoogte en het hoofd in de taxi. Het is genoeg geweest en morgen vertrek ik naar de tempels van Anchor.

Een dodemansrit

De volgende dag blijkt de aircobus die ik had gereserveerd niet te bestaan en word ik met een brommer naar een al rijdende bus gebracht. Mijn koffer wordt ingeladen en ik word in een vooroorlogse bus op de achterste rij geplaatst bovenop de bloedhete motor. De vering, mocht die ooit hebben gefunctioneerd, doet geen enkele moeite de grote gaten in de weg enigszins op te vangen.

Tijdens een stop bleek het buiten veel koeler te zijn dan binnen. Deze dodemansrit duurde meer dan zes uur en dit kasplantje bleek totaal verlept en ging met koorts de nacht in. De backpackers onder ons mogen mij een keer proberen uit te leggen wat toch de romantiek is van deze manier van reizen.

Ik ben nu in Siem Riep. Een ontwakend provinciestadje dat alleen bestaansrecht heeft vanwege de tempels, even buiten de stad. Ik heb een aardig hotel gevonden aan een wat morsig slootje: het Riverviewsidehotel.

Ik zie jongens een hoge boom beklimmen en dan met gevaar voor eigen leven en dat van anderen in deze troebele wateren springen. Het is nu te laat voor de tempels en ik besluit daarom een lokale attractie te bezoeken, een soort Arnhems openluchtmuseum (www.cambodianculturalvillage.com).

Het is een groots opgezet park, dertig dollarcent voor een Cambodjaan en twaalf dollar voor de rest. Alles is in Cambodja geprijsd in dollars en je kunt er gewoon mee betalen. Er is een wassenbeeldenmuseum met de lokale helden.

Ik maak een praatje met een bewaker die goed Engels spreekt en hij heeft duidelijk schik in mijn prikkelende vragen. De meest prominente plaats wordt ingeruimd voor de ouders van Sihanoek en op mijn vraag waarom, antwoordde hij dat ze dat alleen maar gedaan hebben om de koning een plezier te doen..Een generaal staat geportretteerd tussen bekende popsterren (wat ik een passende plaats vind) en een blauwhelm gearmd met een lekker jong ding (wat ik prachtig vind). Daarna bezoek ik allerlei paviljoens. Opvallend weinig blanken, wel veel Japanners en Koreanen. De muziek die ze laten horen, is een soort mengeling van Chinese opera (niet om aan te horen) en de atonale muziek van Arnold Schonberg (waaraan ik nooit heb kunnen wennen).

Maar de dansen zijn buitengewoon elegant. De eigenlijke voorstelling laat lang op zich wachten omdat een hoge gast uit China wordt verwacht. Na een half uur verschijnt er een Chinese delegatie met veel bewakers en fotografen. Meneer de minister gaat emotieloos op de ereplaats zitten en de voorstelling kan beginnen.

Plotseling word ik uit het publiek gehaald en krijg zowaar een rol toebedeeld. Wanneer ik in de lotushouding moet gaan zitten, doe ik dat zonder enige moeite en krijg een groot applaus (ze weten natuurlijk niet dat ik eindeloos aan het oefenen ben). Na een minuut of vijf krijg ik kramp in mijn benen en na zo’n applaus kan ik natuurlijk niet zo snel afhaken. Dat is de prijs die ik voor mijn arrogantie moet betalen. De kramp wordt erger en net voordat ik de handdoek in de ring wil gooien, is de reddende engel een beeldschone jongedame die vraagt met me te dansen.

Aha, dan hadden ze natuurlijk buiten de waard gerekend, want dansen dat lukt me echt wel. En zo danst deze ijscoman uit Den Haag de sterren van de hemel voor een paar honderd man in Cambodja. Na afloop komt zelfs de emotieloze Chinese partijbons op het toneel, naarstig gevolgd door zijn slippendragers en geeft mij een hand en we dansen gezamenlijk met alle acteurs een rondje. Veel foto’s van fotografen. Na een paar minuten geeft hij me weer een hand en het hele gezelschap smeert ‘m naar de ronkende gereedstaande auto’s.

Ik loop na afloop rond, nog dronken van het succes. Na het bezoeken van de grande parade, een optocht met historische tableaux vivants, is de dag alweer voorbij. Ik wil vroeg naar bed, want morgen is de eerste dag van de tempels, het hoogtepunt immers van deze reis in Cambodja. Glimlachend val ik in slaap, dromend over een solo optreden in de Koninklijke Schouwburg in aanwezigheid van het hele koninklijk huis en het voltallig kabinet. Na afloop ontvang ik op het toneel, onder luid applaus, de hoogste koninklijke onderscheiding. Wat jammer nu dat ik republikein ben.

Wordt vervolgd

9 reacties op “De boog kan niet altijd ontspannen zijn (deel 5)”

  1. Antoine van de Nieuwenhof zegt op

    Ben zeer in mijn nopjes met dit verhaal, prachtig geschreven.

  2. Mee Farang zegt op

    Een indrukwekkend artikel.
    John wijst er nog eens op dat ‘het kwade’ altijd door ‘het goede’ gesteund wordt, en omgekeerd. Zie Pol Pot die na zijn afzetting nog kon doorgaan met de steun van de VN.
    Toch, het houdt niet op, want zo is ook Bin Laden met politiek correct geld kunnen groeien. En drijft heden IS ook op oliedollars van ‘goede’ Arabische staten. Enzovoorts.
    Het is een oosterse visie dat goed en kwaad met elkaar verstrengeld zijn.
    Wij in het westen huldigen de menselijke overtuiging dat kwaad het tegengestelde van goed is en bestreden moet worden. Althans toch in woorden.
    Van wie hebben we dat toch geleerd? Ah ja, van Mozes, Jezus, Mohammed, de mannen van de drie woestijngodsdiensten.
    Waren dat ook geen oosterlingen? Wel heb je me nou!
    Tot slot, hoe hilarisch kan John die vertoning met die dansen niet beschrijven, waarin hij uiteindelijk de hoofdact wordt. Ik heb gesmuld, vooral van het idee dat hij binnenkort op Soestdijk staat te dansen.
    Ik kijk uit naar meer.

  3. Pieter zegt op

    Friends the Restaurant,
    Is famous…
    Een fijne avond en… eet smakelijk..
    http://tree-alliance.org/our-restaurants/friends.asp?mm=or&sm=ftr

    • Pieter zegt op

      Better link…
      http://tree-alliance.org

  4. NicoB zegt op

    Een mooi geschreven artikel, zou bijna direct naar Cambodja op reis gaan. De ijscoman uit Den Haag heeft oog voor veel details, weet het fraai te omschrijven en is duidelijk op weg naar zingeving.
    NicoB

  5. Niek zegt op

    Pol Pot is verslagen door de Vietcong en dus niet door de VS en hun politieke vrienden, incl.Nederland, die Pol Pot zelfs steunden, omdat hij de vijand was van de Vietcong dus ‘onze’ vriend.
    Ik herinner me nog hoe Paul Rosenmöller van Groen Links vurig opkwam voor Pol Pot.
    Kissinger heeft toen Cambodja naar de Filistijnen gebombardeerd ‘by carpet-bombing’ in zijn geheime oorlog en daarmee deze gruwel aan zijn palmares van oorlogsmidaden toegevoegd.
    Hij ontving later de Nobel-prijs voor de Vrede vanwege het vredesakkoord met de Vietcong tijdens de onderhandelingen in Parijs. Het is niet de enige prijswinnaar waar het Nobel- comité later spijt van heeft gekregen.
    Het leek me goed deze accenten toe te voegen aan het verhaal van John.

  6. Niek zegt op

    In de berichtgeving over de genocide van Pol Pot wordt altijd het aantal van 2 miljoen omgekomen Cambodjanen genoemd op een totaal van 6 miljoen en dat is dus 1/3 op de totale bevolking en niet 1/7, zoals in het artikel staat te lezen.

  7. ser kokke zegt op

    Schitterend

  8. judy zegt op

    wat een prachtig verhaal, over een paar weken hoop ik deze reis als Haagse in omgekeerde richting te doen. de link naar de straatkinderen org. klopt niet, deze link is te algemeen: hier de link naar het restaurant:
    http://www.mithsamlanh.org/romdeng.php?=ourbusiness, ik ga deze zeer zeker bezoeken.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website