Veertien nakomelingen uit de VS van de Siamese tweeling Eng en Chang Bunker hebben een 10-daags bezoek gebracht aan Thailand. De klein- en achterkleinkinderen van de beroemde tweeling waren op uitnodiging van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Thailand in verband met 185 jaar van Thai-Amerikaanse betrekkingen.
Zij bezochten de geboorteplaats Samut Songkhram, plantten een inchan boom (gouden appelboom) bij het standbeeld van hun voorouders en onthulden een nieuwe straat genaamd Chang and Eng.
Eng en Chan werden in 1811 in Siam, het toenmalige Thailand, geboren en ze hadden Chinese ouders. Het kraakbeen van hun borst was verbonden en ze deelden één lever. Toen ze 17 jaar waren, werden ze ontdekt door een Schotse zakenman en een Amerikaanse kapitein, die hen vijf jaar onder contract namen en hun moeder 500 dollar betaalden. Koning Rama II verleende toestemming voor het contract.
Tien jaar reisden ze over de wereld in círcussen en shows waar ze tentoongesteld werden als gedrochten. In 1832 hadden ze genoeg geld verdiend om te stoppen en zich vrij te kopen. Ze vestigden zich in North Carolina waar ze een van de rijkste mannen waren, zelfs in het bezit van 33 slaven. Ze trouwden twee zusters en kregen zelfs 21 kinderen.
Er zijn naar schatting 1.500 nakomelingen, waaronder zeven (normale) tweelingen. De afgelopen 28 jaar hielden de nakomelingen elke laatste zaterdag van de maand mei een familiereünie. Honderden komen dan bijeen, wisselen informatie uit en eten Thais, wat door de Thaise ambassade wordt aangeboden.
In de Amerikaanse burgeroorlog kozen Eng en Chang de kant van de zuidelijke staten. Toen de oorlog eindigde hadden ze alles verloren, waardoor ze opnieuw op tournee moesten.
Bron: Bangkok Post