Georges Coedès in zijn werkkamer

In 1919 ontving de Franse bibliothecaris George Coedès (1886-1969) in Bangkok de medaille van de Witte Olifant van Siam voor zijn verdienstelijk werk op het vlak van de studie van het Verre Oosten, in Frankrijk gewoonlijk als oriëntalisme aangeduid.

Coedès was in 1886 in Parijs geboren en was voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog onder meer leraar Duits en bibliothecaris in zijn geboorteland geweest. Coedès was al op jonge leeftijd geïntrigeerd én gefascineerd door de rijke culturele erfenis van Zuidoost-Azië. Reeds in 1904 publiceerde het Bulletin van de prestigieuze Ecole française d’ Extrême Orient een eerste artikel van zijn hand ‘Inscription de Bhavavarman II, roi du Cambodge’ over de Khmer-beschaving, een onderwerp dat hem nooit meer zou loslaten… In 1911 verkaste hij naar Hanoi in de toenmalige Franse kolonie Indochine waar hij vanaf 1915 hoogleraar taalkunde werd aan de Ecole française d’ Extrême Orient, een instelling, die in alle opzichten meer als een onderzoekscentrum dan als een school kon worden beschouwd.

In 1929 werd hij aangesteld tot directeur van dit instituut maar eerst had hij nog elf jaar in Bangkok gewoond en er zijn duidelijk zijn stempel gedrukt als hoofdbibliothecaris van de Nationale Bibliotheek van Siam. Op het ogenblik dat Coedès er aan de slag ging stond deze instelling in feite nog in de kinderschoenen. In 1905 had koning Chulalongkorn, die steeds tuk was op het verhogen van het academische prestige van de natie, besloten om de drie, los van elkaar functionerende koninklijke bibliotheken te verenigen in één overkoepelende bibliotheek. Op deze manier fusioneerden de Phra Vajirayana Royal Library, de Mandira Dharma Library en de Buddhasasana Library tot de Vajirayana Library for the Capital City.

In 1916, twee jaar voor het aantreden van Coedès, verhuisde de bibliotheek naar de Thavaravathui Building bij Wat Mahathat, één van de tien koninklijke tempels van de hoogste rangorde. Dat Coédès werd onderscheiden met de hoogste burgerlijke onderscheiding in Siam was natuurlijk geen toeval. Hij verrichte baanbrekend wetenschappelijk werk. Niet alleen met betrekking tot de studie van het Pali, het Sanskriet en de oude Khmer-taal en de invloed van deze talen op het Thais maar vooral ook als herontdekker van de oude, sterk door India beïnvloede Srivijaya-koninkrijk, een mythisch vorstendom dat in de buurt van het huidige Indonesische Palembang lag en over Sumatra, Java en het Maleisisch schiereiland haar invloed wist uit te strekken tot het huidige Thailand, Laos en Cambodja… Zijn innovatieve en baanbrekende werk bleek extreem belangrijk voor het reconstrueren van de vroege geschiedenis van deze regio. Dit gold overigens eveneens voor zijn studie rond het ontstaan van het koninkrijk Sukhothai.

Los van zijn studiewerk wist hij de bibliotheek – die één van de eersten in haar soort in heel Azië was –  uit te bouwen tot een volwaardige, op een wetenschappelijke leest geschoeide instelling. Op het ogenblik dat hij in 1918 in Bangkok begon te werken beschikte de bibliotheek over welgeteld 4 personeelsleden en een handvol vrijwilligers. Toen Coedès in 1929 naar Hanoi verkaste waren er 32 personeelsleden in dienst en was de instelling gedemocratiseerd in de zin dat iedereen er terecht kon. Op 1 januari 1927 was er een einde gekomen aan zijn betrekking als hoofdbibliothecaris. Vanaf die dag tot aan zijn vertrek naar Vietnam op 31 december 1929 was hij secretaris-generaal van het koninklijk Instituut in Bangkok.

In deze laatste periode was hij vooral bezig om samen met de erg invloedrijke prins Damrong, een halfbroer van Chulalongkorn, een stilistisch classificatiesysteem op poten te zetten dat moest dienen als leidraad voor het catalogiseren van de Siamese oudheden en antiquiteiten in het Nationaal Museum. Een systeem, dat intussen is uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van de nationale historische canon. Bekeken met de ogen en de kennis van vandaag speelde Coedès in dit proces een niet geheel onomstreden rol, zoals uitvoerig werd aangetoond door Maurizio Peleggi in zijn erg interessante studie ‘From Buddhist Icons to National Antiquities: Cultural Nationalism and Colonial Kknowledge in the making of Thailand’s History of Art’ (2013).

Zijn Thaise jaren werden gekenmerkt door een waaier aan publicaties en lezingen maar ze vormden slechts het topje van de imponerende ijsberg die zijn – vaak baanbrekende studiewerk – opleverde. Hij wijdde honderden artikels en bijna dertig boeken aan de culturen en talen van Zuidoost-Azië. Tot zijn belangrijkste, aan Thailand gerelateerde werken, behoren het tweedelige ‘Recueil des inscriptions du Siam’ (1925), ‘Les collections archéologiques du Musée National de Bangkok’ (1932), ‘Les peuples de la Péninsule indochinoise: Histoire, civilisations’ (1966) en zijn magnus opus, de acht stevige volumes van zijn standaardwerk ‘Inscriptions du Cambodge’ (1937-1966)…

Na zijn terugkeer naar Frankrijk in 1947 was hij tot 1960 docent Thais en Aziatische culturen aan de école nationale de la France d’Outre-Mer. Hij was niet alleen president van de prestigieuze Société asiatique maar lid van tal van academische genootschappen waaronder onder meer de Académie française, de British Academy, de Siamese koninklijke Academie en de koninklijke Nederlandse Academie voor Kunsten en Wetenschappen. De universiteit van Hong Kong schonk hem een eredoctoraat. Deze uitzonderlijke wetenschapper en vriend van Siam/Thailand, die niet minder dan 65 jaar lang, ononderbroken heeft onderzocht en gepubliceerd, overleed op 2 oktober 1969 in Parijs.

1 reactie op “George Coedes, een Franse oriëntalist in dienst van Siam”

  1. l.lagemaat zegt op

    Dank voor dit interessante artikel.
    Bewonderenswaardig dat een buitenlander het zover kan brengen in o.a.Thailand.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website