Groeten uit Isaan (9)

Door De Inquisiteur
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags:
28 februari 2018

De weg van huize Inquisiteur naar het centrum van het dorp is exact een kilometer lang en vol bochten. In rechte lijn zou het ongeveer de helft bedragen, maar waarschijnlijk is het een eeuwenoud natuurlijk looppad dat uitgroeide naar een straat. In het eerste korte deel staat nog een vijftal huizen en dan kom je even tussen de rijstvelden. Doch er staan regelmatig bomen in de weg voor een machinale oogst maar wel een goede schaduwplek bij het manuele werk zijn.

De enige onderbreking is een stuk land dat van poa Soong is. Je oog valt direct op een hoog bouwsel in hout met metalen dak waar hooi droog bewaard wordt. Iets dieper staat een schattige kleine hut, op palen, met een terrasje zelfs – hier slaapt poa Soong regelmatig wanneer hij vindt dat hij te veel opdrachten krijgt van zijn gade. Het geheel is nog leuker omdat er een kleine ondiepe poel is, omringd door schaduwrijke bomen waarin kwaai’s regelmatig een modderbad nemen. Kippen lopen er relaxt tussen om hun kostje bijeen te scharrelen. Vaak is de hele plek een verzamelplaats waar men graag samen zit in de schaduw van de mangobomen.

Het eerste huis aan de oostkant van het dorp is dat van ’tsjang’ Mai, de timmerman. En die houdt van honden – de zijne, een zestal, liggen meestal op straat in roedel te maffen tot er iemand passeert. Afhankelijk of ze de persoon in kwestie herkennen blijven ze ofwel liggen, of ze komen kwispelend af, of ze gaan agressief staan grommen. De Inquisiteur krijgt ze kwispelend achter zich aan, want toen hij hier in het begin kwam wonen zorgde hij ervoor om steeds droge hondekoekjes in zijn zakken te hebben. Nu hoeft dat niet meer, hij maakt deel uit van de gemeenschap en nog steeds komen vele honden af in de hoop een koekje te krijgen. Geen hond die nog agressief is tegenover De Inquisiteur.

Achtereenvolgens krijg je dan de woningen van poa Soong, pao Saam, liefje-lief’s moeder en van Keim met zijn gezin. Aan de overzijde liggen de huizen van poa Deing en mei Ploi. Allemaal open bebouwing met veel bomen tussen, de tuinen omheind met bamboe hekwerk, nodig om de talloze buffels uit de groentetuinen te houden. Behalve de woning van de hoofdonderwijzer, die is ‘moderner’ en in steen gebouwd en met een zeer grote bloementuin, de hobby van zijn echtgenote.

Zo kom je aan het ‘kruispunt’ midden in het dorp. Waar de <kodan> staat, het dorpsmagazijn. Aangrenzend een stenen gebouw met een volledig open voorzijde en waarvan de vloer zowat anderhalve meter hoger ligt dan de straat, hier worden alle belangrijke vergaderingen gehouden. Op de tweede hoek van het kruispunt ligt de dorpswinkel, op de andere hoek het huis van Et, de dorpsverantwoordelijke. De vierde hoek is gewoon een open veld waar men vaak tambuns houdt, dan weer rijst verbouwd, dan weer meloenen laat groeien.

Rechtdoor gaat het over een lange macadamweg, je zit onmiddellijk in de open natuur, geen huis meer te zien de eerste vier kilometer. Omzoomd met bomen waarachter velden, bossen en werkloze rijstvelden liggen, maar op sommige plekken is de grond pas geploegd, het laat een heerlijke geur los. Waarschijnlijk gaat men hier eens wat anders verbouwen dan rijst.

Iets verder is er een kleine rubberplantage, De Inquisiteur schat zo’n tweeduizend bomen. Een man en een vrouw zijn daar aan de slag. Ze reinigen manueel de witte massa in de opvangbakjes en halen dan de rubber eruit. Vervolgens snijden ze de groef in de boomstam iets verder uit. Dat moeten ze iedere bij boom doen, twee maal per dag is De Inquisiteur ooit verteld, ’s ochtends en ’s avonds. Wat een karwei.

En zo kom je aan een ander bouwsel, laagbouw deze maal. Het is de varkensstal van, heel toepasselijk, poa Mu. Een ludieke figuur die bij het passeren van De Inquisiteur onmiddellijk wat begint te brullen om vervolgens plots een big omhoog te steken. Vijftienhonderd baht! roept hij. Alsof De Inquisiteur die big meteen zal kopen … . Poa Mu begint te lachen, nodigt uit voor een glaasje doch De Inquisiteur laat de lao kao liever aan zich voorbij gaan. Maar de varkensstal is erg netjes, gemetst en met afwaterende betonvloer, makkelijk voor het reinigen. Daar is hij nu mee bezig, tsjonge, deze geur is minder aangenaam.

Op het einde van de macadamweg verschijnen plots weer gebouwen. Dit is het volgende gehucht dat deel uitmaakt van ons dorp. Als eerste een bijna vervallen gebouw. Het is een oud schooltje, dringend aan renovatie toe. Met een verroest dak uit stalen golfplaten, moet wat zijn bij regen, wat een lawaai zal dat geven. Schots en scheef hangende ramen en deuren die niet meer afsluiten. Schoolbanken die dusdanig gammel zijn dat er slechts een kind per bank mag zitten vertelt de onderwijzeres die De Inquisiteur met graagte een rondleiding geeft. Een schoolbord dat ooit zwart geweest is maar nu een versleten houtkleur heeft. Doch de kinderen zelf laten het niet aan hun hart komen, ze joelen buiten, het is speeltijd.

Dan een aantal huizen, krakkemikkig, oud. Waartussen onwaarschijnlijk veel bananenbomen staan die ze hier blijkbaar verkiezen boven de alomtegenwoordige mangobomen. Een watertoren Isaan-stijl: een houten staketsel dat dringend herstelling nodig heeft met een groot vat boven waar groen mos de overhand heeft vanwege de lekken. Aan de overzijde van de straat ligt een waterreservoir, dat hebben ze vorig jaar volledig opgewaardeerd, dieper uitgegraven, bomen geplant en een hekwerk uit bamboe rond geplaatst. Toch zitten er enkele mensen rustig te vissen met een lijntje, ouderlingen die hun eigen kostje vergaren maar niet meer in staat zijn om ver de velden en bossen in te trekken.
Dan komt er een houten brug waar je rechtsaf slaat naar een grotere straat, een <thanon dam> zoals ze hier zeggen, een asfaltweg.

Deze verbindingsweg is van uitstekende kwaliteit ondanks er nauwelijks verkeer is. Enkel wat boerenkarren, overbeladen met hout. Her en der staan verlaten bromfietsen en driewielers, waar de eigenaars zijn heb je het raden naar. Ver kunnen ze niet zijn want overal zitten de sleutels nog in het contact.

De eerste drie kilometer vertoef je tussen de bomen die heerlijke schaduw geven. En veel tropisch groen, uitbundig grote palmen, veel waterpoelen ook waarin mooie roze lotusbloemen staan te verleiden. Vaak zie je hier slangen de weg over kronkelen, helemaal niet gealarmeerd verdwijnen ze netjes aan de overkant terug in het groen. Na het schaduwrijk deel komen er rijstvelden.
Dit is nog steeds ons dorp, jawel, ons dorp want bestaande uit vijf gehuchten en tezamen een vrij grote oppervlakte. En aan deze zuidkant kan men de rijstvelden bevloeien via kanalen. Het zijn kleinere velden qua oppervlak maar men oogst hier twee maal per jaar, en momenteel, daar waar aan onze kant alles dor en bruin staat, is het hier een overvloed van fris groen spiegelend in het water. Mooi om te zien, de aandoenlijke vogelverschrikkers die zo uit een cartoon komen, enkele dames met typische kegelhoedjes die onkruid wieden, een buffel die tot aan zijn middel in het water staat. Dit is het ware Thailand!

En op het einde van deze weg weet De Inquisiteur een aardig winkeltje, nog echt typisch in de woonkamer van een oudere dame die het waarschijnlijk meer uitbaat om het gezelschap dan om de verdiensten. Gezellig om te zitten ook, als je bereid bent om de nieuwsgierigheid van de vrouw te bevredigen, haar mond staat geen minuut stil. En ze trekt er zich niks van aan of je het begrepen hebt of niet, of je antwoordt of niet.

Als je bij dat winkeltje rechtsaf gaat kom je op een slechtere <thanon dam>. De auto’s die er passeren gooien wolken rood stof op, niet zo leuk voor de talloze bromfietsers en een eenzame fietser. Een poosje loopt de straat parallel met een bevloeiingskanaal dat momenteel vol is met snel stromend water. De niveauverschillen worden vrij primitief opgevangen: een dijkje met een rooster die afval en hout opvangen. En aan ieder dijkje hebben mensen een bamboe fuik gehangen. Even checken en ja hoor, regelmatig zit er vis in. Avondmaaltjes voor de buurtbewoners, mooi toch, niemand jat de vis van iemand anders. Rond die kanalen floreert veel groen in symbiose. Hoogstammige bomen met daartussen mooie planten waar in Europa veel geld voor betaald wordt. Als je goed kijkt zie je ook enorme spinnenwebben hangen, indrukwekkend toch. Mierennesten in de bomen. Een ongelooflijk groot bijennest. En echt waar, nauwelijks afval zoals je normaal gesproken veel ziet. Deze weg leidt onder andere naar een Boeddhistische tempel en wordt daarom quasi dagelijks gereinigd, en hoe dichter je bij de tempel komt, hoe meer bloemen je ook ziet. Die zijn ofwel aangeplant, of staan vaak in zelf geproduceerde houten bakken, fantasievol versierd.

Halverwege kan je via een leuke rode aarde weg richting het dorp van De Inquisiteur. Gelukkig wordt deze weg niet veel gebruikt door gemotoriseerd verkeer, het is rustig. Tussen de rijstvelden die er hier terug droog en dor bijliggen ondanks de driedaagse regenval van vorige week. Niemand in de velden uiteraard, maar wat verder ligt een garnalenkwekerij. Storend blauw vanwege de gebruikte blauwe stof ter afscherming tegen vogels en andere beesten. Maar fascinerend ook, dat wiebelende gedoe in het water, het zijn een tiental afzonderlijke vijvers volgens grootte van de <khungs>. En overal die zo geprezen molentjes die het water opgooien om het van zuurstof te voorzien.

En dan weer plots verschijnen de huizen uit het niets. Ons dorp is echt pittoresk, het zou mits een paar ingrepen zo opgenomen kunnen worden in de lijst van cultureel erfgoed. Op enkele uitzonderingen na zijn ze allemaal nog van hout, traditioneel gebouwd op palen. In de loop der jaren her der wat verzakt, wat kromgetrokken. De deuren en luiken open zodat je schaamteloos kan binnen kijken naar de gezellige rommel overal. Of o zo uitnodigend: slapende mensen in een hangmat.

Vlijtige huisvrouwen aan de kook of aan de was want dat doen ze allemaal zonder uitzondering in hun open keuken, een kwakkelende wasmachine met koud water, het afvalwater loopt gewoon de tuinen in. Mensen die hun groenten of bloemen verzorgen. En steeds weer veel groen, veel bomen. Mangobomen die nu uitgebloeid zijn en trossen vol met kleine groene bolletjes dragen. Al die bolletjes zullen eraf vallen behalve de sterkste, die blijft hangen en groeit uit naar een heerlijke mangovrucht.

Het is leuk om alles en iedereen in je omgeving te kennen, en dat iedereen jou kent. Je maakt deel uit van de gemeenschap, je zal altijd farang zijn, maar je bent aanvaard. De schroom is weg, er is wederzijds respect. Een groet hier, een lach daar, een praatje ginds.
En vandaag moeten ze allemaal ze lachen. Die farang toch. De vragen komen eraan: waar ben je geweest, wat heb je gedaan? Maar ook zo gastvrij. Kom, drink iets. Zet je even neer in de schaduw. Er wordt zelfs <kwa thiaauw> aangeboden, dat snelle Thais soepje met lekker verse ingrediënten.

De Inquisiteur beseft niet dat hij er belabberd uit ziet. Want hij heeft net een fietstocht van twintig kilometer in de benen. Vertrokken bij een zalige drieëntwintig graden, aangekomen bij dertig plus. Vol met rood stof dat op zijn bezweet gezicht en kledij plakt. Zelfs liefje-lief, normaal nogal een harde tante, had wat medelijden met haar farang toen hij thuis kwam.

Deze ochtend was De Inquisiteur uitgezwaaid door een niet begrijpend lief. Als iedere Isaaner vind liefje-lief het gewoonweg dom dat iemand gewoon vrijwillig de fiets neemt terwijl je gemotoriseerd tuig hebt staan. Een oude fiets stak De Inquisiteur zijn ogen uit. Hij stond al jarenlang te roesten ergens achterin de tuin, banden zo plat als een vijg, remmen die nauwelijks werken en een carrosserie van ondefinieerbare kleur wegens het jarenlange stof dat er zich op verzamelde. Chinese makelij en derhalve heel oncomfortabel. Met een veel te klein kamwiel achteraan zodat het lijkt alsof je continu een col van eerste categorie aanpakt.

Maar het was leuk. Zeker ’s avonds, na de gezamenlijke douche. Want liefje-lief moest nog harder lachen. Ondanks dat het rode stof was weggewassen, bleef de rode kleur aanwezig. De Inquisiteur had zoals altijd verzuimd om zonwerende crème te gebruiken … .

De fiets gaat terug naar de tuin. Mogelijk volgend jaar nog eens, Thailand is te warm om te fietsen, zeker weten!

8 reacties op “Groeten uit Isaan (9)”

  1. Ruud Verheul zegt op

    Prachtig verhaal !
    Het is zodanig omschreven dat foto’s niet nodig zijn.

    • Arnold zegt op

      Heel mooi geschreven inderdaad. Maar met een paar foto’s zou het nóg mooier zijn. Voor mensen zoals ik, die er nog nooit geweest zijn en met iets minder voorstellingsvermogen gezegend.

      Het klinkt als een plek met veel rust, als uit een andere tijd. Vanwege mijn vriendin en haar familie bivakkeer ik normaliter tijdens mijn vakantie rond Hua Hin. Dit jaar ook naar Chang Mai en Chiang Rai geweest, maar dat noord-oosten wil ik met haar zeker ook eens verkennen.

      • Erwin Fleur zegt op

        Beste Arnold,

        Ik spreek voor mij zelf om te zeggen dat wat de Inquisiteur verteld echt waar is.
        Het is mijn ogen ook zo.

        Mensen zullen zelf de Isaan moeten (of willen) bezoeken om dit zelf te ervaren.
        Met vriendelijke groet,

        Erwin

  2. jeffrey zegt op

    Weer echt van genoten.Waan mij al terug in thailand

  3. Astrid zegt op

    Wat leuk om te lezen! Net of ik zelf weer even terug ben..

  4. Hans Struijlaart zegt op

    ik ben zo blij dat je weer aan het schrijven bent de laatste tijd. Jouw verhalen zijn poëtisch, uit het leven gegrepen en een genot om te lezen. En je getuigt van een meer dan gewoon observerende blik zoals je de dingen ziet en beleeft in het leven in Thailand zoals het is. Ik geloof niet wat je in je verhaal schrijft dat je liefje lief een harde tante is. Ik denk dat ze zielsveel van je houdt en dat jullie een meer dan gemiddelde goede relatie hebben met elkaar dan de gemiddelde farang die een relatie heeft met een Thaise vrouw. Na al die jaren denk ik dat jullie een harmonieuze band met elkaar hebben gevonden door open en eerlijk met elkaar te zijn en af en toe wat water bij de wijn te doen van beide kanten. En Thailand is zeker niet te warm om te fietsen, ik spreek uit ervaring, maar dan moet je wel om 7.00 uur s’morgens beginnen tot een uur of 8,30 uur. Dan is de zon laag en niet warm. Ik kan me nog herinneren dat je een boodschap op Thailandblog had gezet. Ik stop met schrijven. Ik ben heel blij dat je dat niet door hebt gezet. Je bent daarna toch weer begonnen met schrijven. En ik weet zeker dat heel veel Thailandblog lezers het volledig met me eens zijn. En laten we eerlijk zijn, je hebt toch tijd zat in Thailand om af en toe achter de computer te kruipen en een leuk verhaaltje te vertellen over je belevenissen in Thailand. Ik denk dat jouw poëtische verhalen erg gewaardeerd worden op Thailandblog, maar ik weet ook dat dat niet de reden is voor jou om te schrijven. Ga vooral zo door. Ik was al een fan van je en nu nog steeds. Hans

  5. wim zegt op

    Man wat schrijf je toch lekker. Het was alsof ik bij je op de fiets zat. En het lijkt me daar heerlijk wonen.

  6. Erwin Fleur zegt op

    Beste Inquisiteur,

    Top verhaal weer. zou het zelf niet beter kunnen beschrijven zoals u het doet.
    Echt alles klopt tot weer in de puntjes.

    Natuurlijk zijn deze mensen arm, maar de een fout van de levenswijze is toch iets wat je raakt.
    Ik ben zelf nog steeds verbaast wat zij voor technieken gebruiken om dingen inventief
    voor elkaar te krijgen.

    Neem de wegenbouw, en wat mij laatst opviel was dat zij met het maken van een muur of
    in mijn geval een bar, een bepaald Lego systeem(van bakstenen)gebruiken met pijpen van
    pvc.

    Prachtig! ik leer daar nog elke dag als ik er ben.
    Met vriendelijke groet,

    Erwin


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website