Twee rijpere heren gaan op reis (deel 2)

Door Joseph Jongen
Geplaatst in Reisverhalen
Tags:
31 januari 2019

Na genoten te hebben van casino stad Macau en met name het oude Portugese deel van de stad verlaten we China en vliegen verder naar Kota Kinabalu de hoofdstad van Sabah.

Sabah en het aangrenzende Sarawak behoren tot de 13 staten die deel uitmaken van Maleisië. Met het kleine sultanaat Brunei en het Indonesische Kalimantan vormen ze het grote eiland Borneo. Na Groenland en Australië is Borneo het grootste eiland ter wereld.

De vliegreis vanaf Macau naar Kota Kinabalu neemt ongeveer 2½ uur in beslag. Een hotel hebben we vooraf gereserveerd en vanaf de luchthaven zijn we vrij snel op de plaats van bestemming.

Zelfs met meer dan 600 duizend inwoners is het niet bepaald een plaats waar je struikelt over westerse toeristen. Naar dit deel van de wereld ga je voor de prachtige natuur. Overigens is een reis op eigen gelegenheid gemakkelijk te doen. Vervoersmogelijkheden in overvloed en ook het prijsniveau is alleszins acceptabel en vergelijkbaar met Thailand. Hotels tref je in alle prijsklassen aan.

Als je een liefhebber bent van vis dan kom is er volop aan je trekken. Wandelend over de markt kijk je de ogen uit aan de hoeveelheden superverse vis die staat uitgestald en aan schaaldieren is evenmin gebrek.

Wil je van de wondermooie natuur genieten dan is een tocht per boot naar de kleine voor de kust gelegen eilandjes een leuke trip.

Sabah is de op één na grootste staat van Maleisië en staat ook bekend onder de naam Negeri di bawah bayu; Het land onder de wind. Voordat het deel uitmaakte van Maleisië, was Sabah een Britse overzeese kolonie, bekend als Noord-Borneo.

Na enige dagen Sabah vliegen we binnen 1½ uur verder naar Kuching de hoofdstad van de andere Maleisische deelstaat Sarawak. De stad is wat moderner van opzet dan Kota Kinabalu en heeft enkele bijzondere architectonische bouwwerken waarbij de wandelbrug over de rivier en het aangrenzende regeringsgebouw in het oog springen.

Bako National Park

Om de overweldigende natuur van nabij te bewonderen boeken we een dagtocht naar het Bako National Park op ongeveer 35 kilometer van Kuching gelegen. Om half negen worden we keurig op tijd bij ons hotel opgehaald. Een 45 minuten durende rit brengt ons naar het vissersdorpje Bako om aan boord van een bootje te stappen naar het hoofdkwartier van het park.

Bako is het oudste nationale park van Sarawak. De 16 vierkante kilometer primair bos herbergt zeven verschillende ecosystemen; strandvegetatie, klifvegetatie, mangrove, veenmoerasbossen, heidebos en grasland. Constante erosie gedurende miljoenen jaren heeft de kustlijn veranderd in een uniek geografisch monument. Klifgezichten, zandsteenstructuren en ongerepte zandstranden liggen verspreid over het gebied.

Er leven nogal wat dieren in het wild. Je komt heel wat apen met lange staarten (makaken) tegen die overal rondzwerven en waarvan de genen veel overeenkomst vertonen met die van de mens. Een ander apensoort die vanwege de zilverkleurige buik de benaming ‘silver leaf’ heeft gekregen tref je eveneens veel aan. En niet te vergeten de proboscis oftewel neusaap, die gekscherend ook wel Urang Belanda wordt genoemd met een verwijzing naar ons Nederlanders vanwege hun grote imposante neus. Neusapen tref je enkel en alleen op Borneo aan en leven in de buurt van water. In het Bako park tref je ze aan bij de mangrovebossen aan de kust.

Een aantal apen is zodanig aan mensen gewend geraakt dat ze bijna bij je op tafel komen zitten om iets van het eten in de wacht te slepen. Het wilde varken is evenmin schuw en trekt zich weinig aan van de aanwezige bezoekers. De vele soorten vogels hebben een hekel aan het zonlicht en om die te zien moet je vroeg in de ochtend aanwezig zijn.

Na met volle teugen van de immens mooie natuur van Sabah en Sarawak te hebben genoten gaat de reis verder richting Brunei.

Terugblikkend op onze eerste ervaringen kunnen we constateren dat de bevolking van Borneo bijzonder vriendelijk en hulpvaardig is. Iets dat je heden ten dage niet in veel landen meer meemaakt. Ook in het verkeer gedraagt de bevolking zich zeer correct.

Uiteraard hopen wij dat we in Brunei, waar roken en alcohol niet zijn toegestaan, dezelfde positieve ervaring gaan opdoen. Daarbij nemen we aan dat we naar alle waarschijnlijkheid door de sultan in audiëntie worden ontvangen. En wie weet mogen wij de haremvrouwen in levenden lijve aanschouwen. U hoort van ons.

2 reacties op “Twee rijpere heren gaan op reis (deel 2)”

  1. PEER zegt op

    Hahaaaaa Joseph, da’n goeie: door de Sultan van Brunei worden uitgenodigd ?
    En dan óók nog ‘n blik werpen op z’n harem! Als jouw reputatie op vrouwengebied je is voorgegaan, zul jij ze niet te zien krijgen, vrouwen-rover.
    Kota Kinabalu heette vroeger Api-Api, dat was makkelijker te onthouwen.
    En pas op in Sarawak leven nog echte koppensnellers. Ik ben paar jaar geleden met ‘n korjaal de Baram rivier opgevaren, en in ‘n longhouse overnacht. Dáár zag ik ‘n biezen vlechtwerk met ‘n aantal doodkoppen erin. En toch daar goed geslapen.
    Prettig verblijf
    Peer

    • Michel van windekens zegt op

      De reactie van Peer is mij voorgeweest. Hoop toch dat we nog dikwijls het hoofd van Joseph kunnen bewonderen en zijn prachtige reisverhalen met vijftig tinten grijs mogen lezen.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website