Opinie: Hervorm de geestelijkheid met uw portemonnee

Afgelopen weekend publiceerde de redactie van Bangkok Post een opiniestuk over het grote schandaal waarbij meerdere hooggeplaatste monniken betrokken zijn. Hieronder een vertaling van dat redactioneel opiniestuk.
Het recente seksschandaal waarbij hooggeplaatste monniken betrokken zijn, heeft het publieke vertrouwen tot op de bodem geschokt. Maar de reacties van de geestelijkheid, de staat en het publiek missen allemaal de kern van het probleem. Deze crisis in het Thaise boeddhisme gaat niet om monniken en seks, het gaat om monniken en geld. Als je het probleem verkeerd aanpakt, zullen de seksschandalen en de corruptie in de tempels nooit eindigen.
Monniken die toegeven aan seksuele verleiding is niets nieuws. De monastieke code van de Boeddha is duidelijk: het breken van de celibaatbelofte betekent onmiddellijk het einde van het monnikendom. Die persoon moet onmiddellijk vertrekken en terugkeren naar het bestaan als leek.
Dit laatste schandaal onthult echter hoe zogenaamd respectabele monniken schaamteloos in leugens en hypocrisie hebben geleefd, zich vastklampend aan de gewaden. Niet uit geloof, maar om een constante stroom van rijkdom uit rituelen, donaties, titels en prestige te behouden. Kortom, ze zijn niet verslaafd aan seks – maar aan status en geld.
De zaak van Wirawan Emsawat, beter bekend als “Sika Golf”, legt deze verrotting bloot. Tot nu toe zijn 13 bekende vooraanstaande monniken, van wie velen hoge posities in de geestelijke hiërarchie bekleden, uitgetreden.
De politie heeft meer dan 300 miljoen baht van hun bankrekeningen naar de Sika Golf haar bankrekening getraceerd. Ze staat nu voor de rechter beschuldigd van afpersing, fraude en diefstal. Ze zit in de gevangenis nadat haar borg is geweigerd. De monniken? Voor hen geen strafrechtelijke aanklachten. Ze zijn gewoon teruggekeerd naar het bestaan als leek, met hun dikke bankrekeningen gewoon intact. Velen van hen hadden jarenlang langdurige relaties met haar onderhouden. Volgens de Vinaya (noot 1) waren ze geen monniken meer. Toch bleven ze de saffraan gewaden uitbuiten, terwijl ze geld bleven binnenharken, totdat het schandaal aan het licht kwam.
Wanneer geld en macht er niet bij betrokken zijn, verlaten monniken die hun geloften breken stilletjes de orde. Maar wanneer monniken rijk en machtig zijn, kiezen ze voor bedrog. Wat hooggeplaatste monniken in hypocrieten verandert, is een systeem dat hen in staat stelt rijkdom te vergaren en tempelfondsen met straffeloosheid te misbruiken. De vrouwen zijn slechts een symptoom. Toch blijven de staat en de geestelijkheid ‘femme fatales’ als zondebokken gebruiken, waarbij de monniken als slachtoffers worden beschreven: bedrogen door vrouwen vanwege hun onervarenheid. Het is een rookgordijn.
Boeddhisme leert schaamte als moreel kompas. Monniken prediken dit dagelijks. Waar was dan hun schaamte? Wat doofde hun gevoel van goed en kwaad? Het antwoord: het gemakkelijke geld, ongecontroleerde rijkdom en de prestige die er mee gekocht kan worden.
Tempels in Thailand zijn big business. De gelovigen menen dat het geven aan monniken de hoogste verdienste oplevert. Een studie van 15 jaar geleden schatte de jaarlijkse donaties aan tempels op meer dan 120 miljard baht, een cijfer dat vandaag de dag waarschijnlijk veel hoger ligt. Hoewel de Boeddha monniken verbood om met geld om te gaan, is het monnikendom een lucratieve carrière geworden. Rituele vergoedingen stijgen met de rang, tot maximaal 10.000 baht per ceremonie. Abten hebben de volledige controle over de financiën van de tempel, en financiële rapporten die aan het Nationaal Bureau voor Boeddhisme (NOB) worden voorgelegd, worden niet gecontroleerd en zijn niet transparant.
Dit gebrek aan toezicht maakt misbruik mogelijk. Voor arme, jonge plattelands mannen wordt het monnikendom een ladder uit de armoede. Terwijl ze de feodale hiërarchie van de geestelijkheid beklimmen, verwerven ze rijkdom, respect en koninklijke prestige. Monniken concurreren dan door alsmaar grotere tempels te bouwen om promotie te winnen. Het kopen van die promoties is een publiek geheim. Tempels worden pretparken. Geloof wordt transactie.
Zelfs de NOB is niet immuun. Sommige van haar leiders zijn betrapt op samenspanning met abten om tempelfondsen weg te sluizen. Het is dan ook geen wonder dat monniken zich vasthouden aan hun gewaden na het begaan van kardinale zonden. Hoe meer geld er mee gemoeid is, hoe strakker de greep op de macht. Daarom zijn bij schandalen bijna altijd rijke, hooggeplaatste monniken betrokken, en dat is waarom publieke schok misplaatst is. De oplossing? Niet het beschamen van vrouwen of het behandelen van foute monniken als geïsoleerde rotte appels. Er is systematische hervorming nodig.
Ten eerste moet de Sangha-wet worden gewijzigd om een einde te maken aan de exclusieve controle van abten over tempelgelden. Verplichte financiële controles en publiek toezicht zijn essentieel. Een administratief secretariaat moet toezicht houden op werving, training en discipline van monniken. De opleiding van monniken moet zich richten op spirituele ontwikkeling, niet op het uit het hoofd leren van de geschriften. Feodale titels en hiërarchieën moeten ook worden heroverwogen. Titels voeden de strijd om macht. Hervorming moet beginnen waar de rot het diepst zit: in de relatie van de geestelijkheid met geld en macht.
Maar ook de gelovigen moeten aan zelfreflectie doen. Blindelings doneren houdt het systeem in stand. Ze moeten vraagtekens zetten bij de overtuiging dat elke man in een gewaad “vruchtbare grond” is voor het maken van verdiensten en investeringen in een beter volgend leven. Verdienste moet gebaseerd zijn op intentie en impact – hier en nu – niet op gewaden en rituelen. Blind geloof voedt de verdorvenheid in de tempel. Het stelt “parajika” monniken (noot 2) in staat om uw geloof te blijven misbruiken.
Hoe meer je zonder enige vraag geeft, hoe meer je de rot versterkt. Hervorming zal niet komen van de geestelijkheid of de staat. Zij profiteren van de status quo. Echte verandering begint wanneer de gelovigen stoppen met het voeden van een kapot systeem. Als de geestelijkheid niet verandert, moeten de gelovigen dat wel. Begin dus bij je portemonnee.
Met dank aan Rob V. voor aanvullingen en verbeteringen.
****
Bron:
Bangkok Post – Reform clergy with your wallet
Noten:
Noot 1 – Vinyana (พระวินัยปิฎก, phrá wíe-nay pìe-dòk): De 227 regels waaraan monniken moeten voldoen. Bij de meeste schendingen kunnen ze door een biecht in de tempel bij andere monniken vergeving verkrijgen, doch niet bij onderstaande vier overtredingen.
Noot 2 – Parajika (ปาราชิก, paa-raa-chíek): De 4 overtredingen waarna de monnikspij direct moet worden afgelegd.
1. Seksuele omgang hebben met een ander wezen van elk geslacht.
2. Iets van waarde stelen (wat smokkelen, bedrog of opzettelijk vermijden van belastingbetaling omvat).
3. Opzettelijk een mens doden of hem of haar aanmoedigen om zelfmoord te plegen (dit omvat het aanzetten tot moord op iemand en het overtuigen van een vrouw om een abortus te ondergaan).
4. Opscheppen dat men een hoge spirituele prestatie heeft bereikt, wetende dat men liegt. Bijvoorbeeld, beweren verlicht te zijn, de Maitreya (nieuwe, volgende) Boeddha te zijn, de Jhana (diepe meditatie-ecstasies) te hebben bereikt of dat men gedachten kan lezen terwijl men weet dat men geen van deze toestanden heeft bereikt.
Over deze blogger

-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
Boeddhisme4 augustus 2025Opinie: Hervorm de geestelijkheid met uw portemonnee
Boeken9 juli 2025‘De Thaise Taal’, een Nederlandstalig leerboek
Cultuur30 juni 2025Phanni, de prostituee, een kort verhaal van Kukrit Pramoj, deel 2
Cultuur28 juni 2025Phanni, de prostituee, een kort verhaal van Kukrit Pramoj, deel 1
De Boeddha werkte met persoonlijke individuele leringen.
Zoals ook andere religies overkomen, zagen hun opvolgers het belang van een structuur, een religie, een machtscentrum, geldgewin, macht – ook morele macht. Mensen hebben van oudsher behoefte aan een ‘leider, duce, führer. Ze willen bedrogen worden.
Die krijgen ze en die leiders zijn niet uit op empathie maar op macht en geld.
Kom nu niet met verbazing uit de hemel gevallen dat je je naïviteit als goed vertrouwen verkoopt.
Je moest beter weten.
De mens is van nature slecht;
“De mens is van nature slecht”. Nou, daar valt over te twisten. Een aantal mensen zullen zich ontwikkelen tot slechte mensen. Een ander aantal gedragen zich slecht door omstandigheden. Slecht “zijn” en je “slecht” gedragen: dat zijn 2 verschillende dingen. In Thailand in de Sangha ging het verkeerd omdat een aantal mensen zich slecht gedroegen. Daar waren de omstandigheden ook naar. Onderstaand wat ik zo her en der uit de Thaise nieuwsgaring heb gehaald.
De traditionele rol van monniken als spirituele gidsen en maatschappelijke pijlers staat onder druk door allerlei soorten overtredingen. Er heerst een systemische zwaktes in het financiële beheer van Thaise tempels. Miljarden baht aan donaties en overheidsfinanciering blijven grotendeels ongereguleerd, hetgeen de deur opent voor corruptie en witwassen. De afwezigheid van gestandaardiseerde boekhoudpraktijken en externe audits, maakt effectief toezicht moeilijk. Het voorstel voor een ‘Boeddhistische bank’ is een poging om deze problemen aan te pakken en transparantie te vergroten.
De recente seksschandalen, inclusief afpersing en het weggeven van miljoenen baht aan minnaressen, zijn goed gedocumenteerd en tonen een flagrante schending van de celibaatsgelofte. Ook drugsgebruik, met name methamfetamine, is een terugkerend probleem, waarbij monniken worden ontdaan van hun gewaad en naar afkickklinieken worden gestuurd. Deze incidenten ondermijnen het vertrouwen in de monnikengemeenschap aanzienlijk.
Het Nationaal Bureau voor Boeddhisme en de Sangha Supreme Council hebben hun toezicht zeer beperkt uitgevoerd. Ondanks hun verantwoordelijkheid voor het toezicht op tienduizenden tempels, zijn er zwakke punten in de handhaving, variërend van een gebrek aan geschoold personeel tot weerstand tegen hervormingen en interne verdeeldheid. Dit creëert een omgeving waarin wangedrag kan gedijen en langer verborgen kan blijven.
De diepgewortelde eerbied voor monniken in de Thaise samenleving draagt bij aan de complexiteit van het probleem. Er is een zorgwekkende trend waarbij tempels worden gezien als een ‘afvalplaats’ voor maatschappelijke problemen, wat de integriteit van de instelling verder aantast. De vervaging van de grens tussen geloof en fortuin, waarbij monniken inkomsten genereren uit lezingen en zegeningen, draagt ook bij aan de perceptie van materialisme binnen de Sangha.