Siem is ondernemer. Na zijn bedrijf in 2001 te hebben verkocht wilde hij iets gaan doen wat niet plaatsgebonden was. Intussen is hij online actief in de IT-wereld. In 2009 ontmoette hij zijn huidige partner in Thailand. Na een paar jaar samen te hebben rondgereisd vestigde hij zich in Chiang Rai.


Ik beken, ik ben een echte fijnproever. Laatst had ik echt trek in lasagne. De lasagne in restaurants zijn niet overal even lekker, doorgaans zit er naar mijn smaak te veel kaas op en vaak is de saus vrij smakeloos.

Hier in Chiang Rai zijn niet veel Westerse restaurants, maar wel hebben we één goede Italiaan, alhoewel, de eigenaar is een Nederlander. Hij treedt nooit op de voorgrond, dus ik ken hem niet persoonlijk. Ja, Chiang Rai is een plaats voor individualisten. Zo weet hij bijvoorbeeld ook niet dat ik een medelander ben.

Het eten is op hoog niveau en afgezien van een paar kleine taalfouten in het menu zou je nooit verwachten dat het door iemand gerund wordt die niet uit Italië afkomstig is. Echter dit keer was ik het beu om uit eten te gaan en besloot om zelf lasagne te gaan maken.

Ooit, toen ik 16 was, heb ik mijn versie van het recept afgekeken van mijn Italiaanse vriendin. Of het echt de smaak is of ook de zoete herinnering aan mijn prille liefde weet ik niet, maar in ieder geval zijn er naar mijn mening weinig restaurants die het haar zo nadoen.

In den vreemde waren er paar obstakels te nemen voor de bereiding. Ik heb het over goede kaas, want de fabriekskaas hier smaakt naar stopverf. Verder een geschikte ovenschaal, een goede oven en, oh ja pastabladen.

De kaas was het eenvoudigst; verstopt achter het Italiaans restaurant zit een delicatessenwinkel van dezelfde eigenaar die heerlijke Zwitserse en Italaanse kazen aanbiedt. Check! zou mijn neefje zeggen. Daarna een ovenschaal vinden. Natuurlijk zal er ergens in Chiang Rai wel een winkel zijn die iets dergelijks verkoopt, maar kom er maar eens achter.

Mijn vriendin had geen idee, we wonen hier beiden pas een jaar, dus we zijn nog niet heel erg bekend. Na enig zoeken vond ik een winkeltje voor bakbenodigdheden en kocht daar een cake-bakvorm. Check!

Nu de pastabladen. Ik had ze zelf kunnen maken, maar mijn keuken is vrij klein en ik had geen zin in de rommel. Als alternatief vond ik in de lokale Tesco-Lotus Express kant-en-klaar bladen voor Gyoza, oftewel Japanse dumplings. Is ook deeg, is ook vierkant toch? Ze hoefden niet eens eerst gekookt te worden, dus dat scheelt weer tijd. Check!

Volgens mij bestaan er geen Thaise ovengerechten, dus het aanbod in ovens is schaars. Ik had gehoord dat er in Chiang Mai gasovens verkocht worden, maar ik had te veel voorhonger om me daarin te gaan verdiepen. Wel heb ik een magnetron combi-oven. Ik weet niet eens hoeveel watt het gloeielement gebruikt, laat staan welke temperatuur het daarbinnen wordt. Ik had er al ‘s een tosti in gebakken, maar ook ik begreep: Tosti is geen lasagne.

Elk zichzelf respecterend recept dat ik op internet vond, schreef voor dat je de oven moest voorverwarmen op 180 gr. C. Onzin, vond ik. Hitte is hitte. Binnen bepaalde grenzen valt een beetje meer of minder hitte te compenseren door de tijd van blootstelling eraan, hoorde ik de natuurkundige in mij zeggen.

Een uurtje later verscheen er heerlijke lasagne op tafel. CHECK!

In mijn pioniers-enthousiasme heb ik de volgende dag ook een quiche lorraine in het trouwe oventje weten te bakken. Hierbij moest ie nog harder werken, maar na dik anderhalf uur was het klaar. Intussen heb ik geleerd dat ik als vuistregel de voorgeschreven tijd x 3 moet nemen.

Computerles

Begin deze maand stelde een Thaise kennis me voor aan een 14-jarige jongen genaamd Non. Ondanks zijn leeftijd kent hij al aardig wat Engels en is zeer geïnteresseerd in computers. In de toekomst wil Non zijn geld verdienen op internet en hij vroeg mij of ik hem kon leren programmeren.

“Tuurlijk!”
“Kosten?”
“Nee hoor!”

Elke zondagmiddag komt hij nu bij ons.

Inmiddels heeft hij (met behulp van HTML en PHP) zijn eigen website met spelletjes gemaakt. Ik vermoed dat hij behoorlijk autodidactisch is, maar ook is hij nogal eigenwijs. Zo wilde hij een map voor plaatjes die ik ‘images’ wilde noemen, beslist een Thaise naam geven. Later kwam ik erachter dat dit de naam van zijn school was. Deze naam staat nu ook op zijn website. Waarschijnlijk is hij er erg trots op en wil zijn klasgenoten laten zien wat hij heeft gemaakt.

Ladyboy show, nacht-BBQ en jadong

Chiang Rai’s nightbazaar heeft behalve stalletjes, waar onder anderen  hilltribe-mensen hun waar aanbieden, twee zogenaamde foodcourts. Beide foodcourts hebben behalve eten en drinken ook continue optredens van artiesten.

Sinds kort treedt mijn vriendin Polly hier op als danser in het ladyboy cabaretdeel. Voor een deel ontwerpt en maakt ze haar eigen costuums. Ze verdient er (nog) geen geld mee, maar ze vindt het erg leuk om te doen.

De kleinste foodcourt is uitsluitend bedoeld voor toeristen. De grootste heeft een 40-tal stalletjes die allerlei etenswaar aanbieden, variërend van gefrituurde insecten tot sushi. De plek biedt plaats aan zo’n 800 man en als het niet regent, zit het iedere avond van het jaar vol veel lokale mensen, maar ook behoorlijk veel Thaise toeristen. Buitenlanders zijn hier in de minderheid.

Om 12 uur sluit de nightbazaar, maar bij genoeg belangstelling organiseert O, de uitbater van een hotpot stalletje met enige regelmaat een nacht-BBQ op het verder verlaten plein. Iedereen die komt, betaalt een vrije gift.

Zondagnacht was het weer eens zover, even door de keuken sluipen via de achterkant van een stalletje schuin tegenover ons huis en we waren er al. Het gezelschap bestond voornamelijk uit artiesten die ’s avonds daar en elders optreden. Polly stelde voor om hun de rest van mijn lasagne en quiche te laten proeven.

Voorzover het niet uit beleefdheid was, was ik blij met de lovende kritieken. Zanger en gitarist Es liet zich de lasagne kennelijk goed smaken, want hij schepte maar liefst twee keer opnieuw op. Het standaarddrankje was jadong. Dit drink je in kleine glaasjes samen met grote glazen water.

Onlangs liet mijn achterbuurman me zien hoe je het maakt. Heldere rijstwijn of sato met 28% alcohol van een distilleerderij is de basis. Die mixt hij met honing, citroen en een multi-kruidendrankje, waardoor het rood van kleur wordt.

Het wordt bij voorkeur ijskoud geserveerd. Eén fles van 70 cl verkoopt hij in zijn bar voor 120 baht.

Om het te drinken, heb je volgens mij een acquired taste nodig. In het begin vond ik het stinken en dacht dat het bootleg was, dus wilde ik er niks van weten, maar nu ik inmiddels weet wat erin zit, doe ik gewoon mee.

Bij elk glaasje proosten ze hier met: Njohk!

1 reactie op “Dagelijks leven in Thailand: Laatst had ik trek in lasagne”

  1. FrancoisNangLae zegt op

    Leuk om te improviseren en dan toch een smakelijk resultaat te bereiken.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website