Je maakt van alles mee in Thailand (264)
Alhoewel de Thai niet echt veel verschilt van de gemiddelde Belg of Nederlander maak je in Thailand toch soms iets mee wat je in Belgie of Nederland niet zo gauw zal meemaken. Daar gaat deze reeks verhalen over. Vandaag een nieuw verhaal van Lieven Kattestaart: ‘een hondenleven’
‘Een hondenleven’
In 2017 brachten mijn vrouw Oy en ik een jaar in Thailand door.
Begin dat jaar werd door ons een beleefdheidsbezoek gebracht aan schoonma in de Isaan. Zwager, eeuwig werkeloos en pal naast haar wonend, had net een puppy aangeschaft. De afkomst van het beestje, genaamd ‘kiew-ngun’, was in Isaanse nevelen gehuld en zou waarschijnlijk menig rasvereniging tot wanhoop brengen.
Zijn naam betekent vrij vertaald iets van hoek of snijtand in het Thais, maar dit exemplaar had meer weg van een opspelende verstandskies, en was ooit wat mij betreft net zo welkom.
Zwager, in een poging zijn hond op te voeden tot goudvis, aaide het beestje nooit, riep het nimmer tot de orde, en mikte tweemaal per dag nonchalant wat kliekjes op het gras.
Daarmee het soort halfwilde viervoeter creërend waar zelfs de hondenfluisteraar zijn handen niet aan zou willen branden. Het diertje kreeg dan ook, tijdens de gevechten om het voedsel met de rest van de hongerige erf-menagerie, geen enkele kans een normale huishond te worden.
Eens, tijdens die gemiste inprentingsperiode, kreeg ik de pup in handen gedrukt. Op dat moment met druipneus en bonkend hoofd bezig een hardnekkige griepaanval te bevechten. Nog een laatste Nederlands souvenir, waarschijnlijk opgedaan op Schiphol.
Pas weken later, na een bombardement met felgekleurde Thaise smarties zouden de bacillen het opgeven, maar in die tussentijd stond mijn hoofd beslist niet naar puppy’s.
Dus reageerde ik verre van verheugd op het kleine mormel. Maar aaide het wel gedachteloos over de bol, krabde het achter de oortjes, én, monumentale vergissing, trakteerde het op stukjes kip van mijn bord.
Met mijn eetlust van nul komma nul allang blij dat ik het ergens kwijt kon.
Vele maanden later, bij een nieuw bezoek aan schoonma, werd ik besprongen door een zwaar stugbehaard monster. Tot aan zijn honde-oksels overdekt met verse stinkmodder. Enthousiast tegen me opspringend na mijn nietsvermoedend uit de auto stappen. Twee prachtige pootafdrukken van smurrie achterlatend op mijn nieuwe T-shirt, en vervolgens niet te beroerd deze handeling te herhalen op mijn broek nadat ik hem met veel moeite van me af had geduwd.
Hem daarbij verwensen tot in het zevende nest nakomelingen had net zoveel effect als hem de Nobelprijs toekennen, zo bleek.
Toen pas herkende ik kiew-ngun, intussen een flink uit de kluiten gewassen hond geworden. Hij was mij beslist niet vergeten. Vrouw Oy kreeg een vriendelijke kwispel, ikzelf moest moeite doen overeind te blijven.
Ziedaar de beloning voor kip uit het vuistje.
Zwager, ooit niet te beroerd om een puppy te nemen, riep van verre vruchteloos zijn goudvis tot de orde.
Dat was mijn tweede kennismaking met kiew-ngun. Na dit vrolijke weerzien bleek hij in de tussentijd weinig te zijn bijgebracht en al helemaal geen tafelmanieren. Tijdens iedere maaltijd hijgerig naast ons plaatsnemend, schooiend en kwijlend.
Vrouw Oy vond er wat op.
Een emmer water over zijn kop, en ziedaar: doorweekte hond kiest het hazenpad.
Het bleek een Pyrrus-overwinning. Want kort daarna keerde hij terug, en schudde zich pal naast mijn bordje nasi uit als een beer na de zalmenjacht.
Hij maakt ook geen onderscheid wat betreft etenswaar. Zelfs als ik een stuk watermeloen leeglepel, zal hij proberen daarvan een deel te bemachtigen.
Ooit, om hem het geschooi af te leren, gooide ik de hondse bedelaar een stukje van het fruit toe. Wat hij vervolgens vertikte op te eten, want het stond niet op zijn carnivoren-menu.
Het weerhield hem er echter niet van daarna weer verder te gaan met schooien, want je weet natuurlijk maar nooit, het volgende stuk meloen zou wel eens naar gerookte ham kunnen smaken.
In zijn beperkte hondenhersens is alles mogelijk.
Maar op een of andere manier kreeg ik toch een zwak voor het kreng. Hij is namelijk totaal onbevreesd, en stapt zo bij de overburen het erf op. Waar de drie aanwezige huishonden hem meteen hun dreigende koppen laten zien, gevolgd door het vriendelijke verzoek op te zouten. Hetgeen hij pas na het uitwisselen van wat gebitsgegevens en bekomen van bebloede kop zal doen. Om de volgende dag gewoon weer een nieuwe poging te wagen.
Ook heeft hij zo zijn nuttige kanten. Op mijn joggingrondjes bijvoorbeeld. De eerste maal dat ik hier de gymschoentjes aanschoof voor een kleine Isaan-marathon, stoof me op een kleine honderd meter van huis een viervoetige haarbal voorbij.
Zo onverwacht dat het licht stuiterende hartkleppen veroorzaakte.
Mocht ik gedacht hebben dat het een hondse schijnbeweging was, en hij al snel weer terug zou keren naar huis, dan had ik het mis. Hij vond het prachtig, en spotte opwarmende slangen en ander gespuis vér voor ik ze zelf in de gaten kreeg.
Daarbij soms pal voor mijn voeten halthoudend om een interessant geurtje te onderzoeken. Wat door mij, al zwetend en snuivend, met weinig vreugde werd ontvangen.
Maar mijn getier over zijn stompzinnige gedrag kostte me echter alleen maar lucht die ik op dat moment beter had kunnen gebruiken.
Een oerstom, maar lief beest, deze rataplan van het Oosten.
Aaien of achter de oren krabbelen doe ik hem echter weinig meer. Want door zijn levensstijl van rollen in de rijstvelden, koeienvlaaien als gezichtsmasker gebruiken, en andere heerlijke hondenzaken is hij een eersteklas meurend vlooien en teken-pakhuis geworden.
Maar mijn voorstel over te gaan tot aanschaf van hondenshampoo en borstel, teneinde hem weer toonbaar te maken werd afgeschoten door vrouw Oy, die er haar veto over uitsprak.
Want zwager zou het opvatten als een teken dat hij niet goed voor de hond zorgde, en zou met onze was-actie zijn gezicht verliezen. Aldus bleef de shampoo in de schappen van de buurtsuper, en behield kiew ngun zijn klitten. En bleef een gezonde hond, zij het met het uiterlijk van een onverzorgde zwerver.
Gezond, maar waarschijnlijk geen lang leven beschoren.
Niet op de kamikaze-manier waarop hij de hoofdweg overstuift, of zijn nimmer aflatende brutaliteit etaleert, die hem in gevecht brengt met iedere boze boer of waakse hond in de nabije omgeving.
De dag ligt nog in het verschiet, maar ooit zal de vergadering van dorpshonden botje bij botje leggen, en hem op een mistige Isaan-morgen opwachten met een roedel ingehuurde Dobermanns, ik ben er zeker van.
Maar tot die tijd zal hij niet van onze zijde wijken, tot lichte ergernis van zwager.
Tenslotte zijn echte baasje.
Maar wat doe je eraan?
Want ze zeggen wel eens dat honden op hun baas lijken, en in dit geval is dat zeker waar.
Want ook zwager is hele dagen thuis, staat bekend als de bonte hond, en geef je hem te eten is hij je beste vriend.
Over deze blogger

-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
prachtig, dank!
Mooi geschreven.
Hond zowel als zwager zeer herkenbaar.
Heerlijk, mijn ochtend is weer goed, bedankt.
Weerom een prachtige bijdrage Lieven.
Herken mij volledig in dit verhaal. Ik heb een identieke ervaring met de hond van de buurman. Die is meer bij ons dan bij zijn baasje en slaapt zelfs ’s nachts voor onze deur. Alleen zou ik het nooit op dezelfde manier als jij kunnen beschrijven. Samen met Lung Jan ben jij mijn favoriete “auteur” van Thailandblog. Telkens als ik de titel ‘Je maakt van alles mee in Thailand’ zie hoop ik dat het opnieuw een bijdrage van jou is.
Doe zo verder Lieven. Je hebt een unieke schrijfstijl.
Bij gebrek krab ik mezelf maar achter een oor…
Prachtig voor iedere liefhebber