Je maakt van alles mee in Thailand (206)
In de serie verhaaltjes, die wij plaatsen over iets bijzonders, grappigs, merkwaardigs, ontroerends, vreemds of gewoons, dat lezers in Thailand hebben meegemaakt, vandaag: Geveltoerisme
GEVELTOERISME
Eind jaren negentig vorige eeuw. Vele weken vakantie vierend in Thailand. De laatste dagen daarvan samen met vrouw Oy en haar oude moeder logerend bij zwager Oth in Bangkok. Zwager woont in een zijstraat van de razenddrukke Phaholyothin Road. Zijn optrekje is gelukkig groot genoeg, en gelegen in een gezellige wijk. Met eettentjes, koffiebarretjes, en welriekende mobiele soepkarren alom.
Het dagelijks leven meemaken in deze bruisende wereldstad lijkt me een prima afsluiting van dit vakantiegebeuren. Nadat een timide ogende Thaise jongeman me op de hoek van de straat ietwat verlegen gedag zegt voel ik me zelfs op slag ‘één met de locals’. Om maar eens een vaak bewierookte reisgids-uitdrukking te gebruiken.
Die morgen installeer ik mij al vroeg aan zwagers betonnen buitentafeltje. Een mok niet al te beste instantkoffie in de knuistjes en genietend van de dan nog enigszins aangename temperaturen. Op het balkon van de overbuurman ontwaar ik iemand met krijt en meetlint. Vlijtig bezig strepen te kalken op de buitenmuur. Zo te zien wil buur de gevel laten opknappen, en deze kan inderdaad wel eens een verfje gebruiken.
Nieuwsgierig alle handelingen van de klusjesman volgend, ben ik blij zelf niet te hoeven werken. Bedenkend dat ik bij onze volgende logeerpartij waarschijnlijk de nieuw gelakte buitenmuur van buur zal kunnen bewonderen. Van binnen warm worden van de gedachte aan een volgende vakantie, prijs ik me gelukkig nog een paar dagen hier te mogen zijn. In plaats van rond te darren in het koude en kille Nederland.
DECIBEL-DRAMA
De volgende ochtend, wederom gezeten aan de buitentafel en ersatz-koffie slurpend. Dan begint een gillende boormachine zich een weg te vreten in beton. En in mijn geschokte zenuwen. Het zal toch niet?
Een blik op de overkant leert me dat daar een hele zwerm verbouwingsvogels is neergestreken. Met een verontrustende hoeveelheid materieel. Men gaat zo te zien serieus werk maken van buurs gevel. En wel metéén.
Bonkend begint een nijver bijtje de balkonmuur te bewerken met een voorhamer. Stofwolken wervelen rond, dichte mist bij blauwe hemel veroorzakend. Voegen worden uitgefreesd, bakstenen verpulverd, en vuisthamers beuken op weerbarstige Bangkok-wapening. Een flink aggregaat doet daarbij ronkend zijn best voldoende stroom en herrie te produceren, zodat andere herrie kan doorwerken.
Vertwijfeling en ongeloof strijden om voorrang in mijn hoofd. Want hoe kosmisch klein is de kans op het treffen van een buurman in deze miljoenenstad die grootscheeps aan het verbouwen slaat, de paar dagen in het jaar dat je tegenover hem logeert?
Een beetje Thai was direct naar de dichtsbijzijnde lotenverkoper gesneld. Overtuigd van flinke winstkansen door deze renovatie-ramp. Hoewel van nature niet bijgelovig zie ik zelf zowaar ook een flinke kans. Dat mijn vakantievreugde bij het grofvuil kan.
Die avond, als de rust eindelijk is weergekeerd, begint op de hoek een ontgroeningsfeestje van studenten. Tot diep in de nacht geschreeuw, gezuip, en bizarre taferelen. Ik doe geen oog dicht. De timide jongeman blijkt de grootste schreeuwlelijk van allemaal. Waarschijnlijk omdat het zijn ouderlijk huis is waar de nachtbrakers huishouden.
De volgende ochtend trakteert attente buur ons op een cirkelzaag-serenade tijdens de koffie. Als koekje serveert men er verse hamerslagen en persluchtgeluiden bij.
OP DE VLUCHT VOOR BURENGERUCHT
Teneinde algehele somberte en depressie te voorkomen ga ik de volgende dagen veelvuldig op audiëntie in nabijgelegen winkels en shopping-malls. Mezelf erop betrappend bij de Family Mart naar oordoppen te zoeken. Tevens solliciterend naar een oorkonde als langstverblijvende klant van de Big C. Afgaande op de licht verontruste blikken van het personeel maak ik goede kans.
Maar kom ik terug na vele uren shoppen, dan wervelt een kakofonie aan renovatie-kabaal me al een straat verderop tegemoet. Met als extraatje nu een gorgelende betonmolen erbij, die grijze smurrie produceert voor inwendige reparaties aan buurs optrekje.
Vrouw Oy blijft er kalm onder. Haar recept tegen dit decibel-pandemonium? ‘Doe maar net alsof het er niet is’. Waarna ze weer in haar geliefde Thaise tv-serie duikt. Met wat opgeschroefd volume. Ik vraag me af wat erger is voor mijn geteisterde gemoed, buurmans betonbeukers of deze tranentrekkende Thaise soap met de diepgang van een badeendje.
Buurman wint.
Schoonmoeder is een allerliefst mens, maar ook zij begrijpt mijn probleem niet. Op de keukenvloer haar betelnootje kauwend straalt ze een onaardse rust uit. Alsof er niet tien meter verderop een gillende tandartsboor overuren draait.
Het ouwe mensje stond waarschijnlijk al tijdens de oerknal met de vingers in de oren, dus het burengerucht dat haar doet wankelen moet van goeden huize komen. Ikzelf begin echter lichtjes te wanhopen, en te vermoeden dat de aanstaande thuisvlucht dat ook echt gaat worden.
Na drie dagen bruut afschaven van mijn weerstand en goede humeur capituleer ik. Om niet met valium-infuus en rijp voor rolstoelassistentie op Schiphol aan te komen, neem ik een drastisch besluit. Ik ga op mezelf. Het op loopafstand gelegen Royal Bee Apartment heeft gelukkig nog plaats voor bleekneusjes met vergevorderde verbouwingsvrees.
Hemelse rust omspoelt me in deze oase en alles valt van me af. Platliggend op bed is het enige geluid wat me nog bereikt het zachte gezoem van de airco. Wat mij betreft ook het enige wat ik nog aankan, in dit stadium van gerafelde zenuwen en geschokt gestel.
SLIPPERTJE
De volgende dag is vertrekdag. Eerst roerend afscheid van de schoonfamilie, dan brengt zwager ons met zijn pick-up naar het vliegveld. Om er daar achter te komen, nog op mijn slippers lopend, dat men per vergissing mijn schoenen bij de bagage van schoonma gevoegd heeft. En deze dus het stiltegebied van de Isaan als eindbestemming hebben gekregen. Zij wel.
Op een paar uit de koffer getrokken sokken, en inderhaast aangeschafte ( en zwaar overprijsde ) luchthaven-gympen, stap ik wat later aan boord van de EVA-Boeing.
Hard aan vakantie toe.
Over deze blogger

-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Prachtig verwoord!
heel leuk geschreven , doe nog maar vaker een stukje, dat is lezers-entertainment