‘De dag dat ik probeerde Thais te denken: Een verslag van een mislukte poging tot culturele osmose’

Wat gebeurt er als een nuchtere Farang besluit om zich een dag volledig over te geven aan het Thaise denken? Zonder vragen, zonder haast, met een glimlach en veel “mai pen rai”. Het werd een dag vol misverstanden, chilipepers, knikjes en een lekkende kruik heilig water. En een wijze les: Thaise rust kun je niet afdwingen, hooguit bewonderen.
‘Waarom ik nooit weet of het feest is in Thailand’

In Thailand hoef je geen agenda bij te houden om te weten dat er iets aan de hand is. Je hoort het, je voelt het, je ruikt het. Maar wat het precies is? Geen idee. Bruiloft, crematie, tempelfeest? Als farang in het dorp leer je dat het niet gaat om wát er gevierd wordt, maar dát er geleefd wordt.
‘De tv die tegen de stilte praat’

In een houten huis aan een stoffig zandpad woont tante Nuan, een oudere vrouw die zelden praat maar wiens tv altijd aanstaat. Niet om naar te kijken, maar om niet alleen te zijn. Een warme ontmoeting over geluid, stilte en de kleine manieren waarop mensen zichzelf gezelschap houden wanneer woorden tekortschieten.
‘Hoe een pinautomaat het verloor van de liefde’

Een Nederlander in Khon Kaen haalde het nieuws met een bizarre daad: hij probeerde een geldautomaat los te rukken, zogenaamd uit liefde voor zijn Thaise vrouw. Dom, tragisch of herkenbaar? Farang Kee Nok bekijkt het vanuit zijn hangmat, vraagt zijn vrouw om raad en komt tot een verrassend nuchtere conclusie, met een open uitnodiging aan de lezers.
‘Waarom ik niet meer over geld praat met Thai’

In Thailand praten over geld lijkt onschuldig, maar kan ongemerkt culturele muren optrekken. Als farang kom je al snel over als opschepper of betweter, zelfs als je het goed bedoelt. In dit persoonlijke verhaal ontdekt Farang Kee Nok waarom geld in Thailand niet zomaar een betaalmiddel is, maar een spiegel van status, harmonie en beleefdheid.

In het hoge noorden van Thailand woedt iedere nacht een stille oorlog. Niet met slangen, spinnen of spoken, maar met een klamboe. Wat begon als een romantisch tropisch idee, eindigt steevast in een worstelpartij met netstof, muggen en gekrenkt expat-ego. Een herkenbaar verhaal voor wie ooit dacht dat slapen onder een klamboe iets rustgevends zou zijn.
‘Farang op slippers in het regenwoud’

Het leek zo’n onschuldig plan: een ontspannen wandeling door het Thaise regenwoud, op slippers van de markt. Maar wat begon als een avontuur eindigde in modder, bloedzuigers en morele lessen van een dorpskip. Farang Kee Nok vertelt met milde zelfspot over een jungletocht die vooral liet zien waarom avontuur soms beter in je hoofd kan blijven.
‘Mijn brommer is mijn boeddha’

In Noord-Thailand rijd ik niet in een auto met glimmende snufjes, maar op een gammel brommertje dat vaker weigert dan start. Toch blijkt dat krakende ding mijn grootste leermeester. Tussen toeterende vrachtwagens en wiebelende spiegels ontdek ik lessen in geduld, eenvoud en loslaten. Soms klinkt verlichting gewoon als een pruttelend motortje dat onverwacht weer aanslaat.
‘Zoetsappige verhaaltjes? Ja, dat klopt!’

Farang Kee Nok legt uit waarom hij niet reageert op reacties onder zijn columns en waarom hij juist kiest voor de positieve kanten van het leven in Thailand. Geen gezeur over smog of corruptie, maar verhalen over hanengekraai, dorpsbezoekjes en glimlachende buren. Als dat ‘zoetsappig’ is, dan is dat precies de reden waarom hij hier woont.
‘De bruiloft zonder uitnodiging’

Toen ik toevallig langs een feestterrein liep, werd ik zonder aarzeling naar binnen gewenkt. Geen uitnodiging, geen vragen. Alleen een bord eten, een glimlach en een stoel tussen onbekenden. In het dorpsleven van Thailand betekent erbij horen soms gewoon: verschijnen. En blijven. Een verhaal over gastvrijheid die vanzelfsprekend voelt, zelfs als je niemand kent.
‘De jongen met het scheve fietsje’

Elke ochtend hoor ik hem aankomen, lang voordat ik hem zie. Een ratelend, piepend fietsje, een brede lach en twee knieën vol stof. Hij heeft geen nieuwe schoenen, geen rechte wielen en toch lijkt hij de gelukkigste jongen van het dorp. Zijn vrolijkheid rammelt elke dag langs mijn veranda en laat me nadenken over wat je echt nodig hebt.
‘De monnik die mijn horloge stal (of niet?)’

Toen mijn horloge ineens spoorloos was, viel mijn blik al snel op de jonge dorpsmonnik die die ochtend langs was geweest. Had hij het stiekem meegenomen, of was ik gewoon paranoïde? Dagenlang liep ik rond met een mengsel van schaamte en verdenking, tot ik het horloge terugvond in mijn eigen tuin. Soms leert Thailand je dat niet elk raadsel opgelost hoeft te worden.
‘De wind over de grens’

In het rustige dorpsleven van Noord-Thailand dringt het nieuws van het grensconflict met Cambodja langzaam door. Farang Kee Nok kijkt uit over de rijstvelden en voelt de zinloosheid van het geweld. Terwijl de wind over de grens blaast, beseft hij dat oorlog nooit gewonnen wordt door zij die het dichtst bij de aarde leven.

In Thailand leer je snel dat slippers een eigen wil hebben. Je parkeert ze netjes voor de tempel, maar na afloop staan er twee andere exemplaren klaar. Niemand schrikt daarvan. In deze luchtige column neemt Farang Kee Nok je mee in de wereld van verdwijnende sandalen, loslaten in de praktijk en de kunst van het accepteren van mismatch.
‘Waarom “My Way” beter niet jouw way is’

Een Thaise karaokemachine, een overmoedige farang en een nummer van Frank Sinatra. Voeg daar wat lauw bier en verbaasde dorpsgenoten aan toe en je hebt het perfecte recept voor plaatsvervangende schaamte en een onvergetelijke avond.
‘Het mysterie van de plastic stoelen’

Ze staan overal en nergens: kleurrijke, wankele plastic stoelen die het straatbeeld van Thailand bepalen. Je ziet ze bij tempels, markten en familiefeestjes, vaak stoffig, soms scheef, altijd aanwezig. Maar achter hun simpele uiterlijk schuilt een diepere waarheid over het leven, de mensen en de manier waarop Thai kijken naar zitten, wachten en samen zijn.
‘De magie van het Thaise ochtendlicht’

Vlak voor zonsopgang, als het dorp nog slaapt en de wereld haar adem inhoudt, openbaart zich iets magisch. In een zachte stilte die niets vraagt en alles geeft, verandert het ochtendlicht het alledaagse in iets bijna heiligs. Farang Kee Nok beschrijft hoe een vroege ochtend in Noord-Thailand hem onverwachts stilzette, met koffie, kippen en verwondering.
‘Er gebeurt hier niets (zegt zij)’

Mijn vrouw zegt vaak dat er in ons dorp weinig gebeurt. Alles gaat zijn gangetje. Geen nieuws, geen drama. Maar ik, als farang, zie het anders. Want achter elk bezoek van de buurman met een paling, elke optocht met een konijn en elke kip die de woonkamer binnenwandelt, schuilt een verhaal dat het waard is om verteld te worden.

Elke farang denkt dat hij na een paar jaar in Thailand het spel van onderhandelen wel in de vingers heeft. Tot hij naast zijn vrouw staat op de dorpsmarkt. Terwijl ik stuntel met courgettes, haalt zij met één oogopslag korting én gratis koriander binnen. Een ode aan de stille superioriteit van de Thaise echtgenote.
‘Als zelfs mijn vrouw het zwaard opneemt…’

Mijn vrouw is de kalmte zelve. Ze praat zacht, glimlacht vaak en raakt zelden van haar stuk. Totdat het grensconflict met Cambodja weer oplaait. Ineens verandert ze van een thee-zettende boeddhiste in een vurige nationaliste. Een absurde, maar herkenbare blik op hoe zelfs de vredelievendste Thai in vuur en vlam kan raken zodra het vaderland wordt aangeraakt.