‘Smaken verschillen’

Thailand is een mooi land.
Brazilië ook.
Redmond O’Hanlon, vogelkenner en boekenschrijvend avonturier, verhaalde ooit eens over zijn geestverruimende ervaring met de ‘Yopo’-drug in laatstgenoemd land.
De grootste kick van dit spul, toegediend door een Amazone-indiaan die het met forse kracht via een blaaspijp in je neusgaten toetert?
Het euforische gevoel krijgen de bizarre opblaas-sessie overleefd te hebben.
Waarna je vervolgens kotsend, kwijlend, en naar adem snakkend op zoek mag naar je losgekomen schedeldak.
Mijn vrouw Oy zou het heel goed met Redmond en zijn Winnetou-vriendjes kunnen vinden, ik ben er zeker van.
Want de keren dat mij, boven in de hobbykamer gezeten, en naarstig strevende naar enige inspiratie voor mijn Thailandblog schrijfsels, onrustbarende geluiden bereikten uit de woonkamer beneden, zijn niet meer op één hand te tellen.
Eenmaal poolshoogte nemend tref ik haar dan roodhoofdig, snotterend en met natbetraande wangen aan. Weliswaar zonder blaasroer of inheems neusgatenpoeder, maar wel gebogen over een kom eigengemaakte som-tam salade.
Van een zeldzame kleur rood die het ergste doet vermoeden.
Op mijn voorzichtige raad in dezen, namelijk eens wat minder van die Thaise Vesuvius-pepertjes te gebruiken in haar heksenketel, volgt meestal een licht misprijzende blik mijn kant op.
Want hoe zou ik, onwetende farang, met mijn gepamperde Nivea-huig en slechts gewend aan zoiets blaartrekkends als bruine bammetjes met komijnekaas, ooit de vurige geneugten van een zelf gefröbelde som-tam kunnen ervaren, als ik nooit eens in het diepe sprong?
Menend mijn Hollandse mannelijkheid te moeten verdedigen, en alsnog toehappend, moet ik dat bekopen met totale verlamming van tong en tandvlees, gevoegd bij wagonladingen hun congé gevende smaakpapillen.
Waarna we samen aan de eettafel gezellig een potje gaan zitten janken, waarbij gezegd moet worden dat zij de enige is die daar enig plezier aan beleeft.
Het punt van vrouw Oy?
Als je nooit eens buiten je eigen comfortzone stapt, wordt het leven heel erg saai.
En ook heel erg voorspelbaar.
Zij reageert dan ook heel anders op onverwachte gebeurtenissen, zowel hier, in het keurig aangeharkte Nederland, alsook in het verre en soms behoorlijk chaotische Thailand.
Zoals haar idee, vele jaren geleden, met de auto van Pattaya naar omgeving Korat te rijden, om zo schoonmoeder aldaar te verblijden met een onverwachts bezoek.
Een wonderschoon plan.
Vooral omdat mijn rijervaring in het aloude Siam, zijnde met bus, trein, ronkende tuk-tuk, of gezeten achterop een voortrazende viertakt, in die tijd geheel door anderen werd aangedragen.
Toen ik vervolgens kans zag met onze geleende Toyota een niet geheel onbelangrijke afslag te missen, en besloot ons beiden bloot te stellen aan een enkeltje bruisende metropool zonder enig zicht op de uitgang daarvan, nestelde een lichte twijfel zich in mijn anders zo stabiele voorhoofdsholtes.
Want mijn wegenkennis van dit doolhof stond zo’n beetje gelijk aan mijn vermogen tot het oplossen van complexe vraagstukken op het gebied van de kwantummechanica.
Oftwel, men diende terstond alle nog aanwezige hoop te laten varen.
Hoewel gezegd moet worden dat eenmaal in de greep van eindeloos asfalt, hoog octaan hitte, en inkijkjes in de Hel van Dante op verkeersgebied, de deeltjesversneller in mijn borstkas alle zeilen bijzette om het eigen duurrecord te kunnen overtreffen.
Toen ik een halve eeuw later, (ernstig getraumatiseerd door onafzienbare rijen voortkruipend vierwielig blik, en mijn schoenen opgerekt door menig kromme tenen-aanval) met nog geen flintertje hoop die dag nog het stoffige Isaanse erf van schoonma te mogen aanschouwen, een bord met daarop ‘Bang Pa-In’ ontwaarde, was dat een lot uit de loterij.
Nimmer in de geschiedenis van het Thaise verkeer zal iemand zo gefixeerd zijn geweest op het ditmaal nemen van de juiste afslag naar een bepaald oord.
Waarvan ik gek genoeg slechts één ding zeker wist.
Namelijk dat het buiten dit gekmakende betonnen gesticht was gelegen, en daardoor op dat zenuwslopende moment voor mij equivalent aan het ultieme Thaise paradijs, met als toegift nog wat nectar en ambrozijn, geserveerd door rondborstige hoela-hoela meisjes.
Pogend mijn geestelijk evenwicht te hervinden en hard aan een verschoninkje toe, maakte ik wat later een korte stop bij een benzinestation.
Daarbij gadegeslagen door een geamuseerde Oy.
Zij had namelijk alleen maar genoten van deze ongewilde achtbaanrit.
Me onderweg enthousiast allerlei bekende plaatsen aanwijzend, tijdens het wegsnacken van een familiezak Thaise wokkels en flesjes ijsthee.
Ik had toch altijd al eens het Lumpini-stadium willen zien? Nou dan.
Dichterbij was ik beslist nog nooit geweest.
Ik zag er op dat moment de lol niet van in. Wat haar tot de conclusie bracht dat farangs altijd wat te zeuren hebben, zelfs als zich een buitenkansje voordoet.
Het soort buitenkansje dat ons ooit werd aangeboden door nicht Taen, die in het stadsdeel Prawet een klein appartement leeg had staan.
Misschien leuk voor ons om eens een tijdje aldaar te verblijven, tijdens een lange Thailand vakantie?
Ik hou niet van steden, en al helemáál niet van grote steden zoals Bangkok, maar het vooruitzicht eens het echte Thaise leven van dichtbij mee te kunnen maken, gevoegd bij het gesloten kunnen houden van de beurs ( mijn Nederlandse deeltjesversneller sprong op van vreugde ) en vrouw Oy die dagelijks de heerlijkste maaltijden zou serveren vanuit het minikeukentje, gaf de doorslag.
Het appartement lag op de vijfde verdieping, en was niet bepaald groot, maar daar stond dan weer tegenover: er was een leuke dagmarkt vlakbij, een 7-11 op iedere straathoek, eetstalletjes te kust en te keur, ikzelf zou door onderdompeling in deze smeltkroes van geuren en kleuren natuurlijk meer schrijf-ideetjes voor een bepaald blog opdoen dan ik ooit nog aankon, en bovenal, de lokale Thai zouden ons met open armen ontvangen.
Ik hield het exact drie dagen vol.
Nadat we die laatste nacht om half vier werden getrakteerd op zowel een wedstrijd verbaal moddergooien (tussen twee zeer gemotiveerde oudere deernes, in bezit van king-size stembanden en nog grotere wederzijdse afkeer, de afstand tussen de twee flatgebouwen dan ook met gemak overbruggend) alsook het anderhalf uur lang met donderend decibelgeweld uitproberen van de giga-bassen in de Gotham muziekzaak op de hoek, meende ik dat de tijd gekomen was ietsje minder Thaise cultuur te gaan opsnuiven.
Vrouw Oy, kans ziend zelfs door dit helse kabaal heen te slapen, sputterde tegen en verweet mij enige ondankbaarheid.
Net wat voor mij om het meteen al op te geven, terwijl nichtje zo haar best deed het ons naar de zin te maken.
Want zeg nou zelf, waar vond je als farang ooit een gratis flat in Bangkok?
Waarop ik besloot deze Thaise tropenkolder nog een tweede kans te geven en, hoewel weinig begeesterd, er enkele dagen afzien bijboekte.
Die volgende middag keek ik vanaf het balkon van ons claustrofobisch onderkomen naar beneden.
Een klein jongetje, rijdend op een splinternieuw blauw fietsje, dat zelfs nog geheel in plastic was gewikkeld, stopte om eenieder zijn nieuwste aanwinst te tonen.
Om dan vervolgens het plastic eraf te rukken, daarbij even later vriendelijk geholpen door een passerende voetganger.
Nadat de tweewieler geheel ontdaan was van zijn plastic cocon, reed de jongen vrolijk weg teneinde alle flat-vriendjes kond te doen van zijn blauwe wonder, en ging ook de behulpzame voetganger zijns weegs.
De berg plastic en karton bleef eenzaam op straat achter.
Maar gelukkig niet voor lang.
Een passerende brommernozem reed er met de halve lichtsnelheid overheen en verspreidde zo het plastic over de gehele straat.
Waar het spul dagen later, toen we de flat verlieten, nog kans zag zich hardnekkig om mijn schoenen te wikkelen (op de achtergrond kon een korte doch unieke voordracht in Nederlandse schuttingtaal worden waargenomen) en me vervolgens tot grote hilariteit van enkele buurtbewoners onzacht met het Thaise asfalt in aanraking te brengen.
Sindsdien weet ik het zeker.
Geef mij maar saai en voorspelbaar.
Over deze blogger

-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur13 september 2025‘Smaken verschillen’
Cultuur21 augustus 2025‘De Thaise extase-kapper’
Cultuur8 augustus 2025‘Mijn Thaise vriend’
Cultuur1 augustus 2025‘Gevalletje schade’