Een diepgaand gesprek met de Thaise buurman die drie zinnen kent en ze altijd in dezelfde volgorde gebruikt

In mijn dorp woont een man die de Engelse taal volledig beheerst. Hij heet Kiet, is zestig jaar oud, bezit drie tanden, twee brommers en exact drie Engelse zinnen. Meer heeft hij nooit nodig gehad en eerlijk gezegd: hij komt er verdomd ver mee.

Elke ochtend schuifelt hij op zijn rubberen slippers langs mijn huis, een knikje van het hoofd, een blik vol vriendschap en dan, steevast:

“I am fine, and you?”

Het is een vraag die hij stelt zonder ooit naar het antwoord te verlangen. Zoals een schilder zijn penseel wast voordat hij aan een leeg doek begint. Een ceremonieel begin, meer dan communicatie.

“I’m good, thanks,” zeg ik dan.
Waarop hij knikt, alsof ik zojuist een proefwerk Engels met een acht heb afgesloten.
Daarna, met lichte plechtigheid: “I am from Thailand.”
En tenslotte, als de kroon op het gesprek: “My name is Kiet.”

Daarna is het klaar. De voorstelling is afgelopen. De acteur heeft zijn tekst opgezegd, het doek kan vallen.

Wat mij ontroert, is de ernst waarmee hij dit doet. Zijn gezicht verraadt geen spoor van twijfel, geen ironie. Het is alsof hij, gewapend met slechts drie zinnen, een brug wil slaan tussen werelden, culturen, levens. En misschien doet hij dat ook.

Want wat zegt een mens in wezen?
Hoe gaat het met je?
Waar kom je vandaan?
Wie ben je?

Daar zit het hele bestaan in samengebald. Wittgenstein zou er stil van worden. Kiet niet. Die begint gewoon opnieuw:
“I am fine, and you?”

Soms vermoed ik dat hij me in het ootje neemt. Dat hij ’s avonds in zijn hangmat ligt, de handen achter het hoofd, en gniffelt: “Die Farang denkt nog steeds dat ik dom ben. Ha! Ik spreek beter Engels dan zijn vrouw Thai.”
Maar nee. Oom Kiet is van een andere orde. Een man die geen grap uithaalt, maar gewoon meent wat hij zegt. En dat is tegenwoordig al bijna satire.

Ik heb hem wel eens willen vragen of hij ooit meer heeft gekund. Of hij misschien een vergeten lesboek in huis heeft liggen met hoofdstukken als “The Present Perfect” of “Irregular Verbs”. Maar iets in mij houdt me tegen. Alsof ik zijn wereld zou verstoren. Alsof ik de serene eenvoud van zijn taal zou bezoedelen met mijn westerse complexiteit.

Er zit wijsheid in die eenvoud. Een soort taalboeddhisme. Drie zinnen, als drie edele waarheden. Geen lijdende vorm, geen bijzinnen, geen ironie. Alleen: “Ik leef, ik ben hier, wie ben jij?”

En dus zwijg ik.
Ik laat het gebeuren.
Laat me aanspreken.
Laat me antwoorden.
En voel me even opgenomen in een ritueel dat tegelijk komisch is en troostrijk.

Misschien is het zelfs een soort vriendschap.
Geen vriendschap van grote woorden, lange gesprekken en wederzijdse therapieën maar een vriendschap die zichzelf draagt op het gewicht van een dagelijkse begroeting en een onwankelbare grammaticale volgorde.

Deze ochtend stopt hij weer.
Zijn ogen glimmen als altijd.
Zijn zinnen staan op scherp.
“I am fine, and you?”

Ik knik, glimlach, antwoord.
Hij knikt terug.
En loopt door.

In de verte hoor ik hem tegen een andere farang hetzelfde zeggen.
En ik weet: ook die is vandaag gezien.
Opgemerkt.
Erkend.

In drie zinnen.

En wat wil een mens eigenlijk nog meer…?

Over deze blogger

Farang Kee Nok
Farang Kee Nok
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand, probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.

De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.

Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral lekker, dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!

5 reacties op “De Engelse les van oom Kiet: ‘I am fine, and you?’”

  1. Willem2 zegt op

    Ik geniet elke keer weer van jouw verhaaltjes Farang Keen. Ga vooral zo door, ik lees ze altijd als eerste.

    • FKN zegt op

      Beste Willem 1 en 2,

      Dank u!

      Maar in alle bescheidenheid, de verhaaltjes van Lieven Kattestaart, Khun Rick en de Expat zijn zeker zo mooi, misschien wel mooier. Maar uw warme woorden worden gewaardeerd.

  2. Tino Kuis zegt op

    Leuk verhaal! En zo waar!

    Maar ik begrijp uit jouw naam dat jij redelijk Thais spreekt, Farang Kee Nok. Misschien is het toch aardig om meneer Kiet eens in het Thais te begroeten! Misschien kun je een gesprekje beginnen, hoeveel kinderen hij heeft, hoeveel hij verdient en hoeveel vrouwen hij heeft gehad. Dat hebben ze mij ook regelmatig gevraagd.

    Je weet dat ik erg geïnteresseerd ben in de betekenis van Thaise namen. Bhumibol betekent : ‘Kracht van het Land’, Vajiralongkorn betekent: ‘Heer van de Bliksem’ en de vriendin van mijn zoon heet Rawiporn “Gezegend door het Zonlicht’. Je begrijpt mijn vraag al: vraag Kiet om zijn naam en roepnaam in het Thais op te schrijven. Dat vindt hij vast leuk! Laat het me weten en dan vertel ik je de betekenis!

    • FKN zegt op

      Beste Tino,

      Je denkt dat ik goed Thais spreek, omdat ik mij Farang Kee Nok noem? Laat me je uit die droom helpen: mijn Thais is zo gebrekkig dat zelfs Google Translate er buikpijn van krijgt.

      Toch probeerde ik eens een gesprek met Oom Kiet. “Hoeveel kinderen?” vroeg ik in mijn beste fonetische brabbeltaal. Hij keek me aan, glimlachte trots en zei:
      “I am fine, and you?”

      Maar één ding is zeker: met drie zinnen, twee slippers en nul haast is Kiet de gelukkigste man in het dorp.

      Met groet,
      Farang Kee Nok
      (“De vogel die graag kraait maar nergens heen vliegt”)

  3. Simon zegt op

    Farang Kee Nok,

    Wat een heerlijk en leerzaam verhaaltje.
    Moeten wij ook niet meer ‘How are you’ vragen aan de ‘ander’ ?
    Dit verhaaltje kleurt mijn dag en laat mij nadenken over wat ik voor een ander kan betekenen.
    Dank je wel Farang Kee Nok.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website