
In de jaren dat we nog geen eigen auto hadden aangeschaft in Thailand, deden we vaak een beroep op de vriend van schoonmoeders, die in een tamelijk aftandse Isuzu pick-up rijdt. Het ding is in zijn meer dan 20-jarige leven al heel ruim de half miljoen kilometers gepasseerd, beschikt niet meer over zijn eerste versnelling, remt matig en ook de veiligheidsriem van de passagier hangt constant vast. Om de één of andere reden laat hij dat laatste euvel niet verhelpen, terwijl hij ook regelmatig de moeder van mijn vrouw transporteert.
Misschien is hij toch niet zo dol op haar als ze denkt. En ook niet op mij, want ik heb ook regelmatig zitten zweten op de bijrijdersstoel; van de angst, want de airco werkt wel naar behoren. Evenals zijn eigen gordel.
Goudverf en roest strijden verwoed om ieder stukje gedeukt plaatwerk en de motor werkt zoals je dat van een bejaard stuk ijzer mag verwachten. Langzaam vooruit, zolang hij er niet de brui aan geeft midden op de autoweg. Maar zoals het een goed stuk antiek betaamt, is het de grote trots van zijn eigenaar, die gelukkig niet op TB verkeert, anders zou onze liefde bij deze over zijn. Het is gewoon een goede vent, die altijd klaar staat om te helpen, vooral op de momenten dat hij niet zo gauw een uitvlucht kan verzinnen. Ach, dat is wederzijds.
Telkens als we het dorp bezoeken hebben we ook altijd iets nuttigs voor hem in de koffer; een T-shirt van de Primark, een schroevendraaiersetje van de Action of zo’n handige Chinese led-lamp voor op zijn hoofd. Hij wordt ook een dagje ouder en dan is extra verlichting mooi meegenomen bij zijn werk als Tv-reparateur. Laatst bracht ik hem een stoere fietshelm mee uit een vergeten kratje in mijn garage en nu stuurt hij zijn kleine mountainbike een stuk veiliger door het dorp. Hopelijk hoeft hij het ding nooit op zijn werking te testen. Het is een tweedehandsje en ook al was het vermoedelijk nog niet in aanraking gekomen met het Nederlandse asfalt, het blijft altijd een risico natuurlijk.
Die bewuste dag vertrokken we al tamelijk vroeg naar Nong Kai. Een leuk uitstapje en dan mag hij ook telkens mee, want hij hoort bij de familie, als hij tenminste geen werkverplichting heeft op die dag. Naast de geneugten van zijn gezelschap en hij van het onze, vergoeden we uiteraard zijn diesel en ontvangt hij kosteloos eten en drinken, wat sowieso maar een habbekrats kost in Thailand, al ben ik meestal degene met een bescheiden bakje nasi en de rest laaft zich aan complete vissen, exclusieve ‘clamps’ en af en toe nog een paar inktvis tentakels, waardoor ook in het voordelige Nong Kai de rekening kan oplopen. Maar ik beklaag me niet; we leven maar één keer en alle reizigers, behalve mijn vrouw zijn al ver over de helft, ik mag wel zeggen in het laatste kwartaal, dus het is nu of nooit.
Maar zover was het die dag nog niet. We hadden Udon Thani net met zijn vieren en de ouwe Isuzu achter ons gelaten toen we op de ‘snelweg’ naar onze bestemming een politie fuik in reden.
Je denkt dan meteen dat ze bij zo’n aftandse kar altijd wel een gebrek zullen vinden, maar schiet niet in de stress omdat de officiële tarieven voor verkeersdelicten reuze meevallen. Zelfs als je met een dronken kop een medeweggebruiker neermaait kom je ervan af met wat medische kosten en een klein bedragje voor geleden leed en inkomstenderving, die niet afhankelijk is van feitelijke inkomsten. In het ongunstigste geval draai je op voor de crematie en een kleine donatie voor de nabestaanden, maar laten we niet meteen uitgaan van het ergste scenario. Vreselijke gedachte. Gelukkig drinkt de goede man nooit alvorens in zijn Isuzu te stappen, dus dat stelde mij op dat moment gerust.
Wel begon ik in paniek aan mijn veiligheidsriem te rukken in een poging deze af te rollen, maar het ding gaf zoals gewoonlijk geen krimp. De agent bekeek mijn vruchteloze pogingen om de wet op te volgen aandachtig glimlachend. Hij sprak onze chauffeur gemoedelijk toe en die antwoordde poeslief, daarbij een stel onderdanige wai’s het raam uit sturend met zijn rimpelige handen.

Vanaf de achterbank kreeg ik de vertaling: ik moest 500 baht betalen voor het niet dragen van de riem of anders gingen we met zijn allen mee naar het bureau en zouden de kosten oplopen wegens een niet-werkende riem en wellicht andere defecten. Ik zag dat laatste niet bepaald zitten, want aan de Isuzu was meer kapot dan dat er in orde was. Voor de opgetelde boetes zou je waarschijnlijk nog zo’n wrakstuk op de kop kunnen tikken bij een lokale sloop/dealer. Niet dat je daar dan iets mee opschoot, maar voor de vergelijking.
En hoewel ik doorgaans de rust en diplomatie zelve ben (mijn fans en ook mijn vijanden hier kunnen dat beamen) brak mij op dat moment de klomp, in werkelijkheid de teenslipper.
In onvervalst Nederlands maakte ik luidkeels mijn ongenoegen kenbaar over dit grote onrecht.
‘Ik zit al jaren te smeken om een werkende gordel en nu word ik aansprakelijk gehouden voor de laksheid van die lamlendige chauffeur?!’
En zo tierde ik nog een tijdje door, de sussende geluiden vanaf de achterbank negerend. De agent deinsde veiligheidshalve wat terug en vroeg zijn collega om rugdekking. Echt gevaarlijk was ik natuurlijk niet, maar wel verhoudingsgewijs groot en behoorlijk over de rooie. Achteraf gezien begreep ik ook wel waarom ik even later in de boeien geslagen werd met het verzoek om plaatst te nemen op de achterbank van de patrouillewagen. Met veiligheidsriem. Dat dan wel weer. De rest van het gezelschap werd vriendelijk verzocht om ons naar het bureau te volgen, dat zich op zo’n 5 kilometer afstand bevond. Voor de vertaling. Ik zit niet voor niets altijd voorin, dus ik werd behoorlijk ziek op de achterbank. Mijn ontbijt hield ik ternauwernood binnen, maar het fysieke ongemak kalmeerde mij wel abrupt. En meteen kwam ook het besef dat het gewai van onze chauffeur tot een gunstigere uitkomst geleid zou hebben.
Maar enfin, gedane zaken nemen geen keer en gelukkig liep mijn aanvaring met de Thaise Hermandad achteraf ook met een sisser af, al moest er wel een nulletje toegevoegd worden aan de initiële boete van 500 baht.
Kon met de bankpas betaald worden, dus mijn genereuze donatie is ongetwijfeld in de staatskas beland, zoals het hoort.
Het uitstapje vond die dag gewoon alsnog plaats, al was het met een uurtje vertraging.
De hoge boete drukte ook geen stempel op het budget voor de uitgebreide lunch. Ach, zoals gezegd, je leeft maar eens. Tegenwoordig wel met ons eigen transportmiddel, waaraan zowat alles naar behoren functioneert.
Over deze blogger

- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 66 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur15 juni 2025De visboer en zijn magische aantrekkingskracht
Gezondheid9 juni 2025Red jezelf; word sterker! Een oproep aan allen hier
Cultuur4 juni 2025Valse broek
Cultuur30 mei 2025De zware reis naar een onzekere toekomst
Schitterende satire (alhoewel) alweer. Ik hoop met deze verduidelijking je wat rugdekking te bieden. Figuurlijk uiteraard.
Gelukkig bestaan er in Thailand en zelfs in Nong Kai QR-codes als je geen cash kan afrollen Het enige IT-fenomeen wat er zowat naar behoren functioneert (lees ook de lezersinzending van vandaag over de digitale revolutie in Thailand). Dat staaltje van technisch vernuft dat zelfs Belgen verbaast (maar we zijn dan ook dom) is dan ook het meest verhevene voor de dienders van het Thaise volk. Je weet wel: veiiligheid in het verkeer.
Ik laat de grens tussen satire en gewoon ouwehoeren weleens wat vervagen. Niet bewust, overigens, maar gewoon zoals de woorden uit mijn brein stromen. De ene keer een korte eruptie (deze keer bijvoorbeeld), de andere keer een wat langer epistel dat de gemoederen van de haiku vrienden doet kokhalzen in venijnige commentaren of stiekeme duimpjes onder andermans publieke blijk van afkeer. Ach, als we maar lol hebben hier, dat is het belangrijkste.
Meerdere keren in een fuik gereden, maar nooit problemen gehad totdat ik van vervoermiddel wisselde.
Met de Big Bike in Bangkok. Aangehouden: verkeerde rijstrook. Gewend dat in NL een grote motor gelijk is aan een auto, maar wist (nog) niet dat alle tweewielers hier gelijk aan ‘brommers’ zijn en geen ‘auto-rechten hebben.
Ik betwistte de aantijging, maar dat hielp niet. Geen engels, authoritaire houding, over-the-top eis cash betaling…
Mobiel gepakt en ambassade gebeld…zogenaamd. Luid nederlands, naam agent…., nummer agent…. etc. Dat hielp wel. Ik werd gebaard zo snel mogelijk door te rijden.
Die neem ik op in mijn handboek!
Wow… een verhaal uit het leven gegrepen.
Ik ken mensen die zó onbeheerst zouden reageren.
Wel sappig geschreven, vanuit het ik-perspectief.
De verteller durft er tenminste voor uit te komen dat hij zo is – dat is dan weer een stap in de goede richting.
Ikzelf zou me van de domme hebben gehouden en me pas opgewonden hebben nadat de boete van 500 Baht was betaald en we weer onderweg waren.
Maar goed, ik vind 4500 Baht dan ook weer veel geld als de oorzaak je eigen domme temperament is.
Je had hem in het Kirchroadsj plat of zelfs het Bleyerheids kunnen laten tieren…hahaha
Beste Sjaak. Heeft u zich nu weer laten ‘vangen’? Ook dit artikel is satirisch. Herinner u de vraag die LangePiet 2 dafen geleden aan ChatGPT stelde naar aanleiding van een column van De Expat over onder meer agenten en hun fluit op een rotonde. De vraag was: ‘Hoe komt het toch dat de lezers op Thailandblog, een column letterlijk nemen, niet snappen wat satire is en zo weinig humor hebben, heeft dat soms met de hoge leeftijd te maken?’ Er kwamen toen 6 mogelijke oorzaken uit de bus en een mogelijke conclusie.Of houdt u zich nu van de domme? Tja Khun Rick durft er voor uit te komen ‘dat hij zo is’ Wel welke van de 6 oorzaken passen het beste bij jou?
Hey Rudy, je maakt het me wel bont zo. Ik vond het verhaal van Rick geweldig en kon het helemaal voor me zien. Mag ik daar op mijn eigen manier op reageren? Moet ik per se schaterlachend reageren op alles wat satire is, of moet ik dan maar mijn mond houden?
Of het verhaal nou fantasie is, echt gebeurd of als ‘satirisch’ bedoeld – het maakt mij eerlijk gezegd niets uit. Ik schrijf gewoon wat ik denk.
Dus omdat ik schreef dat ik iets soortgelijks heb meegemaakt, zou ik me hebben laten “vangen”?
Ik weet dat je het goed bedoelt, maar soms schrijft het leven zelf de beste satires.
Ik ben geen groot liefhebber van satire; ik zie overal een kern van waarheid in, en dáár reageer ik op.
Weet je wat? Ik ben een fan van sciencefiction en fantasy. En als ik op een sci-fi-verhaal reageer, ga je me dan ook uitleggen wat sciencefiction is?
AKJ Sjaak, alles kunt jot…. 😉
Dink ich och Rick… sjrief mar lekker durch… ich lees geer whats du sjriefst.
Danke viel, Sjaak!
Het is één van de wat mindere kanten van TB; de reacties op de reacties. Soms is de inhoud daarvan op het randje, vaker de toon. Er ontstaat een zogenaamde levendige discussie onder een artikel of (soms deels fictief) verhaaltje. Net als de schrijver kan de reageerder daar dan zijn ei kwijt. Niet iedereen is immers een schrijver, maar iedereen kan wel reageren.
Sommige reacties zijn intelligent en artikel waardig op zich en andere meer een uitlaatklep voor eigen frustraties. Moet allemaal kunnen; ik las hier ooit dat TB een soort mini-democratie is en de vrijheid van meningsuiting daarin dan ook een universeel recht van de reagerende mens.
Wie schrijft moet de teerpot verwachten, of anders maar de veer neerleggen (en ook reageerder worden). Het zou mooi zijn als dit satire was, maar het is het levenslied van TB.
Gelukkig zijn het, net als deze reactie maar woorden, maar de pen is vaak venijniger dan het zwaard, dat immers masr één meter lang is. Trek maar eens om het even welk forum open, de haat druipt al gauw in grote druppels uit je phone of tablet en kleurt de grond onder je voeten gitzwart. Vooral in de reacties sectie, vaak wel veroorzaakt door click- of ragebait, maar toch.
In dat opzicht is ons geweldige blog natuurlijk gewoon een afspiegeling van de echte wereld, met misschien wat verschoven accenten vanwege de demografie. Wie waagt er zijn voet in te plaatsen moet zich dan ook onderwerpen aan de wetmatigheden die de lezers krijgen voorgeschoteld door de schrijvers en omgekeerd. Waarbij ik als schrijver uiteraard de soms toch wat onbehouwen reageerders als hoofdschuldigen van de toonzetting aanmerk, maar dat is meer een kwestie van perspectief dan van objectiviteit.
Geen grote mond, maar ook geen (onderdanige ?) wai voor een Thaise politieman.
Vriendelijk vragend kijken, meer krijgen deze uneducated authoriteite, vaak corrupte, mannetjes niet van mij.
Spreekt hij geen engels, dan verstaat hij wel;….”Call tourist police”.
Dan is zijn kans op pocket filling meteen over.
Gewoon medewerking voorwenden. 🙂 Niet meer en niet minder.
Ik geef toe dat een wat meer gematigde aanpak financieel beter had uitgepakt, maar ja….die emoties, hè…. 😉
Tja, fout is fout en dat geldt ook voor Thailand. En als die riem niet werkt, waarom stap je dan in? JOUW hoofd vliegt door de voorruit, niet dat van de chauffeur… Jij bent wijlen, hij gaat vrijuit.
Maar wellicht bedoel je het kontzak-gebeuren? Dat grappige spektakel als je wordt gestopt door oom-agent. Van de 500 thb boete blijft 200 thb staan als je welwillend een paar losse briefjes in zijn handen frommelt. Ja, want meer heb je toch niet bij je? Dat hebben ze liever dan jou meenemen naar de tafel nabij waar een paar politiehotemetoten chagrijnig een genummerde bon moeten uitschrijven die geregistreerd is…
Ik sliep ooit een nacht in Bangkok en dronk koffie in dat hotelletje. Daar zaten vier politiemensen, motormuizen, druk te kaarten en de flappen vlogen over tafel. Tot ineens een van hen veel verloor, op de motor stapte, en een kwartier later terugkwam met in zijn zak een stapeltje honderdjes. Vers gokgeld! Als het zo simpel is is de verleiding wel erg groot….
This is Thailand. Grin and bear it. In vergelijking met NL zijn de boetes belachelijk laag dus beschouw het maar als ‘het hoort er bij’….
Gelijk heb je Erik,
Ik ga dan ook niet meer in die Isuzu op pad.
Ooit stelde ik voor om een nieuwe riem te sponsoren, maar dat vond onze chauffeur niet nodig…..een boodschap die ik vermoedelijk juist heb opgevat.
Schitterend verhaal, komt mij veel van bekend voor.
Ook het eten met de familie, veel bestellen en de sponsor aan een bordje nasi.
Gelukkig nu vele jaren later zijn er meer gerechten die ik ken en ook zeker lust.
Wordt wel eens gevraagd waarom ik ” nog meer” bestel, terwijl de tafel vol staat 🙂
55 Bert, ja ik heb het wat zieliger aangezet dan het tegenwoordig is. Ook ik neem wel eens wat lekkers, maar seafood is niet zo mijn ding en daar is vaak wat meer keuze in dan in de ‘veilige’ opties.
Een verhaal onder het mom van satire. Het lijkt mij eerder op minachting.
Een wai maken heeft niets te maken met onderdanigheid maar is n kwestie van op een fatsoenlijke wijze iemand begroeten! Dat doe je in Nederland of België ook. Als je wordt aangehouden door de polirie en die constateert een overtreding dan heb je gewoon pech. Dan zijn er n paar mogelijkheden, je kiest de weg van de minste weerstand en je betaalt met n glimlach het gevraagde bedrag. Of je vraagt de desbetreffende agent vriendelijk de bekeuring per post op te sturen naar je huisadres of je betaalt op het politiebureau met de wetenschap dat je meer geld kwijt bent. Ik persoonlijk betaal nooit ter plaatse. Meestal volgt er dan een discussie in het Thais met mijn vrouw maar die vertelt oom agent het zelfde verhaal. Een keer heb ik ter plaatse betaald voor te hard rijden. Mij werd keurig een foto getoond met mij achter het stuur met de snelheid die ik inderdaad had gereden. Ook kreeg ik een bewijs dat ik had betaald.
Je hebt het goed voor elkaar, Geert.
Mijn vrouw is getrouwd geweest met n agent. En ik heb veel kennissen , vrienden die agent zijn.