Het restaurant (deel 2)

Ik was druk aan het werk in Singapore toen het restaurant openging, en pas een maand later vond ik de tijd om voor een paar dagen heen en terug te gaan. Ik was uiteraard nieuwsgierig. Erg nieuwsgierig. Maar ik was pas ’s avonds aangekomen en moe, en ik wilde Sue niet gaan storen, dus wandelde ik er pas de volgende morgen heen. ‘Susans Tuin’ was maar een twee-driehonderd meter weg.
Ik wandelde er alleen heen, want Sue ging vanaf nu elke morgen vroeg naar de markt inkopen. Maar ik schrok me pas een ongeluk toen ik de deur van de keuken zag opengaan en Mae, de moeder van Sue, verscheen. Wat deed die hier? Koken kon ze niet, en ik had gezien hoe ze haar huis onderhield in Samut Prakan. Voor mij voorspelde haar aanwezigheid ongeluk. Ik wist meteen: daar komen brokken van. En daar kwamen ook brokken van. Het mens was duidelijk naar Takhli afgezakt om haar bonus te komen halen op de opbrengst van dat nieuwe restaurant.
Ze had met al haar afgedankte rommel en onbetekenende parafernalia haar intrek genomen in de kamer plus badkamer die ik voor gasten had laten bouwen, en die er eerlijk gezegd beter uitziet en beter geïsoleerd is dan de kamers in ons huis. Er staat een Japanse canapé met een futon matras, een antiek tafeltje dat ik in New York gekocht had en sedertdien overal meegaat, een Chinese mandarijnstoel en nog wat Chinese ditjes en datjes: een zilveren Boeddha, mooie glas geblazen kandelaars uit Taiwan en een Ming vaas. En een TV. Ernaast is een ruime lichte badkamer, terwijl die naast onze slaapkamer eerder voor kabouters ontworpen lijkt, en nee, ik ben echt niet groot.
Wat met Fon, haar ‘’fèn”, waarmee ze in Samut Prakan woonde? Daar had ze een prachtoplossing voor gevonden – toch voor hem: ze had hem een tweedehands auto gekocht. Zo kon hij in de weekends op bezoek komen. Hij is twee-drie keer gekomen, tot irritatie van iedereen. Hij deed alsof hij de eigenaar was die het werk kwam verdelen. Had hij het begrepen? Of had hij genoeg geprofiteerd? Eerst functioneerde de auto niet meer, en helaas was het te duur om die te laten herstellen. Daarna hebben we hem nooit teruggezien, Pas dan hoorde ik dat hij eigenlijk ergens anders nog een vrouw en een kind had rondlopen.
Meer dan tv kijken, slapen en wassen heeft Mae nooit gedaan. Mae is 10 jaar jonger dan ik – Sue was een kind dat ze op haar vijftiende kreeg, heb ik nagerekend – dus verwachtte ik dat ze ook wat meehielp thuis: de bladeren samenvegen, de planten verzorgen. Absoluut niets deed ze, tenzij klagen van haar rug.
En in het restaurant? Daar deed ze de afwas, en ze deed dat met een hemeltergende sloomheid. Alsof haar rug wilde zeggen: werken is niets voor mij. Nadat de laatste klant vertrokken was, bleef ze nog minstens een uur lang tergend bezig. Ik ging gewoonlijk niet helpen – ze werd er verdomme voor betaald – tenzij die ene keer. Iemand had rond half tien ’s avonds Sue opgebeld om te vragen of ze open was en nog eten had voor veertien man die in twee busjes onderweg waren van ergens in het Noorden naar Cha’am, ergens in het Zuiden. Binnen het uur gingen ze er staan. Sue zei ja, en begon meteen met voorbereidingen. Haar moeder hielp gewoonlijk ook mee met groenten snijden – koken had ze van haar leven nooit gedaan – maar deze keer liep ze rond als een kip zonder kop: het idee van zoveel afwas was er duidelijk te veel aan.
Ineens, te midden van de drukte, verdween ze. Er moesten glazen afgewassen worden en kleine bordjes, en ze was nergens te zien. Die avond heb ik afgewassen. Innerlijk dat wijf vervloekend. Een tijd later is ze verhuisd naar de zus van Sue “in het leger”: Oo, de man van haar zus die zorgt voor de airco’s van alles wat strepen heeft in het leger, zelfs tot in Bangkok, heeft zoals alle militairen gratis logement binnen het legerdomein.
Wat met het restaurant? Intussen heb ik iets bijgeleerd: elke business die in Takhli opengaat – ongeacht wie de eigenaar/eigenares is – kent een bliksemstart waarbij klanten zelfs in de rij moeten wachten. Maar die fase duurt helaas niet lang. Na een maand gaat het aantal bezoekers steil omlaag en blijft het op een punt hangen waar je nog net kan overleven. Waaraan ligt het? Ik weet het niet. Ik heb intussen nog restaurants en chique coffeeshops zien opengaan, en overal is het patroon hier hetzelfde. Ik vermoed dat dit een Thais fenomeen is, maar zeker weet ik het niet.
Aan de kookkunst kan het niet liggen, want Sue kookt echt goed, en zeker stukken beter en origineler dan de doordeweekse Thai restaurants die allemaal hetzelfde menu afdraaien. Aan de prijs? OK, lasagne kost meer dan pad krapao, maar het lijkt wel of alles wat meer kost dan zestig baht onmogelijk op te hoesten is. Zou Takhli zo arm zijn? Die eerste maand blijkbaar niet? Ik denk eerder: Thais geven liever zo weinig mogelijk geld uit aan dingen die niet de ogen van de buren uitsteken.
Ik denk ook: Thais genieten niet echt van tafelen: een lang uitgesponnen maaltijd met gelach, wijn, grapjes maken? Die heb ik nooit gezien. Alles moet vlugvlug op tafel staan, vlugvlug opgegeten worden en dan zijn ze vlugvlug weer weg. Ik had dat al gemerkt in Thaise restaurants in het buitenland, waar eigenaars je soms bijna buitenkijken als je te lang blijft zitten. Maar in Thailand had ik het niet verwacht. Pas wanneer er een of meer buitenlanders deel uitmaken van het gezelschap zijn, verandert dit. Over originaliteit en Thais wil ik hier zelfs geen twee woorden vuilmaken.
Of toch: ook ik heb ooit een keer gekookt in Sue’s restaurant. Ik kookte vroeger bijna elke dag thuis, zeker voor ik naar Thailand verhuisde, en voor een Italiaans gerecht draai ik mijn hand niet om. Die dag was Sue later naar de markt, en het was rond tien uur. Er kwam een kerel aangesloft die ik van gezicht kende: hij had een bandencentrale om de hoek, op de grote baan. Hij ging zitten en bestelde spaghetti carbonara. Geen probleem dat kon ik met de ogen dicht. Maar dat was zonder te rekenen met Thaise boerenkoppigheid: alles was verkeerd. De spaghetti te hard (al dente), ik had een vers ei gebruikt, en echte droge ham, niet dat rozig ding dat hier voor ham in de supermarkten verkocht wordt.
Toen ik hem zei dat ik het precies gemaakt had als in Italië begon hij “van zijn neus” te maken, zoals wij zeggen: ik kon er niets van! Spaghetti moest superzacht zijn, en “cabornarata” werd met room en een omelet gemaakt. Ook dat is typisch dorps Thai: ze zijn zelfs nog nooit tot aan de zee geweest, maar alles weten ze beter. Ik heb erna nooit meer voor Thais gekookt.
Over deze blogger

-
Ik kom uit Oostende, en heb in België lang in Mechelen gewoond. Daar woont mijn hele directe familie nu (zoons, kleindochters, zus en nichten), niemand woont nog aan zee. Ik heb nogal wat verschillende dingen gedaan, maar de laatste dertig jaar heb ik in verschillende jobs en bedrijven gewerkt die met herverzekeringssoftware te maken hadden, het laatste als business analist voor een Australische verzekeringsmaatschappij in Singapore. Een minder bekende kant: ik heb grotendeels zelf een oud voetbalchalet in Mechelen tot huis verbouwd.
Ik heb een tiental jaar gependeld tussen Singapore en Thailand, en nu woon ik sinds vijf jaar in een gat waar ze niet-Thais nog met grote ogen bekijken (en ik hen), Takhli in Nakhon Sawan. Bij het begin werkte ik aan het huis en in de tuin, maar dat is sterk achteruitgegaan sinds ik COPD heb. Ik lees veel, teken en schilder en ik schrijf nog wel. Vorig jaar heb ik met een Oostendse illustratrice een verhalenboekje gepubliceerd dat “Oostendse Totjes” heet. Een tweede staat op stapel. En ik doe ook soms vertalingen, uit het Portugees en het Duits.
Af en toe schrijf ik iets over mijn Thailand ervaringen. Ik kan niet veralgemenen, want er zijn hele stukken Thailand (bijv. Isaan of Zuid-Thailand) die ik absoluut niet ken dus het blijft bij persoonlijke belevenissen.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur28 februari 2025Het Eucalyptus bos
Leven in Thailand20 februari 2025Het restaurant (deel 2)
Leven in Thailand14 februari 2025Het restaurant (deel 1)
Leven in Thailand28 januari 2025Water
Zo herkenbaar frustrerend. Ik vrees dat het in Isaan nog erger zou kunnen zijn qua bijvoorbeeld betweters en logica te vinden in organisatie en structuur.
Rudy,
Denk dat in Thailand er maar èèn opdracht ècht geslaagt is nl ; hou jij ze arm, dan houden wij ze wel dom.
Een gedachtegoed die, 70 jaar geleden, ook erg van toepassing was in Belgie. Herinner me nog de pastoors in hun lange zwarte gewaden. Hoofd getooid met een zwarte hoed met brede rand. Nog niet gesproken over de nonnekes, eveneens in het zwart gekleed en een indrukwekkend hoofddeksel. Waar iedereen een buiging voor hen maakte, terwijl ze wèèr eens op weg waren naar een ” geldinzameling ” lees zakkenvullen. Boekdelen kan ik erover schrijven. Hoe mèèr ik eraan terrugdenk, destemeer krijg ik pijn in het hart bij het zien dat hier, in Thailand, ik dièzelfde periode wèèr evenaar.
Gisteren, in de morgen zag ik de moniken blootvoeds op pad om te gaan bedelen en in de namiddag ik hen terug aan het 7-eleven complex met de laatste dure smartphone in de handen, op weg naar hun auto. Een Toyota Fortunder ter waarde van 1.300.000 baht, waarmede ze met hun ” buit ” wegreden.
Stel ik me dan de vraag ; blijven de Thai’s nu zo dom?
Geert,
Begin nooit, maar nooit iets, zoals restaurant of bar, in Thailand.
Snap het wel, op basis van je beroepsleven en ervaring, dacht je fluitje van een cent.
Familie, fluitje van een cent.
Op den buiten leven in een boerengat, aanvaard worden, fluitje van een cent.
Geert, dit is niet jouw wereld, hoe graag je het ook zou willen.
Het vermoedelijke gat, waarin je gevallen bent na stopzetten van je loopbaan, zal niet opgevuld worden door dergelijke, hoe goed ook bedoelde, projectjes.
Misschien hard advies, sluiten die boel voor je ook nog je vrouw hieraan verliest.
Hier in ons dorp heeft een kleine Brit, heel aardig manneke, ook onlangs de restaurant flint in het rijstvelden gesmeten. Hij deelde de passie met zijn Thaise bruid, maar uiteindelijk valt in zo’n gehucht niet te overleven van de omzet. Nu staan ze ergens op een markt een eindje hier vandaan en verkopen één of ander eetbaar goedje, kennelijk met meer succes en zijn vrouw is ook weer happy dat het goed draait, waar ze eerst de hele dag naar lege restaurant stoelen zat aan te loeren.
Neemt niet weg dat iedereen zijn eigen passie moet najagen, zelfs als dat in een metier is waarin het vaker mis dan goed gaat. En natuurlijk altijd pas na raadpleging van TB over de haalbaarheid van dergelijke avonturen.