‘April en het grote nat’

Het is april. De maand waarin de zon zich in Thailand alvast opmaakt voor haar jaarlijkse machtsvertoon. En met haar komst dient zich ook weer dat eigenaardige ritueel aan: Songkran, het Thaise nieuwjaar.
Een feest dat, zoals zoveel feestelijkheden, een wonderlijk evenwicht zoekt tussen traditie en uitzinnigheid. Maar vooral: nat is. Doorweekt zelfs.
Men gooit met water. Niet symbolisch, nee, werkelijk. Gieten, spuiten, smijten. Complete straten veranderen in natte slagvelden, waar de plens regeert en de plas geen onderscheid maakt. Kinderen, toeristen, oude dames met bloemen in het haar: allen zijn gewapend met emmers, tuinslangen en waterpistolen van een omvang die in mijn jeugd tot huiszoeking zou hebben geleid. Alles en iedereen wordt natgespoten onder het mom van boetedoening, zuivering en gezelligheid.
Ik heb mij, eerlijk is eerlijk, ooit laten verleiden. Een klein roze pistooltje, gekocht bij een straatverkoper die de charme van zijn waar kracht bijzette met een glimlach vol ontbrekende tanden. Maar al na het eerste gevecht voelde ik mij ontdaan van waardigheid én droge kleding. Mijn kleine wapen bleek kansloos tegenover de waterkanonnen van de lokale jeugd, die mij lachend onderdompelden in wat gerust een halve sloot water mag heten. Sindsdien kijk ik toe vanachter glas. Droog, gereserveerd en met het lichte dedain van een man die zijn pistool heeft afgelegd.
Maar terwijl men zich nat lacht, sta ik stil bij iets droogs. De aarde warmt op, de rivieren dalen, de regen komt te laat of juist te veel. En daar, midden in dat klimaatprobleem, besluiten wij dus op 13 april collectief het halve land onder water te zetten. Voor de lol. Water stroomt uit flessen, kranen en tonnen, klotsend over hoofden en stoepen alsof het geen cent kost. Alsof het geen toekomst is die daar verdampt in de tropenzon.
Natuurlijk, ik begrijp het idee. Water als symbool van reiniging, van een frisse start. Maar kunnen we dat symbool niet iets subtieler vormgeven? Een bescheiden plensje achter het oor? Een zachte nevel over het voorhoofd? Of, vooruit, een nat washandje ter verfrissing der ziel?
En ik? Ik blijf binnen. Met een boek, een kop thee, en droge kleren. Zoals een mens in april, ondanks alles, best mag zijn…
Over deze blogger

-
Mijn leeftijd valt officieel onder de categorie ‘bejaard’. Ik woon al 28 jaar in Thailand, probeer dat maar eens na te doen. Nederland was ooit het paradijs, maar het raakte in verval. Dus ging ik op zoek naar een nieuw paradijs en vond Siam. Of was het andersom en vond Siam mij? Hoe dan ook, we waren elkaar goed gezind.
De ICT zorgde voor een regelmatig inkomen, iets wat jullie ‘werk’ noemen, maar voor mij was het vooral een tijdverdrijf. Schrijven, dat is de echte hobby. Voor Thailandblog pak ik die oude liefde weer op, want na 15 jaar zwoegen verdienen jullie wel wat leesvoer.
Ik begon op Phuket, verhuisde naar Ubon Ratchathani, en na een tussenstop in Pattaya woon ik nu ergens in het noorden, midden in de natuur. Rust roest niet, zeg ik altijd, en dat blijkt te kloppen. Hier, omgeven door het groen, lijkt de tijd stil te staan, maar dat doet het leven gelukkig niet.
Eten, vooral lekker, dat is mijn passie. En wat maakt een avond compleet? Een goed glas whisky en een sigaar. Dan heb je het wel zo’n beetje, vind ik. Proost!
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur6 september 2025‘Het gevecht met de Thaise klamboe – Een nachtelijke veldslag in zeven akten’
Cultuur31 augustus 2025‘Farang op slippers in het regenwoud’
Cultuur25 augustus 2025‘Mijn brommer is mijn boeddha’
Cultuur19 augustus 2025‘Zoetsappige verhaaltjes? Ja, dat klopt!’