‘Pattaya, nog altijd nummer 1’

(noot van schrijver dezes: dit artikel bevat enige satire, dus scherpslijpers en geestelijke boekhouders opgelet, houdt te allen tijde het pak JoZo binnen handbereik)
Pattaya.
Door vele Aziëgangers verguisd, verketterd, of simpelweg versmaad.
Het droeve lot van deze veelbesproken badplaats (in het verder volgens velen toch zo wonderschone en bijkans onbevlekte Thailand), gaat me wel een beetje aan het hart.
Aan ‘Westenwind’ refererend als het ‘Thaise Sodom en Gomorra’, komt deze bruisende stad er meestal behoorlijk slecht vanaf in de wandelgangen van de fervente Thailand bezoeker.
Om maar te zwijgen over de vele visumverslijtende verstekelingen die elders in den lande hun, bijkans perfecte, met orchideeën behangen Shangri-La hebben gecreëerd, en verklaren nog niet dood in Pattaya’s branding aangetroffen te willen worden.
Aldus voel ik mij genoodzaakt enig tegenwicht te bieden aan deze stortvloed van beroerde recensies.
En tevens enige lichte kanttekeningen te plaatsen bij het idee dat Pattaya slechts bevolkt zou worden door met vliegtuigladingen tegelijk aangevoerde legioenen bronstige bejaarden.
Die laatsten zich aldaar bezighoudend met het slikken van complete doordrukstrips aan Viagra of eender welk ander, ter plaatse vrij verkrijgbaar medisch zelfhulpmiddel, teneinde met de plaatselijke en zeer schalkse dames een boom op te kunnen zetten over hun nog springlevend zijnde libido.
Waarna men, licht uitgeput doch tevreden met eigen prestaties, neerzijgt in de veste van de open bar, waarbij het zich oeverloos laven aan een door Thaise jonkvrouwen bediende bierpomp een volgende interessante fase van hun dagvulling inluidt.
Nu is het bovenstaande scenario geheel aan mijn eigen geest ontsproten, maar het zou zomaar ook in het echt kunnen gebeuren, nietwaar?
Gelukkig kan ik melden, na vele korte en langere bezoekjes aan Pattaya, dat er ook andere dingen te melden zijn over deze Thaise oase aan zee.
Want eenmaal in Pattaya gearriveerd, begin 2025, met vrouw Oy regelnevend aan mijn zijde, voelde het weer als thuiskomen.
De taxirit vanaf Suvarnabhumi was daarbij, na twee volle jaren afwezigheid, een eerste gelegenheid mijzelf weer eens flink te doordrenken met de ongeëvenaarde Thaise cultuur, zolang door ons ontbeerd.
Zoals daar zijn: de blaartrekkende bloedhitte die terugstuiterde van het zwarte asfalt, het dieseldampende en ronduit chaotische verkeer daarop voortrazend, én de chauffeur die vriendelijk naar de flesjes water in het portier naast mij gebaarde, door de nog aan druilerige Schiphol-visioenen lijdende farang weg te klokken indien gewenst.
De eerste slok leerde mij dat dit water absoluut niets van doen had met het door omgekeerde osmose verkregen en door steriele deernes ingepakte Tiroler bergbeekje waar men op het etiket zo vrolijk kond van deed.
Even verwachtend plaatselijke mond- en klauwzeer te zullen oplopen, omdat onze bestuurder de flesjes vrolijk met zieltogend Thais kraanwater had afgevuld teneinde zich wat bahtjes te besparen, bleek dit doemscenario gelukkig niet aan de orde.
Niet dat de door hem aangedragen verklaring van afkomst, zijnde ’s lands luchthavens tapkraantje voor de dorstige reiziger, zoveel beter was.
Zeker niet na het vervolgens dagenlang doodkoken van de flesjes in zijn taxi-portier, zodat het vrijkomend aroma van dit vocht het midden hield tussen ‘ sinds mensenheugenis ongeschoond aquarium’ en ‘walm vrijkomend bij openen graf Thoet-Mosis de veertiende’.
Maar goed, de man deed zijn best.
De volgende morgen meende vrouw Oy dat het ons goed zou doen, al dauwtrappend en handdoeksleurend, de weg naar het nabijgelegen strand te gaan verkennen, om daar algehele onderdompeling te vinden in het zoute wijwater.
Dit zou volgens haar alle huidige aan de mensheid bekende kwalen bestrijden, en daarbij tevens een eetlust opwekkend effect teweegbrengen.
Dit laatste bleek echter niet geheel naar waarheid.
Want nauwelijks beslipperd en bezweet het strand betreden trof ik als eerste een vers plakkaat halfverteerde voedselresten aan, daar zo te zien onlangs gedeponeerd met behulp van oude drank en nieuwe peristaltiek.
Mijn hongergevoel kroop meteen in zijn schulp, en had zelfs na een uurtje of wat zilte zwempogingen moeite deze aanblik te vergeten.
Vrouw Oy, als geboren Isaanse voor heviger vuren gestaan, zei me niet de wekeling uit te hangen, en te genieten van ons zojuist aangeschafte kwai-tieo soepje.
Wilde ik er misschien nog wat van de extra sterke gestampte pepers van schoonma bij ( je ziet je huig in jaren niet meer terug ) die ze speciaal voor dit doel meegesleept had uit ons hotel?
Ik zou ervan opknappen.
Na het door mij zwakjes afslaan van dit voortijdig vagevuur, proberen de delete-knop te vinden voor recent opgedaan beeldmateriaal, en nuttigen van dampende noedelsoep, aanvaardden wij de weg terug naar onze gehuurde legerstede.
Dat dit via een omweg geschiedde was eveneens op aandringen van de kleine roerganger.
Die vond dat mijn almaar uitdijende pensje best nog wat meer beweging kon gebruiken.
De boulevard langs het strand is echter niet alleen lang, maar ook heet, dichtbevolkt, en vol verborgen gevaren.
Ingehaald door joggende en amechtig hijgende senioren op piepende gympies, mountainbikes besturende en zwaar getatoeëerde Crocodile Dundee’s met schelpjes-halsketting,
aangesproken door met menu’s zwaaiende en klantjes bespeurende ligstoeluitbaters, en zwoel-verleidelijke blikken ontvangend van tegen palmbomen geleunde schonen die deze ochtend zo te zien met behulp van schoenlepel en glijmiddel in hun outfit waren geholpen, vorderden we slechts langzaam.
Pattaya heeft dan ook voor elk wat wils, het dient gezegd.
Dit vrijelijk aanbod is echter niet geheel van risico ontbloot, en men dient terdege op te passen waar de farang-blik zich aan vasthecht teneinde een instant deegrollerdrama met vrouwlief te voorkomen.
Eens, in mijn Thaise tenderfoot periode, liet ik mij ontvallen een fraai geschapen Thaise bloem op de boulevard wel aantrekkelijk te vinden.
En moest dat een uur later bekomen door, ingezeept onder de warme Pattayaanse douche staande, te ontdekken dat een borrelglaasje ijswater, door schattige wederhelft op mijn rug gemikt, alle lust tot verdere naïeve ontboezemingen in één klap wegnam.
Verbluffend hoe een vingerhoedje goedgeplaatst vocht je in een milliseconde van de broeierige tropen naar Nova Zembla kan teleporteren, en het daarna afdouchen geheel in staat van paranoïde waakzaamheid zal plaatsvinden, ieder moment een tweede ijsbad verwachtend.
Nu is het sowieso aan te bevelen op je hoede te blijven in deze stad.
Want ook de bepaald onverschillig voortjakkerende bestuurders aldaar kunnen je hooggespannen vakantieverwachtingen binnen no-time terugbrengen tot het de eerste dagen al blij mogen zijn met vloeibaar voedsel en een glaasje pleegzuster-bloedwijn.
Reden dat ik zelf liever niet in plaatsen als Pattaya of Bangkok rondkar, maar soms ontkom je er niet aan.
Over de jaren echter menende al aardig de weg te weten in deze hedonistische zandverstuiving, bleek ik het uiteindelijk toch af te moeten leggen tegen eega.
Die gek genoeg niet eens een rijbewijs bezit.
En, zoals ik eens bij haar achterop de brommer gezeten met Isaans klamzweet op de kaken mocht ervaren, met beide handen nog geen driewieler op het rechte pad kan houden en door haar unieke rijstijl de afname van zandzakken ten dorpe immer een ferme duw in de rug weet te geven.
Ooit, op weg naar ons wrakke budgethotel op Second Road, en naarstig op zoek naar een doorsteek-soi waar ik eens niet de weg versperd zou vinden door obesitas uitdelende frituurstalletjes, of de zo te zien toch al hoogzwangere en in mouwloze hemdjes gestoken farang-clientèle daarvan, gebaarde vrouw Oy me de parkeerbunker onder Mike Shopping Mall in te draaien.
Wat mij onzinnig leek, want wat schoot ik daar nu mee op?
Of stond, ongeweten door mij, plundering van winkelrek en inspectie van paskamer weer eens op het programma?
Toen ze me even later met lichte vingerwijzingen door de duistere spelonken loodste, om dan aan de andere kant weer daglicht te zien verschijnen, bijna pal tegenover ons antieke hotel, begon er zelfs bij mij iets te dagen.
Reden om, jaren later, en vanaf Jomtien onderweg naar hetzelfde hotel met een dorpskennis van eega, (korte beschrijving van diens nobel voorkomen: bekend bij reclassering) ditzelfde nonchalante handgebaar te maken, en onze chauffeur te verblijden met dit voor hem onbekende doorsteekje.
Waarop deze enthousiast te kennen gaf dat ‘loeng’ al prima de weg wist in Pattaya, en hem net een flinke omweg bespaard had.
Verwachtend vanaf de achterbank een flinke lading vrouwelijk vitriool over me heen te krijgen aangaande mijn ‘eersteklas stratenkennis’, bleef het daar stil, gezien zij op dat moment geheel verdiept was in haar telefoon en mierzoete aardbeien-slurpie.
Dus kon ik deze beslist onverdiende medaille vol trots bij mezelf opspelden, naast die ene andere, ooit verdiend met correct voorspellen wanneer zwager Oeth écht bezopen zou raken en naar zijn legerstede zou afdruipen. Exact negen minuten later, zo bleek.
Dit na het in recordtijd legen van een halve bierpul SangSom, met twee bubbels toegevoegde soda en een splintertje ijs.
Andere geneugten ter plaatse, gedoogd en goedgekeurd door immer waakzame wederhelft, zijn de massages.
Deze plaatsvindend in het plaatselijke martelinstituut waar zijzelf ooit persoonlijk (als Wat-Po gediplomeerde) handwortelbeentjes traumatiseerde en daar geld voor durfde vragen.
Opvallend is dat, hoewel dit betonnen gesticht wemelt van de ranke maagden, zeer schoon van gelaat en frivool van borstomvang, ik altijd op het massagebed belandt met een vrouwelijk wezen dat in de jeugdjaren nog gevleugelden van het geslacht Pterodactylus zag overkomen.
Wat hen echter niet belet mij resoluut in een dubbele Nelson te nemen, en vanaf de eerste minuut ernstig naar het einde van de sessie te doen verlangen.
Nu zult u, als oplettend lezer, zeggen: wat is er dan zo geweldig aan dat Pattaya van jou, want zo te horen is het nog steeds geen paradijs?’
Welnu, dat er, zoals door mij in het begin geschreven, ook ándere dingen zijn in Pattaya, wil natuurlijk niet zeggen dat ze daarom ook béter zijn.
Maar alle flauwekul terzijde, zoals overal zijn het de mensen die het maken.
Want nooit zal ik die ene lieve bardame vergeten, die voor mij (potjelos en in zak en as verkerend omdat de wekenlange Thailand-vakantie erop zat en ik op het punt stond met de reeds warmdraaiende bus naar Don Mueang te vertrekken) een valreep-Carlsberg biertje tapte en daar geen enkele betaling voor wilde.
Het is bijna dertig jaar geleden, maar ben het nooit vergeten.
Net zo min als haar woorden ten afscheid, namelijk ‘see you next year’ gevolgd door een hemelse glimlach.
Thailand op zijn best.
Dát, en het feit dat ik er ooit mijn lieve Oy tegen het lijf liep, maken dat Pattaya, ondanks wat schoonheidsfoutjes, altijd mijn nummer één zal blijven.
———————————————
Dit artikel is [jp_post_view]
———————————————
Over deze blogger

-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur8 augustus 2025‘Mijn Thaise vriend’
Cultuur1 augustus 2025‘Gevalletje schade’
Cultuur9 juli 2025‘Virus’
Cultuur2 juli 2025‘Schrijversblok’
Lieven, jaja, een hedonistische zandverstuiving vol met hitsige bejaarden gevuld met erectiepillen en alcohol. Ik begrijp nu waarom mijn -inmiddels- ex bezwaren had tegen het bezoek aan podotherapeut Rudolf aldaar. Ze zag in het kopen van steunzolen een daad van ontrouw!
Maar juist dát Pattaya stond niet op mijn verlanglijstje kon ik haar later met de bewijsstukken erbij aantonen… Je geeft weer een prima beeld van wat dat stadje wel en niet is want het is gewoon allemaal net als, tja, waar eigenlijk niet. Voor een hitsige bejaarde in een zandverstuiving hoef je echt niet naar Thailand te komen, die lopen ook op de Veluwe rond… Tussen de wolven…
Voor de door jou aanbevolen JoZo zou ik dan toch schoonmaakazijn nemen. In 5 liter flessen bij de Jumbo en helemaal niet duur. En slijp jouw potlood op tijd anders moeten we verdrietig jouw visie missen…
Heel anders als dat ik van je gewend ben Lieven maar toch weer met een glimlach gelezen, bedankt !
Beste Jos, ( en jij ook Erik ) dank voor je positieve reactie.
Zelf ben ik om eerlijk te zijn niet helemaal in mijn sas met hoe dit verhaal uiteindelijk uit mijn toetsenbord rolde, dus ga ik tot zeker eind september even pas op de plaats maken en helemaal niets meer insturen.
( Ook al door werkomstandigheden, waardoor simpelweg de tijd ontbreekt. )
Want het laatste wat ik wil is de lezer vervelen met zwakke stukjes, en zomaar iets insturen waar waarschijnlijk niemand blij van wordt.
Hopelijk dient tegen die tijd de inspiratie, leidend tot wat beters, zich weer aan, waarna ik zeker weer van mij zal laten horen.
Vriendelijke groet,
Lieven.
Hallo Lieven,
Heerlijk die schrijfstijl van jou, ik hoop dat je ons nog zal zal blijven verblijden met je belevenissen.
groet Peter
Peter,
Ik sluit me bij jou aan…
Laat die man ajb doorgaan!
Hallo Lieven Kattestaart,
Eerder al heb ik jou wel eens vergeleken met Simon Carmiggelt, hetgeen jij “te hoog gegrepen” vond. Maar naar mijn mening benader jij het niveau van deze schrijver heel dicht. Ja, ik wil zelfs beweren dat jij naast hem kan staan.
Opnieuw een prachtig en humoristisch verhaal met onverwachte wendingen, die de lachspieren prikkelen. Lieven Kattestaart …………… bedankt!
Vr.,gr.,
SiamTom
Beste Siam Ton, prachtig compliment en mijn dank daarvoor.
Vriendelijke groet, Lieven.
Lieven ik denk dat jouw schrijfstijl de lezers hier op TB nooit verveeld, dus ook als je weinig tijd hebt soms een kort verhaaltje… ???