
“Wil je een slokje water?” Ik kijk even naar rechts, maar antwoord niet. Schud alleen maar kort mijn hoofd. De zes cilinders doen in oorverdovende stilte hun werk en ik kan die stilte niet doorbreken. Met geen mogelijkheid.
Ook de radio, ooit een vaste reisgezel, doet er het zwijgen toe. Ik zucht alleen maar.
Het boeken van één enkele vliegreis naar Thailand was de zwaarste klus ooit geweest. Zoveel triester dan de andere keren als de speurtocht naar de beste deal een zonnige voorbode was van een paar weekjes in het paradijs, voor jou dan.
Het ging gewoon niet meer. Ik kon je hier niet houden, maar boeien kon ik je ook niet.
“Wat ben ik toch een lul”, denk ik en ik beweeg mijn hand naar haar knie. Met een zacht gebaar duwt ze me terug naar het stuur. “Doe maar niet” zegt ze. Zonder woorden, maar ik begrijp het wel.
Een stel Belgen scheurt luid toeterend aan me voorbij; ik ben vandaag de snelste niet, ik reis terug in de tijd. Een eeuwenoude schildpad met een schild van lood op zijn rug.
Gisteren. Het rondje langs de familie was als blootsvoets door de hel geweest, voor mij dan. Binnengehaald als Sinterklaas in november en nu weer zonder stoomboot of Pieten naar huis, als water dat terugstroomt naar zijn bron. We hielden allemaal van jou. Ook van je eigenaardigheidjes, ja dat was nu eenmaal Thaise cultuur. En met carnaval droeg je ook gewoon een bont masker en stond ik zelf wat aan de kant te zwaaien, een droogkloot, niet goed geïntegreerd in mijn eigen tradities.
Je kucht even, alsof je aan een belangrijke zin gaat beginnen. Maar het is gewoon je chronische verkoudheid, gratis inbegrepen in de komst naar Nederland. Alsof je je eigen schild, je weerstand had laten vallen toen je naar mij toe kwam. Je draait nog wat verder van me af. Als mijn Audi geen deuren had zat je nu op de hobbelige E314 met je strakke billen waar ik altijd zo graag mijn….stop!
Je eigen kleine autootje was je grote trots, elke week een poetsbeurt en altijd reisde Boeddha met je mee, persoonlijk of op het plafond gekalkt, net als thuis, maar dan met een serieus rijbewijs voor wat praktische ondersteuning. Tranen met tuiten toen het oudje voor het laatst de straat uitreed met een andere meid achter het stuur. Ook tranen van mij. In je beursje nu de schamele opbrengst voor een nieuwe brommer thuis. Boeddha heeft zijn best gedaan voor ons, maar heeft je toch te hard naar huis geroepen.

Onze hond die eigenlijk meer van jou was dan van mij jankte vanmorgen zo hard dat de hele straat kon meegenieten van zijn zielenpijn. Een klein stom, best lelijk beest, maar wat gevoel betreft kilometers voorsprong op zijn zogenaamd slimme baasjes. Maar je laat hem toch achter. Ik weet niet precies hoe erg je het vindt. Was hij maar een speeltje voor je geweest of een echte geliefde. Was hij een vierbenige uitvoering van mijzelf? Handig tijdverdrijf voor de vele uren eenzaamheid, maar ook niet meer dan dat?
Zoete herinneringen kaatsen opeens ongevraagd door mijn schedel op zoek naar een uitgang; soms lukt de ontsnapping en dan vloeien ze als bittere tranen weg uit mijn ooghoeken. Mijn ogen knipperen tegen de zure vloeistof. Het brandt, maar ik wil nu niet gaan wrijven. Ik bijt te hard op mijn lip. Het zoetige druppeltje bloed, gedistilleerde pijn. Ik maak het mezelf onnodig zwaar. Het is ONS niet gelukt.
Ik stuur verder, de Ring op. Moet sterk blijven. Nu nog maar een paar minuten. Kan een hart ook letterlijk uit elkaar scheuren?
We waren getrouwd en zijn nu gescheiden; geen getuigen voor nodig gehad, alleen een advocaat. Zo begripvol. Maar ze diende uiteindelijk jou meer dan mij. Ze zag ook de pijn in mijn ogen en al was ze er formeel voor ons allebei, uiteindelijk stond ik met lege handen. En was ik je ook officieel kwijt. En jij mij.
Dan gaat de slagboom van de Kiss en Fly omhoog. Toch nog ongemerkt naderbij geslopen. Paniek. Wat moet ik nu doen? Is er nog een ontsnapping mogelijk? Als ik je nu laat gaan ben je weg. Ik kan je niet volgen.
Vliegen maakt me nog banger dan jou kwijt te raken. Als dat al kan. Maar het is gewoon zo. Vliegangst. De helft van onze mislukte liefde.
Ik ben een zombie. Uit mijzelf getreden gooi ik mijn portier open. Geen drama hier. Mensen willen gewoon lekker op vakantie. Geen dikzak die zich wanhopig aan een klein Thais beentje vastklampt en met schorre stem de boel bij elkaar schreeuwt. Maar zoveel pijn doet het nu wel. Ook voor een zombie.
Ik til je koffers uit de achterklep. Een grote, met daarin je halve leven. Een kleintje voor de rest. Ze zullen nooit meer terugkeren naar Nederland. Ik zet ze puffend op de grond. Je glimlacht, maar zonder hoop te geven. Zware jongens, hopelijk geen gedonder bij Thai Airways. Of ben ik gewoon zo zwak vandaag?
Dan is het moment toch echt definitief aangebroken.
We geven elkaar een knuffel. Warm? Ik weet het niet meer. Je balanceert vaardig tussen liefde en dankbaarheid tonen, maar zonder hoop te geven. Geen greintje. Jij kijkt me aan alsof je me iets wil zeggen, maar alleen je adem beweegt. Geen woorden.
Ik kan het niet opbrengen om mee naar binnen te lopen. Dat stukje is te veel. Dat stukje zou voelen als sterven in de vertrekhal.
En ik wil niet dood, al voelt het vandaag als het eind van mijn leven.
Ik kijk je even na als je dapper je koffers uit het zicht sleept. Normaal, ja dan zou ik het zware werk verrichten voor ons. Altijd gedaan, alleen vandaag kan het niet. Geen wrok, maar de kracht er niet voor. Ik schreeuw het uit van binnen. Je naam en ook gewoon gekrijs zonder betekenis.
Ik dacht je zo goed te kennen, maar kende niet eens mijzelf. Jij reist nu naar een nieuwe toekomst zonder mij erbij. Ik rijd gewoon terug naar huis.
Vraag me niet hoe.
In de gang liggen wat ongeopende brieven. Wie interesseert zich daar nu nog voor? De hond die nooit een naam kreeg weet precies hoe laat het is als hij me ziet binnenkomen.
De rijstkoker op het aanrecht voelt alleen nattigheid, maar het is een simpele ziel. De koelkast staart mij aan met lede ogen, vol onbegrip. Hij voelt zich leeg van binnen. Ontdaan van zijn belangrijke rol in huis.
Hoe noem je het tegenovergestelde van een housewarming? Precies, daar is geen naam voor.
Ik ga de kelder in. Mijn bokszak wat afranselen zonder handschoenen. Niemand hoort daar mijn schreeuwen. Zelfs ik niet. Dat is de definitie van pijn lijden. Vandaag geen hoop, alleen pijn.

Op de keukentafel leunt een dichtgeplakte witte enveloppe tegen haar nog steeds half volle waterkaraf aan. Mijn voornaam staat erop. Ik ben zo bang voor de inhoud. Nog banger dan voor vliegen.
Mooi handschrift had mijn liefje.
———————————————
Dit artikel is [jp_post_view]
———————————————
Over deze blogger

- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 66 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Mooi geschreven.
Rick, geweldig!
Een echt verdrietig, emotioneel stuk. Ik voel de pijn zelf. Dat gevoel van machteloosheid. Zij nog jong en met een toekomst en hij, aan het eind van zijn leven, nauwelijks nog hoop.
Ik vond het heel erg mooi beschreven.
Mooi verwoord Rick. Bedankt voor dit verhaal.
Mooi geschreven
Mis het stuk leven voor het afscheid. Hoe het zover is kunnen komen. Het afscheid
nemen alleen is maar een klein deel van het totale verhaal. Te moeilijk om dat erbij te vertellen?
Mooi verwoord!
Een pakkende “Passage” uit het volle leven van een mens.Het doet eens nadenken over het “zieleleven” van iemand .Het kan ons allemaal overkomen. Sommigen kunnen zich herpakken, maar bij anderen blijft iets “hangen” voor de rest van hun leven. Een “dode liefde” is niet zomaar iets….
frans
hear my train a comin’ van Jimi Hendrix sprong in mijn gedachten.
Met een brok in mijn keel gelezen……
Iedereen bedankt voor de (h)erkenning en mooie woorden. En voor Wil: het is een fragment uit iemands leven. Deel 2 zal meer aanwijzingen geven over de oorzaak. Maar eigen interpretatie blijft nodig. Moeilijk? Het is een verhaal over iemand anders leed en ik deel hier eigenlijk het pijnlijkste moment ervan.
Je schrijft “vroeger serieus en nu luchtiger”..
Ik hoop dat ik nooit een serieus stuk van jou hoef te lezen.
Ik denk dat velen van ons permanent met een angst leven en hopen dat die prachtige broze relatie goed blijft gaan.
Tijdens het lezen moest ik me een paar keer vermannen, zo mooi beschreven.
Vr. Gr. KopKèh