()

Een tijdje geleden ben ik dan toch gezwicht. Mijn vriendin had me al vaker gevraagd om haar geboortedorp eens te bezoeken, en telkens vond ik een reden om het uit te stellen. Druk met papierwerk, te warm, geen goed moment. Je kent dat wel. Maar goed, ik vond dat ik niet eeuwig kon blijven uitstellen, en eerlijk gezegd: ze had er zichtbaar naar uitgekeken.

Dus: auto gehuurd, koelbox gevuld, zonnebril op. Samen vertrokken we vanuit Naklua met het plan er een ontspannen tocht van te maken. Niet in een ruk, maar rustig aan. Af en toe stoppen, ergens lunchen, een overnachting onderweg. En weet je dat bleek eigenlijk een schot in de roos. Je leert elkaar anders kennen als je samen reist. Kleine irritaties, maar ook veel lol. En met een beetje geduld en wederzijds respect kom je een heel eind. Ze zeggen dat samen op reis gaan een goede stresstest is voor een relatie. Nou, we zijn geslaagd.

Onderweg hadden we goede gesprekken. Over hoe verschillend we zijn opgegroeid. Over familie, over geld, over hoe je in het leven staat. En wat ik vooral leerde: als je met iemand uit een andere cultuur samenleeft, moet je dingen expliciet maken. Verwachtingen uitspreken. Dus ik had van tevoren duidelijk tegen haar gezegd: ik blijf maximaal vijf nachten. Geen discussie, geen vage beloftes. Vijf is vijf.

Haar ouders wonen in een vrij ruim huis (nou ja, huis? Laten we het een onderkomen noemen), we kregen een eigen kamer. Daar was ik blij mee. Thai kijken doorgaans iets anders tegen privacy aan dan wij, dus dat stukje comfort stelde ik op prijs. Geen dun matrasje in de woonkamer, geen gedeeld bed met neefjes op de grond. Gewoon een kamer met een deur die dicht kon.

Maar verder… het contrast met Naklua was groot. Heel groot. Alsof je van een stad met alles binnen handbereik, teruggaat naar een plek waar de tijd al twintig jaar stilstaat. Stofwegen, hanengekraai, kinderen die met blote voeten achter een kapotte bal aanrennen. En overal die blikken. Niet vijandig, maar nieuwsgierig. Wie is die farang? Wat komt hij hier doen?

Je merkt het aan alles. Hoe mensen net iets vaker langslopen, hoe kinderen om het hoekje gluren, hoe er gegiecheld wordt zodra ik iets zeg. Mijn vriendin leek er stiekem van te genieten. Een farang meenemen naar het dorp is toch een beetje alsof je een prijs hebt gewonnen. Het leverde bewonderende blikken op. En koppelpogingen. Ja, echt, er kwamen bekenden langs die vroegen of ze nog een farang in de aanbieding had, voor een zus, tante of nicht.

En dan die vanzelfsprekendheid waarmee sommige mensen met geldverzoeken komen. We zaten op een middag buiten, ik in een plastic stoel, mijn vriendin naast me, toen er een oudere vrouw aan kwam lopen. Ze begon een heel verhaal tegen me, ik verstond er geen woord van. Mijn vriendin vertaalde: “Ze vraagt of je haar 300 baht wil geven.”
“Waarom?”, vroeg ik verbaasd.
“Zomaar. Vanuit je hart.”

Ik wist niet wat ik moest doen. Wat als straks het halve dorp iets uit mijn hart wil? Ik keek mijn vriendin vragend aan. En dan krijg je zo’n typisch Thais antwoord waar je niets mee kunt: “Up to you.”

Ik gaf haar toch die 300 baht. Ze bedankte niet eens, liep gewoon weg. En ik dacht: ik hoop dat het naar iets nuttigs gaat, melk voor haar kleinkind misschien. Maar ja, het zou ook best kunnen dat het naar een fles Lao Khao of een potje kaarten gaat.

De dagen in het dorp kropen voorbij. Er is weinig te doen, dat is precies wat ze daar waarderen. Alles draait om eten, roddels en familiebezoekjes. Mijn vriendin bloeide helemaal op. Ze kletste met iedereen, zat urenlang bij haar moeder op de veranda. Ik daarentegen had het na drie dagen wel gezien. Gelukkig had ik een paar boeken meegenomen en de internetverbinding was verrassend goed. Dat moet ik Thailand nageven: zelfs in het meest afgelegen gehucht kun je prima met je telefoon of iPad aan de slag.

Tegen de tijd dat de vijfde nacht aanbrak, stond ik in gedachten al met een been in de auto. De volgende ochtend vroeg vertrokken we. Geen stops meer, korte lunchpauzes. Ik reed in een ruk door. Ze vond het prima. Misschien voelde ze ook dat het genoeg was geweest.

Toen ik moe maar opgelucht het slot van mijn condo opendraaide, voelde ik het meteen: dit is mijn plek. Mijn bed, mijn stoel, mijn ritme. En dat, bedacht ik me, is eigenlijk een goed teken. Dat Thailand steeds meer als thuis voelt.

Maar ik weet nu ook: het volgende dorpsbezoek laat ik zo lang mogelijk op zich wachten. Relaties zijn geven en nemen, ja. Maar dat betekent niet dat je alles leuk hoeft te vinden. Soms is het gewoon een kwestie van even doorbijten en daarna genieten van je eigen ruimte.

Wordt vervolgd…

Ingezonden door Nico

Hoe leuk of nuttig was deze posting?

Klik op een ster om deze te beoordelen!

Gemiddelde waardering / 5. Stemtelling:

Tot nu toe geen stemmen! Wees de eerste die dit bericht waardeert.

Omdat je dit bericht nuttig vond...

Volg ons op sociale media!

Het spijt ons dat dit bericht niet nuttig voor je was!

Laten we dit bericht verbeteren!

Vertel ons hoe we dit bericht kunnen verbeteren?

3 reacties op “Dagboek van een Thailandganger (deel 13) – Vijf nachten op vreemde grond”

  1. Rijck zegt op

    Goed zo, Nico. je begint het te leren. Niet te snel toegeven, maar doseren naar je eigen ritme. Zoals ik al een paar maal memoreerde: wederzijdse verwachtingen naar elkaar uitspreken- een betere remedie tegen miscommunicatie is er niet. Je hebt nu gezien waar jouw vriendin vandaag komt, waar ze is opgegroeid, in welke cultuur zij leefde, wat haar gemaakt heeft tot wat ze is. Zoals jouw NL omstandigheden dat met jou deden. Goed dat je zegt dat een volgend bezoek lang op zich zal laten wachten, want je bent niet in TH om er de schoonfamilie te fêteren. Ik zelf heb het jaren geleden voor gezien gehouden na enkele keren. Als mijn vrouw haar familie en bekenden in het hete stoffige Isaan wil opzoeken, belt zij haar zus die te BKK woont en plannen vervolgens een weekend weg. Ik blijf thuis of te BKK. Ik ga ook niet meer naar bruiloften of crematies: die gaan allemaal door ook in mijn afwezigheid. Je begint je thuis te voelen. Prima. Geniet jouw gepensioneerd leven in TH, en laat je niet leiden, dan hoef je ook niet te lijden!

    0
  2. Jos M zegt op

    Mooi geschreven weer Nico, dat giechelen en koppel pogingen herken in nog goed toen ik voor de eerste keer in haar dorp kwam.
    Nu was dat dorp iets groter dan het dorp van jouw vriendin denk ik want er was een behoorlijk grote markt.
    En op de markt woonde haar familie.
    Ik ben de eerste keer 4 dagen gebleven nu woon ik er al ruim 5 jaar .

    1
  3. Omar Ben Salaad zegt op

    Inderdaad duurt het in die dorpjes niet lang voor men denkt: wanneer gaan we terug? Puur masochisme om daar lang te verblijven. De culturele Anschluss die uw vrouw of vriendin daar ervaart? Wat als je amper verstaat wat ze zeggen? Men kan er eigenlijk sociaal alleen overleven als men zich aansluit bij de lokale farang kliek. De lokale beer chang club.

    0

Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website