
Mijn dagboek lijkt haast een klaagzang te worden, maar dat is niet mijn bedoeling. Ik wil gewoon eerlijk delen met jullie waar ik tegenaan loop. Wonen in Thailand is niet alleen zon, palmbomen en lachende gezichten. Het is, net als in België of Nederland, een leven met hoogtepunten en dieptepunten. Alleen speelt het zich af in een ander decor.
De afgelopen weken waren niet de makkelijkste. Allereerst kreeg ik bericht van mijn dochter. Ze had flinke buikgriep. Niets ernstigs, maar toch was ze goed ziek. Dat is nu precies zo’n moment waarop je als vader naast haar wil zitten, een kop thee voor haar wil zetten of gewoon een arm om haar heen wil slaan. Natuurlijk kan ik appen, bellen en videobellen. Maar dat vervangt niet de nabijheid. Ik voelde me machteloos, eerlijk gezegd had ik op dat moment het liefst in het vliegtuig gestapt.
Alsof dat nog niet genoeg was, vertrok mijn Vlaamse vriend voor een aantal weken terug naar België. We kennen elkaar nog niet zo lang, maar die gesprekken met hem gaven me houvast. Als je nog geen brede vriendenkring hebt hier, zijn die momenten extra belangrijk. Ineens merk je hoe snel je iemand kunt missen. Het deed me beseffen dat je sociale netwerk, zeker in een nieuw land, fragiel is. Een vertrek, en het voelt alsof er een leegte ontstaat.
Gelukkig gaat het in mijn relatie weer een stuk beter. De storm van de vorige keer is gaan liggen en we beginnen steeds meer aan elkaar te wennen. We lachen veel en ik ontdek dat ze een flinke dosis humor heeft, soms scherp, soms speels. Dat kan ik gebruiken. Natuurlijk hebben we af en toe kleine wrijvingen, maar ik begin te zien dat die erbij horen. Zonder wrijving geen glans, zeggen ze en daar zit meer waarheid in dan ik ooit dacht.
Toch kwam er weer een klap van buitenaf. Een telefoontje uit Nederland: een vriend van me, van mijn leeftijd, heeft kanker. En ernstig ook. We zien elkaar niet wekelijks, soms zelfs maanden niet, maar ik ken hem al jaren. En dat doet iets met me. Op dit soort momenten voel je de afstand bijna lichamelijk. Je wilt erheen, even bij hem zitten, maar je kunt niet. Je beseft ineens dat emigreren ook een letterlijke afstand betekent.
Ik heb mezelf voorgenomen om duidelijke afspraken met mezelf te maken. In welke situaties vlieg ik terug naar Nederland? Als mijn dochter in het ziekenhuis komt te liggen, is het voor mij geen vraag: dan stap ik op het vliegtuig. Maar wat doe je bij een zieke vriend? Of bij een overlijden van een familielid? En los daarvan: hoe vaak moet je eigenlijk terug naar Nederland, gewoon om je dierbaren te zien? Gek genoeg heb ik daar nooit echt goed over nagedacht, terwijl het een belangrijk onderdeel is van emigreren. Misschien kunnen andere expats daar iets over zeggen? Hoe doen jullie dat?
Wat mijn dagelijkse invulling betreft, ben ik niet veel verder gekomen. Toch is er een soort routine ontstaan. Ik sta op, eet iets, lees de krant online, scroll door Thailandblog, doe boodschappen, maak een wandeling, lees een boek, doe wat administratie en worstel met nieuwe Thaise woorden. Niet spannend, wel vertrouwd. Soms voelt het alsof mijn dagen kleiner zijn geworden, maar misschien is dat ook nodig om een basis op te bouwen.
Om het wat leuker te maken, heb ik mezelf een nieuw projectje gegeven. Ik heb een klein oventje gekocht, bakblikken erbij en ben begonnen met bakken. Mijn eerste cake zag er niet uit, maar smaakte verrassend goed. De tweede poging was beter. Het geeft me plezier om zoiets simpels in handen te hebben, iets wat direct resultaat geeft en waarvan je kunt zeggen: dit heb ik zelf gemaakt.
Daarnaast probeer ik mijn hoofd scherp te houden. Ik gebruik ChatGPT om mezelf te trainen. Ik laat het vragen bedenken, vooral over Thailand, en probeer die te beantwoorden. Soms is het nuttig, soms gewoon grappig, maar altijd leerzaam. Hoe meer ik weet over mijn nieuwe thuisland, hoe minder ik me een vreemde voel. Het helpt me om me hier minder toerist en meer inwoner te voelen.
Het zijn van die kleine dingen die het verschil maken. Want ook al waren de afgelopen weken zwaar, er zijn lichtpuntjes. Het besef dat ik kan lachen met mijn vriendin, dat ik mijn dochter elke dag hoor of zie via een scherm, dat ik een cake uit mijn eigen oven kan halen. Dat is misschien geen groot geluk, maar wel het soort geluk dat je op de been houdt.
En misschien is dat de echte les van emigreren: je neemt het leven mee. De zorgen, de vreugde, de twijfels. Ze verdwijnen niet aan de grens, maar volgen je waar je gaat. En je moet ermee leren leven, of je nu in Nederland, België of Thailand bent.
Wordt vervolgd…
Ingezonden door Nico