Lahu: Legendes en verhalen deel 4 (nr. 4)

Uit: deel vier met zeventien Lahu vertellingen. Nummer vier; Een man die zich slimmer vindt dan een tijger.
Heel lang geleden raakten een man en een tijger bevriend. En op een dag zei de tijger ‘Laten we eens kijken wie van ons het sterkst is.’ ‘Zoals je wilt’ zei de man. Hij nam een grote mand en liep de berg op. Daar vulde hij de mand met stenen en kwam naar beneden. Toen zei hij tegen de tijger ‘Meneer Tijger, ga naar boven en breng mij de grote mand met stenen die ik omhoog heb gesjouwd.’
De tijger liep de berg op en probeerde de mand te dragen maar hij kon hem niet optillen. Dus hij kwam de berg weer af en zei ‘Beste vriend, hoe ik ook probeerde, ik kan die mand niet naar huis dragen. Ga jij hem maar halen.’ Dus de man liep de berg weer op, gooide alle stenen er uit en bracht de grote mand naar beneden. Toen de tijger dat zag was hij verbaasd en zei ‘Vriend, je bent veel sterker dan ik.’ En de man zei ‘Vanaf nu moet je bang voor me zijn!’
Curry van een graatmagere koe
Op een mooie dag zei de man tegen de tijger ‘Meneer Tijger, vandaag wil ik curry eten. Maak een koe dood. Dan maak ik een lekkere curry van het vlees.’ De tijger gehoorzaamde en doodde een graatmagere koe en bracht die naar de man. Die nam een bamboe waterbak, sloeg een gat in de bodem en vroeg de tijger om water te halen.
Toen de tijger weg was at de man alle curry op. Daarna hakte hij wat boombast af en kookte dat. Omdat de waterbak een gat in de bodem had kon de tijger het niet gevuld krijgen met water. Het bleef er gewoon niet in. Omdat de tijger echt wel honger had liet hij de bak bij de beek en rende terug naar de man.
Ern die zei ‘Hier heb je wat gekookt vlees. Eet dat eens.’ De tijger nam een hapje en zei ‘Dat smaakt afschuwelijk.’ ‘Tja,’ zei de man, ‘Verwacht je dan lekker vlees van zo’n mager beest? Hier, neem wat van mijn vlees.’ Hij gaf hem van wat hij net had geroosterd. En de tijger ‘Dit vlees is echt lekker! Wat voor vlees is dit?’ ‘Dit vlees is van mijn kuit.’ Toen de tijger dat hoorde dacht hij er aan de man op te eten. En de man werd bang van de tijger en dacht er aan hem direct maar af te maken…
Een boos plan…
De volgende dag liepen ze ergens heen. Hij liet de tijger een bos rietgras dragen en liep achter hem aan. De reden was dat hij de tijger iets aan wilde doen. En jawel, achter de tijger sloeg hij een paar keer op zijn vuursteen. De tijger hoorde dat en vroeg er naar. Zijn antwoord was ‘Meneer Tijger, je hoort helemaal niks. Weet je, de zon is erg heet, en mijn teen- en vingernagels kraken tegen elkaar aan.’ ‘Ja, dat is het wel’ dacht de tijger en ze liepen door.
Maar het geklik achter hem hield aan en de tijger vroeg het nog een keer… Tenslotte sloeg de man zo hard op zijn vuursteen dat er echt vuur kwam! Hij nam het vuur en gooide het op het rietgras. Het vuur werd heet en de tijger begreep wat er aan de hand was. Hij gooide snel het brandende gras van hem af en rende de bergen in. Maar omdat het vuur zijn huid verbrandde vond hij geen rust.
Onder het rennen zag hij een koe en hij vroeg ‘Vriend, waar kan ik heen om het vuur te doven?’ En de koe zei ‘Ren zo hard mogelijk de berg op. Dan dooft het vuur wel.’ Dat deed hij maar het vuur werd heter en heter. Toen zag hij een waterbuffel en vroeg ‘Vriend, waar kan ik heen om van dit vuur af te komen?’ Hij mocht van de waterbuffel in zijn waterplas; het vuur ging direct uit. Hij kon toen lekker afkoelen.
En daarom, vanaf die dag, is de tijger boos op koeien en zal hij ze opeten. Maar hij zal niet vaak een karbouw doden. En omdat mensen de tijger in de fik hebben gestoken heeft hij strepen op zijn huid.
Toen het vuur uit was ging hij terug naar de karbouw. ‘Vriend, ik heb gedaan wat je zei en het vuur ging uit. Dit zal ik nooit vergeten. Ik beloof je, ik zal nooit een waterbuffel eten en geef je iets om je eraan te herinneren.’ Hij stopte zijn poot in het water en maakte een streep in de nek van de karbouw. Daarom hebben waterbuffels een witte streep in hun nek.
Wraak!
Hij was furieus op de man over wat die had gedaan en maakte plannen hem te doden. Nadat hij de man had gevonden zei hij ‘Ik ga je opeten!’ Maar de man nam zijn wapen en legde aan dus de tijger rende weg. Onderwijl zei hij ‘Over een jaar heb ik negen welpen en ik zorg er voor dat ze mensen doden en opeten.’
Onder het rennen kwam hij een koppeltje kwartels tegen, en die vlogen ineens op. De tijger dacht dat het mensen waren en omdat hij bang werd zei hij ‘Ik neem geen negen welpen per jaar om mensen te doden. Over negen jaar heb ik één welp.’ En daarom krijgen tijgers maar één welp in negen jaar.
Bron ’49 Lahu Stories’, uitgeverij White Lotus, ISBN 9789744800183. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. Wordt vervolgd.
Over deze blogger

- Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.
Lees hier de laatste artikelen
Cultuur24 september 2025Lahu: Legendes en verhalen deel 4 (nr. 4)
Expats en pensionado19 september 2025Belastingen: Meer nieuws over de vrijstelling voor vermogenswinsten op crypto’s
Cultuur14 september 2025Lahu: Legendes en verhalen deel 4 (nr. 3)
Cultuur11 september 2025Lahu: Legendes en verhalen deel 4 (nr. 2)
Je Lahu-verhalen zijn altijd weer verfrissend, Erik.
Ik verwonder me altijd weer over de simpele logica die in de verhalen zit.