Eren marit i dona i caminaven cada dia del bosc al mercat per vendre llenya. cadascun portava un feix de fusta; un dels farcells es va vendre, l'altre es va endur a casa. Així guanyaven uns quants cèntims. Llavors aquell dia l'home es va trobar amb el governador de la ciutat i li va preguntar: "Què fas amb aquests cèntims?"

De man antwoordde hem ‘Ik heb geen centen. Ik heb ook mijn uitgaven, weet u. Het geld gaat naar veel zaken.’ ‘O? En wat zijn die zaken dan?’

‘Ziet u, een deel gaat naar nieuwe schulden. Een deel naar oude schulden. Een deel begraaf ik. Een ander deel gooi ik in de rivier en het laatste deel geef ik aan mijn vijand om die rustig te houden.’

De bestuurder kreeg deze vijf raadsels maar niet opgelost en ging vragen stellen. ‘Wat zijn die oude en nieuwe schulden dan?’ ‘Oude schulden is het zorgen voor mijn ouders. Nieuwe schulden is de zorg voor mijn kinderen. Wat ik in de rivier gooi is mijn eten: ik eet en het is weg. Er komt niks van terug. Wat ik begraaf is wat ik aan de tempel schenk. En met het laatste deel hou ik mijn vijand rustig.’

‘Jouw vijand? Heb je dan een vijand?’ ‘Nou, mijn vrouw, om wat te noemen.’ ‘Hoe kun jij nu jouw vrouw een vijand noemen? Ik geloof er niks van! Man en vrouw houden van elkaar tot de dood. Hoe kan zij jouw vijand zijn?’

De bestuurder gelooft er niks van maar hij herhaalt ‘Wacht maar eens af! U zult het zien.’ Maar de bestuurder heeft andere plannen. ‘Wat deze raadsels betreft: vertel ze aan niemand anders. Als je dat wel doet dan ben je dood! Dan hak ik je kop er af, begrepen? Ik plak deze vijf raadsels aan op de stadspoort; wie het juist heeft krijgt duizend goudstukken. Maar als iemand ze van jou hoort dan laat ik je executeren. Begrepen?’

Te moeilijk, helaas….
Ze werden opgeplakt, de vijf raadsels. Oude schulden, nieuwe schulden, geld in het water, geld begraven en je vijand koest houden. Er onder stond de beloning en iedereen wilde dat wel hebben maar niemand wist het juiste antwoord.

De man vertelde zijn vrouw wat er was gebeurd en zij wilde de anwoorden wel weten. ‘Vertel het niemand! Wat dan word ik onthoofd! Geen twijfel over!’ Maar zijn vrouw keek met hebberige ogen naar die duizend goudstukken en ging naar de bestuurder…

En die ging wat vragen stellen. ‘Waar woon jij? Waar kom je vandaan? Waar staat jouw huis? Hoe heet jouw man?’ Toen kwam het uit en moest haar man komen om gedood te worden… Hij mocht zijn laatste woord zeggen….

‘Kijk, bestuurder, ik zei dat mijn vrouw mijn vijand is maar u geloofde mij niet. Ik had haar gezegd de raadsels aan niemand te verklappen maar ze deed het toch. Het interesseert haar dus niet of ik dood ben of niet. Ziet u, zij is mijn grootste vijand! Gelooft u me nu?’

Hij mocht blijven leven. De bestuurder geloofde hem want het is echt waar. Jouw eigen vrouw ís gewoon jouw grootste vijand…..

Font:
Titillating tales from Northern Thailand. White Lotus Books, Thailand. Engelse titel ‘My wife is my enemy’. Vertaald en bewerkt door Erik Kuijpers. De auteur is Viggo Brun (1943); zie voor meer toelichting: https://www.thailandblog.nl/cultuur/twee-verliefde-schedels-uit-prikkelende-verhalen-uit-noord-thailand-nr-1/

No es poden fer comentaris.


Deixa un comentari

Thailandblog.nl utilitza cookies

El nostre lloc web funciona millor gràcies a les cookies. D'aquesta manera podem recordar la teva configuració, fer-te una oferta personal i ajudar-nos a millorar la qualitat del lloc web. llegir més

Sí, vull un bon lloc web