Tlhahiso ea Babali: Lithoko tsa Rob (4)
Ka 2012 ke ile ka kopana le kharebe ea ka sebakeng sa Kanchanaburi. Ho tloha ka nako eo ke tsamaile teng ka makhetlo a mane ka selemo. Ke ngotse pokello ea lithothokiso mabapi le maikutlo a ka. Ka tlase u tla fumana tse seng kae.
Ho tloha ha ke etela Thailand ka lekhetlo la pele hoo e ka bang lilemo tse leshome tse fetileng, ke ile ka rata naha eo 'me lilemo tse seng kae hamorao ka botle ba Thailand. Ho tloha 2009 ho isa 2011 ke ne ke le seroki sa motse oa Overpelt moo ke lulang teng ha ke sa lule Thailand.
----
De vogels fluiten niet.
Ze krassen, gillen.
En de honden blaffen niet.
Ze janken, kermen.
De mensen zwijgen,
zwoegen, zweten.
Weten meer dan ik kan googlen.
Zo leven we samen naast elkaar.
Ik met een ipad.
Zij met een sikkel.
’s Avonds drinken we Singha.
Ik betaal.
Zij verzwijgen schuchter
hun verhaal.
Trots is een onneembare
taalbarrière.
----
De ochtend kleurt oranje.
De zon, de monniken.
Een boeddhistische polonaise
slingert geluidloos door het dorp.
Hun bedelnap wordt gevuld
door de vrouwen die geknield wachten.
Zij bereidden het eten lang voor de zon
en de monniken de ochtend oranje kleuren.
Moeizaam komen ze recht.
Koken voor hun kroost.
Werken op het veld.
Hopen op een dag zonder klappen.
Op de terugweg naar de tempel
raadpleegt een jonge monnik,
de laatste in de oranje rij,
stiekem zijn smartphone.
----
Onbegrijpelijke (*) liefdesverklaring (* voor een boeddhiste)
Als God naar jou kijkt,
houdt Hij zijn adem in.
In ’t diepst van mijn gedachten
ben ik een god
als ik jou zie.
Als ik uit een rib
jou kon scheppen,
had Adam een ingevallen borstkastje.
Mooi Rob, vooral het 2e gedicht over het oranje, goeie sfeertekening ik zie het voor me.