Пытки жителей Клиты Ланг
Ma Aung Seng (50) is blind, Kamthorn Srisuwanmala (44) heeft last van gewrichtspijn, misselijkheid en hoofdpijn. Ze wonen in Klity Lang, een 100 jaar oud dorp met zo’n twee- tot driehonderd etnische Karen, verscholen in dichtbegroeide bossen in de provincie Kanchanaburi.
In de jaren tachtig begon vee van de bewoners dood te gaan, bewoners stierven, bij sommigen begon het lichaam op te zwellen en anderen klaagden over zware hoofdpijn. De bewoners merkten dat het water van de kreek bij het dorp troebel en smerig werd. In die kreek visten ze, namen een bad en soms dronken ze het water.
In april 1998 werd voor het eerst vastgesteld dat de bewoners een veel te hoge concentratie lood in hun bloed hadden. De boosdoener was snel gevonden: de Lead Concentrate Company, die sinds 1970 bovenstrooms van het dorp lood had gedolven en verwerkt in een bedrijfsgebouw dat 30 meter vanaf de kreek stond. Het bedrijf loosde het met lood vergiftigde afvalwater rechtstreeks in de kreek.
De martelgang die daarna volgde, laat zich moeilijk in een paar zinnen beschrijven. Hoogtepunten waren de sluiting van de mijn in 1998 en op 10 januari van dit jaar de toekenning van een schadevergoeding van 4 miljoen baht aan de bewoners door het Supreme Administrative Court. Maar aan adequate en snelle maatregelen ontbrak het grotendeels al die jaren. En nog steeds vermoeden de bewoners dat de kreek verontreinigd is ondanks verzekeringen van regeringsdiensten dat het oppervlaktewater nu drinkbaar is.
Ma Aung Seng heeft geen keus. Ze heeft geen waterleiding en ook geen geld om flessenwater te kopen. Wanneer ze water nodig heeft, vraagt ze haar zoon naar de kreek te lopen en water te halen. Ze gebruikt het om te drinken, te koken en te wassen.
Kamthorn reisde een jaar tussen zijn dorp en het Rajavithi ziekenhuis in Bangkok voor behandeling. Zijn toestand is verbeterd, maar volledig genezen zal hij waarschijnlijk nooit.
(Источник: Spectrum, Bangkok Post, 27 января 2013 г.)
Из новостей из Таиланда от 11 января:
– Счастливые лица 22 этнических карен, живущих вдоль ручья Клити в Канчанабури. После 9 лет тяжелых судебных баталий они, наконец, получили компенсацию в размере 177.199 XNUMX бат на человека за загрязнение ручья свинцом. Высший административный суд вчера присудил сумму и обрушил критику на Департамент по борьбе с загрязнением окружающей среды (PCD).
PCD, как заявил Верховный административный суд, запросил у Королевского лесного департамента разрешения на очистку ручья только через девять месяцев после того, как узнал об отравлении свинцом. Кроме того, PCD ничего не делал в течение 9 лет после того, как Национальный совет по окружающей среде санкционировал строительство дамбы. Эта дамба была построена только в 3 году с целью дальнейшего предотвращения распространения загрязненных свинцом отложений.
Источником отравления свинцом, жертвами которого стали многие дети (вчера на судебном заседании у Карен были их фотографии), была компания «Свинцовый концентрат». Компания начала свою деятельность в 1967 году и была вынуждена закрыться в 1998 году по приказу Департамента природных ресурсов. В том же году было обнаружено отравление свинцом.
В дополнение к возмещению ущерба суд также обязал PCD быстро довести концентрацию свинца в ручье до приемлемого уровня. Кроме того, ОХД был обязан измерять концентрацию свинца в воде, донных отложениях, рыбе и растениях в течение одного года и сообщать результаты жителям.
Генеральный директор PCD Wichien Jungrungruang заявил после заседания, что его отдел придерживается своей стратегии, предусматривающей естественное разбавление свинца, хотя остатки свинца, лежащие вокруг ручья, удаляются.