Eden, het aardse paradijs, ik weet hoe je er komt

Door Els van Wijlen
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags: , , ,
26 februari 2016

Het is zaterdag avond en de hoogste tijd voor een avondje uit. Of ik mee ga naar Eden? Natuurlijk ga ik mee naar Eden, ik ga overal mee naar toe. Over Eden heb ik al veel verhalen gehoord, het moet er erg speciaal zijn. Een hip feest op een mooie plek, goede muziek, met heel aparte mensen die wel van een speciale trip houden. Nou houd ik ook wel van een avontuur, dus dit tripje sla ik niet over!

Het ligt wel aan de andere kant van het eiland en je kunt er alleen per boot naar toe, of met een jeep, maar dat schijnt nogal een verschrikkelijke tocht te zijn. Nou ben ik geen liefhebber van een boot, maar vanuit mijn bungalow kan ik zien dat de zee er vanavond rustig bij ligt. Een boottochtje bij maanlicht naar Eden, ik stap graag in!

Eerst moeten we met de songtheaw (taxi) naar Haad Rin, daar moeten we een boot regelen die ons naar Haad Yuan brengt, waar het feest is. De songtheaw brengt ons veilig al slingerend en klimmend en dalend over de steile heuvels naar Haad Rin. In Haad Rin stoppen we bij de zee. Héé dezelfde zee als thuis, alleen hij lijkt er niet op. Grote golven, schuimkoppen en een diepe zwarte zee… Oh jée.

Er liggen een paar longtailboten klaar. Hevig deinend op de hoge golven en ze zijn nog leeg… want wie wil er met deze onrustige zee nou gaan varen? Wij dus…. Tot de knieën in het water en een paar sterke armen helpen me in de boot te klauteren. De schipper en zn maat lijken een tikkeltje gespannen, ze roepen dat we goed moeten luisteren en vertellen ons precies waar we moeten gaan zitten. Dan vertrekken we vol gas met de longtailboot op naar het aardse paradijs.

Oh my god! Wat is dit…? Het lijkt de grote oceaan wel, wat een golven! Hier heb ik niet op gerekend. Alleen het maanlicht is zoals ik me had voorgesteld, maar omdat ik de helft van de tijd met stijf dichtgeknepen ogen zit, krijg ik daar niet veel van mee.

We knallen regelmatig met de houten boot keihard op het water; de golven slaan over de rand. De zee is zo ruw! We worden heen en weer geschud en ik krijg kramp in mijn handen zo hard knijp ik om niet uit de boot geslingerd te worden. Dan realiseer ik me na een minuut of tien dat als er iets gebeurd, we slaan om bijvoorbeeld, dat het er dan wel erg beroerd uitziet voor ons allemaal. Natuurlijk is er geen zwemvest te bekennen. Dus ik neem me voor om in dat geval maar dicht bij de boot te blijven en verder alles maar gewoon over me heen te laten komen, ook de spetters uit de zee.

Na een volle gaslanding die ons een eind het strand op schuift, zijn we er. Maar niet ver genoeg, de golven halen ons met gemak in. We springen uit de boot in de golven, op hoop van zegen. Plons. Oké, m’n gezicht was al nat gespetterd en nu ben ik tot boven mijn knieën ook nat van de golven. Maar Robin is er nog erger aan toe, die springt in een gat en is helemaal drijfnat. Maar we zijn er en we leven, dus nu op zoek naar het feestje!

Ik wist wel dat je niet zomaar in het paradijs terechtkomt, maar dit is toch wel een hele zware tocht…. Via steile rotswanden en gebroken takken die een brug vormen over een diepe afgrond klimmen we hoger en hoger. Dan horen we de deephouse… we zijn er, in Eden. Chille muziek, een DJ, een dansvloer, een bar, mensen liggen in een apart gedeelte te rusten, die zullen wel moe zijn na hun trip. Ik zie een meisje liggend dansen, met haar ogen dicht, heeeeel apart.

Dan is het de hoogste tijd om blootsvoets te dansen, eindelijk, want daar ben ik voor gekomen. Binnen 5 minuten vraagt een kerel, of ik MDMA verkoop? Nee, ik doe alleen Singha en die drink ik zelf op. Even goede vrienden en gewoon lekker doordansen. Ik vermaak me prima maar vraag me wel af hoe al die keurig opgedofte jonge dames in lange jurken in vredesnaam hier komen? Ze zullen wel op het strand wonen in een van de sfeervolle accommodaties, maar dan nog hebben ze die gammele brug en de steile rots moeten trotseren.
Dan weer naar huis, morgen moet er gewoon weer gewerkt worden. Ik had gehoopt dat de zee wel rustiger zou zijn om twee uur ’s nachts, maar dat is dus niet zo. We zoeken een schipper en terwijl we wachten op vertrek zien we dat de spanning bij de Thaise bootmannen hoog op loopt, een flipt helemaal als de vraag gesteld wordt of de zee wel veilig is? Oké, sommige vragen kunnen dus beter niet gesteld worden.

Het is tijd om te vertrekken als er voldoende passagiers zijn. Wel moeten we eerst met zn allen de boot het water induwen. Als ze aankomen, geven ze vol gas zodat ze met de boot een flink stuk op het strand landen. Dat flinke stuk moeten we nu die boot weer het water in zien te krijgen. Uiteindelijk lukt dat maar vlak voordat ik weer in de boot ga, komt er een hoge golf en nu ben ik tot aan m’n tieten zeiknat. Hè, hè, ik was net droog gedanst.

Daar gaan we de woeste baren op, nog erger dan de heenweg, grote golven gooien de boot heen en weer, bijna iedereen is stilletjes. Robin en ik zitten voorin en al snel roepen we, dat dit eigenlijk toch wel heeeeeel erg leuk is! We zijn misschien wat overmoedig, onderschatten de kracht van de zee… maar we vinden het steeds leuker worden. Wat een avontuur, wat spannend!! Yoehoe, I’m alive!!!! Of dat nog lang duurt weet ik niet, maar tot die tijd geniet ik van deze dwaze tocht.

De maan verzilvert de woeste zee, schitterende golven die vreselijk tekeer gaan. Mijn haar is doorweekt, het zoute water loopt langs m’n gezicht af en zorgt ervoor dat de laatste droge stukjes kleding verdwijnen. Ik maak me een beetje zorgen over een straalbezopen jonge vrouwelijke toerist die laveloos in de boot hangt, maar op een of andere manier blijft ze toch binnenboord. Vol gas landen we op het strand in Haad Rin, we stappen allemaal kleddernat van de boot.

Zo dat zit erop. Nu nog met een taxi naar huis. Die vinden we snel. We treffen het niet, onze chauffeur blijkt een stapelgekke kamikaze piloot die inhaalt in een bocht op een steile berg. We overleven ook deze tocht samen met de twee afgewerkte Thaise kokkinnen, die in Haad Rin al ingestapt waren.

Ik ben blij dat ik heelhuids ben thuisgekomen na mijn bezoek aan het aardse paradijs. Snel even onder de douche om zand en zee weg te spoelen en lekker naar bed…

Wat ben ik toch een mazzelkip.

3 reacties op “Eden, het aardse paradijs, ik weet hoe je er komt”

  1. Jacques zegt op

    Ja prachtig beeldend geschreven Els, een waar avontuur waar je het levend van af hebt gebracht. Hulde.
    Toch is het, wanneer je het op de korrel neemt, soms te zot voor woorden zoals er risico’s worden genomen. Vaak eindigen dit soort trips minder gelukkig en de zee heeft al velen doden op zijn geweten. Een kat heeft zeven levens maar de mens ietsje minder. Dus mijn advies is geniet met mate en bezint eer ge begint en trek lering uit dit soort vermaak.

  2. Miek Schenk zegt op

    Dank voor de tip, wij gaan in juni en willen dan waarschijnlijk ook een weekje naar Phangan. Waar worden die full moon party’s nu ook weer altijd gegeven (oftewel moeten we niet gaan zitten) of worden die over het hele eiland gehouden?

    • els zegt op

      Hoi Miek,
      De full moon party is in Haadrin, verder vind je op Koh Phangan veel palmbomen, jungle, prachtige natuur en heerlijke stranden.
      Wil je meer info over Koh Phangan, dan kun je me altijd contacten via [email protected].
      groetjes van Els


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website