Dagelijks leven in de Isaan: Dorpsfiguren

Door De Inquisiteur
Geplaatst in Isaan, Leven in Thailand
Tags:
15 juni 2019

Het Isaanse leven vormt karakters. Klimaat en arbeid beuken in op ieders lichaam. Dat levert mooie koppen, pezige maar met littekens overdekte lijven. Kromme ruggen ook, van het levenslang werken in de rijstvelden.

Mentaal worden Isaaners gevormd door het alom tegenwoordige Boeddhisme en onderliggend animisme, maar ook wegens hun voor westerlingen o zo vreemde omgangsvormen. Er heerst een enorm hoge tolerantie voor wat dan ook, zolang het anderen maar niet schaadt.

Poa Sid was de eerste figuur waar De Inquisiteur veel met te maken kreeg, hij is immers de directe buur. Zijn woning staat naast die van ons, zelfs dichtbij naar Isaanse normen, slechts twintig meter. Een krasse zeventig plusser, mooie kop met wit haar. En bijna potdoof, je moet brullen wil hij wat begrijpen – dat veroorzaakt altijd hilariteit want je denkt steeds dat er wat aan de hand is.
Gehuwd met <mei> Joi, slechts een jaartje jonger en je kan zien dat ze vroeger een schoonheid moet geweest zijn. Nog steeds slank en sierlijk.

Hun woning is een soort ‘zoete inval’, ze verkopen lao kao, bier, eieren en benzine op flessen. Hun erf is leuk gammel en ouderwets, er zit altijd wel wat volk.
Alleen, Pao Sid lustte de lao kao zelf ook. Beetje te veel zelfs, zodat De Inquisiteur merkte dat er huwelijksproblemen kwamen.
Mei Joi gaat vaak naar de tempel en tambuns en wanneer de kat van huis was dronk Poa Sid zich te pletter, viel continu in slaap en verwaarloosde hun bijverdienste. Het werd zo erg dat mei Joi er domweg vanonder trok, richting Bangkok, dochterwaarts. Moet je maar doen, zeventig plus !
Nu was het hek helemaal van de dam, Pao Sid zoop mateloos. En kreeg een ongeluk met zijn <saam lou>, driewielertje. Wanneer hij zijn oprit dronken wil oprijden merkt hij de bromfiets niet op en bang ! Hijzelf een gebroken been, de twee jongelui op de motorfiets het ziekenhuis in via een dure ambulance.

Nu heeft geen enkele zichzelf respecterende Isaaner een rijbewijs, laat staan een verzekering. De Inquisiteur was benieuwd hoe dit zou aflopen. Ziekenhuiskosten, ambulance, bromfiets, … dat moet vergoed worden. Dat gaat zo in Isaan :
Na een maand komt er ’s avonds een afvaardiging vanuit het dorp van de twee slachtoffers, die zijn er zelf ook, op krukken, met familie. Dus moest ons dorp ook vertegenwoordigers hebben, bestaande uit het dorpsopperhoofd, wat familie van Pao Sid, wat buren. En een soort politieman die verondersteld wordt neutraal te zijn.

Tot zijn grote ergernis wordt ook De Inquisiteur gesommeerd om aanwezig te zijn, hij heeft het ongeluk zien gebeuren en de gewonden eerste hulp aangeboden, die waren van de bromfiets gevlogen tegen de gevel van de winkel aan.
En wordt er gesproken. Netjes, zonder stemverhoging. Iedere partij om beurt. Beetje langdradig, rond de pot draaiend, vooral niet confronterend.
De Inquisiteur heeft allang zijn positie ingenomen : neen, ik heb het niet gezien. Enkel gehoord. Hij is niet gek, wil niemand tegen zich in het harnas jagen.

Na twee uur zijn ze eruit. Poa Sid moet tienduizend baht schadevergoeding betalen. Een fortuin voor hem. En jawel hoor, kan de farang niet voorschieten ? OK dan maar, want hij is zelfs een oom van mevrouw, familie dus.
Reeds de volgende dag komt mei Joi (die ondertussen huiswaarts gekomen was) het terug betalen, ze is links en rechts gaan geld lenen … . Vanaf dan is Pao Sid gestopt met drinken, en houdt hij zich enkel bezig met koken, een ganse dag, gratis voor de bezoekers, Isaan food uit de velden en bossen.

Een ander karakter is Luu. Klein maar pezig. Donkerbruin vel, vol littekens. Een man die kan werken. Buiten de rijst houdt hij zich bezig met bomen. Bomen kappen, inkorten, verzagen naar planken. En jagen. Gaat op urenlange dooltocht doorheen de velden en bossen met zijn geweer uit de Eerste Wereldoorlog, een zak met water over zijn schouders. En schiet op alles wat beweegt : slangen, hagedissen, vogels, … als het maar eetbaar is.
Ondanks zijn ijver is en blijft hij hopeloos straatarm. Shirts, broeken, … in alles zitten gaten, is gescheurd, is verkleurd. Idem dito voor zijn vrouwtje, zijn twee leuke kinderen. Zijn kinderen zijn vrolijk maar graatmager wegens eenzijdig menu.

Want hij heeft schulden die alsmaar groter worden. Rijstoogst is net voldoende voor eigen gebruik maar hij moet daar ieder seizoen zaad en mest voor kopen. Het werken in de bosbouw wordt laag beloont, driehonderd bahtjes per dag maar moet hij zijn benzine voor de zaagmachine van betalen.
En hij kan niet van de lao kao afblijven. Een viertal flessen per dag, aan zestig baht, maakt tweehonderdveertig baht per dag. Heeft hij nog zestig baht voor zijn benzine … .
Zijn woonst is echt het minimum. Klein, hout, op palen. Een enkel ballonnetje als verlichting en een waterpomp is alles dat elektriciteit verbruikt, dan blijft hij onder het minimumbedrag en moet hij niet betalen.

Maar Luu is altijd vrolijk en trots. Nadenkend ook, hij vraagt De Inquisiteur niet continu uit over België of wat dan ook. Eenmaal iets vertellen en hij vergeet het niet. Had deze man de kans gehad om naar school te gaan, was hij slimmer dan De Inquisiteur geweest.
Dus Luu kan wel een potje breken bij De Inquisiteur en eega. Mag op de pof. Mag altijd meeproeven als er wat speciaal eten op onze tafel komt, zeker zijn kinderen. Die, wanneer de school dicht is, zowat altijd in en rond de shop hangen want pa en ma zijn gaan werken op het veld.

De volgende in de rij is Pao Moe. De naam zegt het zelf al, <moe> : varken. Hij kweekt varkens op kleine schaal en vermits De Inquisiteur en lief al wel eens iets organiseren zoals verjaardag, Kerstmis en andere feestjes is hij weg van De Inquisiteur. Want kan hij per jaar een biggetje of vier aan hem verkopen.
Hij is eigenlijk niet van het ons dorp maar heel gekend in de streek. Want hij heeft tevens een tweede beroep.

Rijst voor eigen gebruik wordt door de mensen in schuurtjes op palen gestockeerd – doch niet iedereen heeft dat of onvoldoende plaats. Dus zit die rijst over het ganse dorp verdeelt, ergens staat genoteerd hoeveel zakken welke familie heeft. Daar is Poa Moe verantwoordelijk voor, en je moet hem ook bellen wanneer je nieuwe rijst nodig hebt. Hij haalt dan de nodige hoeveelheid op en brengt dat naar de pellerij – rijst wordt ongepeld gestockeerd, en nadien brengt hij hem thuis, hij noteert alles netjes en klaar.

Klaar voor te drinken. Poa Moe drinkt alles. Lao kao, bier, wijn, … . En nooit alleen, door zijn ijver heeft hij net iets meer financiën dan gemiddeld. Moet De Inquisiteur gaan lopen wanneer de man aanloopt in de winkel. Want of het nu zeven uur ’s ochtends is of tien uur ’s avonds, hij pakt domweg de flessen uit de koelkast en post ze voor de neus van De Inquisiteur : “nu gaan we drinken”. O jee.
Maar altijd lachen wanneer De Inquisiteur dan toch eens blijft hangen.
Poa Moe is een beer van een vent naar Isaanse begrippen. Een meter vijfentachtig, negentig kilo. Door de varkens- en rijstzakken activiteit heeft hij macht in de armen, hij doet graag aan arm worstelen. Hij imponeert ook graag, de meeste mensen gaan voor hem opzij. Behalve De Inquisiteur die met zijn een meter tweeënzeventig en zeventig kilo weerwerk biedt. Hopeloos.

Heb je Poa Deing. Die nickname dankt hij aan zijn haarkleur. Van vroeger, want nu is hij zo grijs als een oude postduif. Hij is de vrolijkste man van het dorp en goede vriend van De Inquisiteur. Met deze man heb je nooit problemen, zelfs al is hij dronken. Gelukkig heeft hij de lao kao afgezworen en houdt hij zich aan beer Chang – niet zonder bijbedoelingen want dat is ook het bier dat De Inquisiteur drinkt … . Doch hij is iemand die altijd wel wat geld op zak heeft en hij is niet te beroerd om op zijn beurt een biertje te betalen. Zijn stelregel is: hijzelf een biertje kopen, De Inquisiteur twee. Dat werkt.

Hij is niet lui en specialist-betonneur. Metsen kan ook als je niet te nauw kijkt. En waterleiding leggen doet hij als de beste, hij is de man die het dorp vol legde met buizen toen er openbare watervoorziening kwam (en waar exact drie huizen op aangesloten zijn, de rest hoeft het niet wegens maandelijkse rekening). Een job van weken want zijn arbeidstijden zijn nogal flexibel : van tien tot twaalf voormiddag en van half twee tot ongeveer drie uur in de namiddag. Dan is het tijd voor een biertje.
Poa Deing heeft een lichaam van rubber. Een meter zestig en vijfenveertig kilogram. Hij plooit wanneer je hem eens stevig vastpakt. Ondanks hij eet als een os. Continu, iets eetbaars in de buurt en hij heeft het. Leuk man, hij verraste De Inquisiteur toen zijn dochter op bezoek kwam. Poa Deing had nooit niks verteld, maar zij woont in Nederland. En ze sprak De Inquisiteur in zijn eigen taal aan. Die vervolgens, net als de Thai doen wanneer De Inquisiteur hen in hun moedertaal aanspreekt, met de mond vol tanden stond en driemaal wat zegje? moest vragen … .

En zo zit het dorp vol met karakters, mooie mensen, lelijke mensen, goede mensen, enkele minder leuke mensen, … . Maar ze kennen De Inquisiteur ook wel. Zelfs zijn voornaam. In de eerste maanden hier was het steeds weer “farang”. Hey, farang! Farang!
Continu meldde De Inquisiteur dat hij niet ‘farang’ heette. Het haalde weinig uit.

Vervolgens reageerde De Inquisiteur niet meer wanneer hij zo werd aangesproken. Het hielp, een beetje.
Pas de volgende truc maakte dat nu quasi iedereen De Inquisiteur bij zijn voornaam aanspreekt :
Op een dag wordt er ons een hondje aangeboden, mooi beestje, totaal ander uitzicht dan de gemiddelde Isaan-hond. De Inquisiteur adopteerde hem en er moest een naam komen. “Farang”. Eega kijkt raar op maar De Inquisiteur legt uit – het is leuk, als ze me roepen als ‘farang’ zal de hond komen.
Het werd inderdaad leuk want het beest kende vrij snel zijn naam, mede omdat De Inquisiteur hem trainde met koekjes. Iedere keer men ‘hey, Farang!’ riep kwam de hond opdagen … . Daarbovenop bleef De inquisiteur consequent door enkel te reageren op zijn voornaam en na een paar maanden was het gedaan. Er is geen ‘farang’ meer in het dorp….

– Herplaatst bericht –

4 reacties op “Dagelijks leven in de Isaan: Dorpsfiguren”

  1. Tino Kuis zegt op

    Wat een mooi verhaal weer, Inquisiteur. Fijn dat je deze mensen zo zonder vooroordeel en met een zekere sympathie beschrijft.
    Heeft jouw dorp geen massagesalons, winkelparadijzen, Italiaanse restaurants of karaoke bars?

    • Hans Pronk zegt op

      Beste Timo, het is/was inderdaad een mooi verhaal, maar jouw veronderstelling dat er geen karaoke bars of massagesalons zouden zijn klopt mogelijk niet. In mijn dorp is er weliswaar geen salon, maar in het dorpsziekenhuisje werkt er wel degelijk een gediplomeerde masseuse. Voor nog geen 100 baht per uur doet ze prima werk. Ook in het volgende dorp kan je daar voor een dergelijke behandeling terecht. En halverwege die twee dorpjes is er ook nog eens een karaoke bar, maar wel in Isaanse uitvoering. Uiterst sober dus.

    • Luc Vanleeuw zegt op

      dat is nu echt het leven zoals het is…; zonder meer en zonder alle mogelijke poeha!

  2. Maryse zegt op

    Geweldig weergave van je buren aldaar Inquisiteur! Ik genoot en ga het nog wel drie keer lezen, zo leuk hoe je schrijft!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website