De Asean Economic Community, die op 31 december 2015 van kracht zou moeten worden, is verder weg dan ooit. Die droom botst op de harde werkelijkheid. De vraag is: hoe serieus zijn de deelnemende landen om een gemeenschappelijk doel te bereiken, schrijft Nithi Kaveevivitchai in de Asia Focus bijlage van Bangkok Post.

Veel economen, academici en diplomaten twijfelen al jaren of zo’n diverse groep van tien landen bereid is een economische unie te vormen.

Inderdaad divers, want het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking bedraagt in Singapore, een van de rijkste landen ter wereld, US$43.929 en in Myanmar, een van de armste landen, $715. De verhouding tussen het hoogste en laagste bbp is in Asean 1:61 tegen 1:8 in de Europese Unie.

De belangrijkste horden op weg naar de AEC zijn een discrepantie tussen politieke ambities, een gebrek aan mogelijkheden en vaak een gebrek aan politieke wil in enkele lidstaten, analyseert een recent rapport van het CIMB Asean Research Institute (CARI).

‘De politieke nadruk op intraregionale handel correspondeert niet met de economische realiteit’, zegt Jörn Dosch, de belangrijkste auteur van het CARI-rapport. Kijken we naar de huidige praktijk dan valt op dat sinds 2003 de intra-Asean handel nauwelijks gestegen is en sinds 1998 met slechts 4,4 procent. Ze blijft steken op circa 25 procent van het totaal aan het handelsvolume in Asean.

Veelzeggend is ook dat nauwelijks gebruik wordt gemaakt van bestaande vrijhandelsvoorzieningen in Asean en 46 procent van de door CARI ondervraagde bedrijven zegt geen plannen te hebben dit in de toekomst te gaan doen. Dat is zorgelijk want 99 procent van de goederenstroom tussen de zes grote economieën van Asean is tariefvrij. Concurrentie belemmert bovendien de vrijhandel. Veel landen in de regio produceren dezelfde producten, dus die zijn per definitie niet geïnteresseerd om de grenzen open te stellen.

De grote bedrijven lonken naar de VS, EU en China

Maar is er meer: zo’n 95 tot 98 procent van de alle bedrijven in de Aseanmarkt zijn kleine en middelgrote bedrijven. De meeste hebben weinig belangstelling en mogelijkheden om hun vleugels buiten de grenzen uit te slaan. De grote bedrijven in de regio zijn daarentegen naar buiten gericht. Ze concentreren zich op en beconcurreren elkaar om toegang te krijgen tot de VS, EU en China.

Zijn er dan geen lichtpuntjes? Jawel, de afgelopen jaren zijn de intra-regionale investeringen toegenomen. Blijkbaar investeren de Aseanlanden graag in hun buurlanden.

Conclusie van Jörn Dosch: ‘Gegeven de stand van zaken op dit moment en de weerstanden die tussen ledenlanden op nationaal niveau bestaan, is het onwaarschijnlijk dat alle doelen bereikt kunnen worden. De AEC 2015 is een proces, geen eindpunt.’

(Bron: Asia Focus, Bangkok Post, 15 juli 2013)

1 reactie op “Tussen de droom en daad van de Asean Economic Community”

  1. pratana zegt op

    een gewoon voorbeeld : mijn schoonbroer kleinhandelaar koopt en verkoopt duriam inkoop rond 30bth/kg aan de thais/cambodjaanse grens en verkoop in BKK aan toch wel 80bth de kg ( opgelet je moet vervoer+ overnachting +versnijden en inpakken nog aftrekken) zijn klanten/kenissen beginnen nu al te klagen WANT met de vrije markteconomie van ASEAN in het verschiet gaat de prijs naar beneden moeten( chinese/malaise goedkoper)
    Ik probeer hem uit te leggen 1992 12 landen eu nu 2013 27 landen maar de taart is niet groter geworden en dus wie gaat er voor de armeren instaan Singapore juist zoals bij ons in de EU!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website