Op Thailandblog lees je voorpublicatie van de thriller ‘Stad der Engelen’ die zich, zoals de titel al laat vermoeden, integraal in Bangkok afspeelt en is geschreven door Lung Jan. Vandaag deel 2.


Hoofdstuk 2.

De gladde bedrijfsjurist, die blijkbaar nooit zweette,  opende duidelijk tegen z’n zin, de voordeur van de ruime, klassiek Frans ogende villa die Anuwat met zijn echtgenote betrok in de groene en residentiële Dusitwijk. Het prachtig gerenoveerde gebouw was oorspronkelijk opgetrokken als consulaat voor één van die Westerse grootmachten die, om hun eigen koloniale ambities te vrijwaren, op het einde van de negentiende eeuw paal en perk hadden gesteld aan de territoriale expansiedrift van de nog steeds onder de bevolking erg populaire Siamese koning Chulalongkorn.

J. gaf de jurist en Anong, die hem op de voet volgden, met een kort handgebaar te verstaan dat hij liever alleen binnenging. Hij kon nu eenmaal beter werken wanneer hij alleen was. Een prachtige aquarel met een Chinese bergscéne van de hand van Zhang Daqian in de ruime inkomhal herinnerde J. aan de verfijnde smaak van de eigenaar. Anuwat mocht dan al een klojo zijn, maar hij was wel een klojo die iets van hogere esthetica én van beleggen afwist want een kleiner werk van deze Chinese kunstenaar stond in de catalogus van de eerstkomende veiling van Christie’s in New York minimaal geschat tussen de 200 à 300.000 US Dollar…. J. wandelde langzaam verder en bekeek uiterst geconcentreerd de overal aanwezige kunst, de vakkundig geëtaleerde antieke spullen, de weelderige en vooral dure stoffen. Hij moest toegeven dat hij onder de indruk was. Zijn ervaring had hem geleerd dat het niet vaak gebeurde bij de ‘nouveaux riches’ die in de Stad der Engelen waren neergestreken dat goede smaak en geld samen gingen. Dit interieur was écht uitzonderlijk en een lust voor het oog. Ofwel beschikte Anuwat over een absolute topper van een interieurdesigner ofwel wist hij zelf verdomd goed wat en vogue was en vooral hoe hij dit moest tonen…

In de woonkamer was alles gelaten zoals men het had aangetroffen. De drie lijken waren weliswaar vakkundig verwijderd en wellicht voorgoed verdwenen maar de plaats waar ze hadden gelegen was nog duidelijk herkenbaar. Uit de foto’s die meteen na de ontdekking van de diefstal waren gemaakt bleek dat de twee bewakingsagenten en de bejaarde dienstmeid geblinddoekt en geboeid op hun knieën naast elkaar hadden gezeten toen ze elk koelbloedig met een nekschot waren geliquideerd. Zonder emoties. IJskoud, beredeneerd en meedogenloos. J. hoopte dat ze niet hadden geleden. De schoonmaakmiddelen, waarvan het scherpe luchtje nog manifest in de woning hing, en die waren gebruikt om het bloed en andere restanten te verwijderen, hadden hun werk meer dan behoorlijk gedaan, waardoor er lichte vlekken waren uitgebeten in de antieke teakhouten vloer. Er hing ook nog een andere, erg distinctieve geur die J. maar al te goed herkende als de koperachtige geur van bloed en de dood.

J. nam, nadat hij alle vertrekken aandachtig had doorlopen, plaats in een erg comfortabele Eames Lounge Chair in de ruime woonkamer en riep Anong bij zich. ‘Hoe lang waren de bewakers en de dienstmeid in dienst ?’

‘Goh, dat weet ik niet exact.‘ zei ze met gefronste wenkbrauwen. J. merkte dat ze één van die zeldzame vrouwen was die nog aantrekkelijker werden als ze fronsten… ‘De bewakers waren hier al minstens drie jaar onder contract. De dienstmeid was al meer dan zestien jaar bij de familie. Zij woonde samen met de kok in de kleine dienstwoning achteraan de tuin.’

 ‘En waar was de kok op de dag van de inbraak ? ‘

‘Geen idee. In ieder geval niet hier. Hij had vrijaf.  Maandag is zijn vrije dag.’

‘ Ik ga er van uit dat alle referenties van personeelsleden werden gecheckt, ook die van de security-mensen ? ‘

‘Ja, dat klopt.’

Centraal in de zithoek lag de zware zandstenen sokkel waarop het Boeddhabeeld had gestaan. De dieven hadden hem mét de glazen beveiligingskast door de Neoliticio koffietafel, één van de iconen van het hedendaagse Italiaanse design, gekieperd. Honderden scherven lagen als glinsterende diamantjes rond de sokkel uitgestrooid. J. keek niet begrijpend naar de ravage. Vreemd. Waarom dit geweld ? Zinloos vandalisme en zinloos bloedvergieten gingen blijkbaar hand in hand…

Waar gebeurde de monitoring van de veiligheidsvitrine ? ‘

‘In de securitykamer.’

‘Hm… De lasers zijn daar dus manueel uitgeschakeld ?’

‘Ja, dat kan bijna niet anders.’

Hoe meer hij de ruimte in zich opnam, hoe vreemder J. het vond dat alleen dit beeld – hoe fabelachtig duur en uniek het ook mocht zijn – was gestolen. In het fraaie hardhouten Japans aandoend Montis Design toonmeubel dat de woonkamer in twee deelde stond één van de mooiste collecties antiquarische beeldjes uit het Khmer-rijk die J. in jaren had gezien met centraal een prachtige, bijna een meter hoge, vierarmige bronzen Lokanatha in de Sri Vijayapura-stijl. Een meesterwerk uit het midden van de dertiende eeuw. Alleen dit beeld was al een klein fortuin waard…. Bizar genoeg hadden de dieven, want het moesten er minstens twee, misschien wel meer zijn geweest, er geen vinger naar uitgestoken. Het leek er op of het hen er enkel om te doen was geweest om Anuwat te raken waar het hem het meest pijn deed. Maar wie zou er gek genoeg zijn om Anuwat op deze manier te provoceren ? Liep er ergens in de Stad der Engelen een roekeloze gek rond die z’n leven beu was misschien ? Hoe curieus…

Is er een losgeld geëist ?’

‘Nope…. En dat alleen al is een beproeving voor de zenuwen van oom… Denkt u dat er een losgeld zal gevraagd worden.? ’

‘Wellicht niet, daarvoor is er al te veel tijd verstreken en… het is J. niet u…’

Dat laatste zal ik noteren,’  lachte Anong.   

J. was intussen opgestaan en liep hij opnieuw, in gedachten verzonken, naar de puinhoop die ooit de erg trendy koffietafel was geweest. Hij ging op zijn hurken zitten en inspecteerde uitgebreid de scene. De sokkel van het beeld was van gepolijst lateriet, de oranjebruine zandsteen die duizend jaar geleden het favoriete bouwmateriaal van de Khmervorsten was geweest. Volgens zijn schatting woog het blok minstens tweehonderdvijftig of zelfs driehonderd kilo. Véél te zwaar om door één man alleen te worden gekanteld…. Geïntrigeerd keek hij opnieuw rond in de kamer en vroeg plots ‘Is er hier een kluis ?’

Ja, maar ze is onaangeroerd gebleven… Alhoewel…’ Ze haalde meteen een velletje papier uit haar rode map. Verbijsterd keek J. naar het briefje met ‘BEDANKT !’ en een breeduit lachende smiley, dat de inbrekers, als was het om Anuwat te tarten, hadden  achtergelaten op de deur van de brandkast…. Wat voor een bizarre, onalledaagse zaak was dit  ? Hij wist opeens niet meer wat vragen. Hij wist niet hij hoe het moest verwoorden, maar er klopte geen moer aan deze zaak. Hij had de hele tijd het bizarre gevoel alsof de antwoorden die hij kreeg er telkens nét naast zaten…Vreemd… Hij probeerde uit alle macht een volstrekt onbegrijpelijke situatie te begrijpen. Het ondenkbare te bedenken. Langzaam maar zeker begon er zich in zijn hoofd een patroon af te tekenen maar het tartte alle logica. Alhoewel, logica… In alle jaren dat hij geprobeerd had de Thaise psyche te doorgronden, had hij geleerd dat logica niet hun sterkste kant was, maar dit sloeg werkelijk alles. Om met succes in een als een fort bewaakt en beveiligd pand als dit in te breken waren een intensieve voorbereiding, hecht teamwork, véél geld en de nodige logistieke ondersteuning van essentieel belang. Deze operatie, die wellicht maanden aan voorbereiding had gekost, was met een bijna militair aandoende precisie uitgevoerd. Het was daarom onbegrijpelijk dat deze inbrekers zich niet aan de kluis of andere kostbaarheden hadden vergrepen. En dan was er de schaal van geweld, de kapot gegooide koffietafel en de brute moorden. Compleet zinloos. Deze werkwijze paste als een tang op een varken. Aan de ene zijde een buitengewoon meticuleus geplande inbraak en aan de andere kant een explosie van blinde woede en niets ontziend geweld. Alsof er twee verschillende daders op hetzelfde ogenblik aan de slag waren. Een Thaise versie van Dr. Jekyl en Mr. Hyde..? Niet alleen zijn buikgevoel zei hem dat dit plaatje gewoon niet klopte. Dit waren allesbehalve gewone dieven. En wat was in Godsnaam hun motief ? Zelfs die ouwe, half seniele sok van een Agatha Christie wist het al: ‘Er is geen moord zonder een motief… ‘  Dit sloeg echt nergens op.

J. overwoog zijn opties maar deze waren in feite erg beperkt. Als dit beeld in opdracht was gestolen zou het mogelijk nooit meer boven water komen maar ongetwijfeld het pronkstuk van een privé-verzamelaar worden. Het op de markt brengen zou nog onwaarschijnlijker zijn en gelijk staan aan zelfmoord want dat bleef nooit lang onder de radar. In het ergste geval zou het worden omgesmolten. Hij mocht er niet aan denken dat dit ook daadwerkelijk zou kunnen gebeuren…

In de loop der jaren had hij in de meest uiteenlopende kringen in de hoofdstad een, voor hem erg interessant netwerk aan bruikbare contacten uitgebouwd maar de ervaring had hem ook geleerd dat wanneer hij als Farang lukraak in het milieu, of zelfs maar in  de periferie ervan vragen zou gaan stellen, dit gegarandeerd alarmbellen zou doen afgaan. En daar zat niemand op te wachten. Dit dossier vereiste een veel subtielere aanpak dan wat hij meestal gewoon was.  Hij besloot daarom een belletje naar zijn oude makker Tanawat te doen. Maar eerst moest hij eens een oude vriendin gaan opzoeken. Met een hoofd vol vragen verliet hij de woning.

Terug in de tuin, op het keurig getrimde en voor deze stad verrassend groene gazon, wierp J. een laatste blik op de villa: een bedrieglijk harmonisch plaatje van absolute vrede en diepe rust. Aan de andere kant van de hoge, met prikkeldraad afgezoomde muur, gromde en klauwde de stad, rusteloos, ongenadig en wreed…

Wordt vervolgd….

4 reacties op “STAD DER ENGELEN – Een Moordverhaal in 30 hoofdstukken (deel 2)”

  1. Christiaan zegt op

    Boeiend verteld verhaal. Ik ben benieuwd naar het vervolg

  2. Bert zegt op

    Spannend verhaal, van mij mag je 2 of 3 delen per dag publiceren.

  3. Wil zegt op

    Een gratis boek en ook nog mijn lieveling genre.
    Geweldig , dank je wel !

    • Nelly Herruer zegt op

      Tot nu toe spannend. Leuk idee zo’n boek op de blogg.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website