De laatste maanden van het leven van de Boeddha

Door Tino Kuis
Geplaatst in Achtergrond, Boeddhisme
Tags: , ,
9 november 2022

Brakende Boeddhab en treurende leerlingen: muurschildering uit de Isaan

In de laatste maanden van zijn leven trok de Boeddha zich terug in de minder bevolkte gebieden in het Noorden van India. Hij wist dat zijn dood nabij was. Hier wat wij daarover weten.

Het boeddhisme benadrukt de vergankelijkheid van alles.  De Boeddha werd geconfronteerd met ouderdom, lijden en dood en wijdde zijn verdere leven aan de vraag naar het waarom hiervan en de uitweg uit dat lijden.

Toch zien we nooit een afbeelding van een oude Boeddha, hij lijkt altijd op een gezonde, jonge man.  Ook een zieke Boeddha zien we bijna nooit. Ik ken een muurschildering op de buitenzijde van een tempel in de Isaan die een overgevende Boeddha weergeeft, vlak voor zijn overlijden. We kennen de beelden die ‘de Liggende Boeddha’ worden genoemd. Zij stellen ‘de Stervende Boeddha’ voor, maar dat wordt zelden zo verwoord.  Misschien omdat zijn dood voelt als een overwinning.

Twee oude mannen: de Boeddha en koning Pasenedi

Een volgeling van de Boeddha, koning Pasenedi van het rijk Kosala, was ongerust. Hij zag dat er steeds meer machtshonger en geweld was tussen de rijken in het Ganges gebied. Toen hij tijdens een tocht hoorde dat de Boeddha zich in die omgeving ophield, zocht hij hem op. Pasenedi prees de rust en vrede die uitging van de Boeddha en de Sangha en zij grapten samen ook over hun ouderdom, beiden waren tachtig jaar.

Nadat Pasenedi afscheid had genomen merkte hij dat zijn gevolg was verdwenen op een hofdame na die hem vertelde dat er een paleisrevolutie was geweest die de kroonprins Vidudabha op de troon had gezet en dat zijn leven in gevaar was als hij daarnaar terugkeerde. De koning besloot naar de hoofdstad Rajagaha van het aangrenzende koninkrijk Magadha te gaan waar verwanten woonden.  De poort was echter al gesloten en de koning overnachtte buiten de muren.  De volgende morgen werd hij dood aangetroffen in een verblijf voor armen.

De Boeddha was zeer geïnteresseerd in de politiek van die tijd. Hij sprak vaak met koningen of hun afgevaardigden. Hij zag en hoorde de ambities van de koningen die de kleinere rijken in hun omgeving wilden overnemen. Het zou niet lang duren of Pasenedi’s zoon zou de Sakyans, het volk van de Boeddha, verslaan en uitmoorden.

Ananda, de meest geliefde leerling van de Boeddha, zag tot zijn ontzetting de veroudering van de Boeddha. Hij was gerimpeld, zijn ledematen waren slap, zijn lichaam gebogen en zijn zintuigen leken steeds meer te falen.  ‘Zo is het, Ananda’, zei de Boeddha. Ouderdom is soms wreed vooral door de toegenomen kwetsbaarheid, en die kwetsbaarheid bleek ook uit de tekenen van die tijd.

Jonge ambitieuze mannen kwamen in opstand tegen hun ouders, zonen doodden hun vaders. In die laatste jaren van het leven van de Boeddha spreken de geschiften over de verschrikkingen in een wereld waar alle ontzag en heiligheid verloren leek te gaan. Egoïsme, haat, afgunst, hebzucht en eerzucht voerden de boventoon. Mensen die in de weg stonden bij het streven naar macht werden meedogenloos uit de weg geruimd. De boodschap van de Boeddha over onbaatzuchtigheid en liefdevolle vriendelijkheid leek te zijn vergeten.

De reis van de Boeddha naar het Noorden

De Boeddha wilde de regenretraite, de vassa, in Vesali doorbrengen. Hij reisde met een groot aantal monniken daarheen. Hij overnachtte in een mangoboomgaard toebehoord aan de courtisane (noot 1) Ambapali die hem ontving en uitnodigde voor een maaltijd. Toen een latere groep bezoekers de Boeddha eveneens uitnodigden voor een maaltijd en de Boeddha hen zei dat hij al een uitnodiging van de courtisane Ambapali had aanvaard, spotten zij goed gehumeurd: ‘Natuurlijk prefereert de Boeddha een courtisane boven ons!’

De Boeddha reisde verder na een groot aantal monniken te hebben weggestuurd. Hij was een paar dagen ziek en Ananda vroeg hoe de Sangha, het monnikendom, moest worden bestuurd na zijn overlijden. Had de Boeddha monniken als leiders benoemd? De Boeddha antwoordde dat de Sangha geen leiderschap nodig had, behalve de Dhamma, en alleen de Dhamma. Mensen moeten vertrouwen op hun eigen innerlijke sterkte gevoed door meditatie en concentratie en niet op autoriteit.

De stervende Boeddha, reliëf uit de Gandhara periode, 2e-3e eeuw na Chr. (Noordwest Pakistan, Noordoost Afghanistan)

Nadat de Boeddha een laatste verleiding van Mara, zijn schaduw-zelf, had doorstaan en de wil om verder te leven had opgegeven gaf hij een vaarwel toespraak voor een aantal monniken. ‘Ik heb jullie alleen dingen geleerd die ik zelf heb meegemaakt’, zei hij en vroeg hen niets aan te nemen wat uitsluitend en alleen gebaseerd was op vertrouwen. Maar, zo zei hij, het belangrijkste is te leven voor anderen. Het bereiken van de Verlichting is niet een prijs om zelf te houden maar een aansporing om te werken aan het welzijn en het geluk van allen, uit mededogen met anderen en de hele wereld.

In een plaatsje genaamd Pava at de Boeddha een maaltijd bij Cunda, de zoon van een goudsmid. De nacht daarop werd de Boeddha ernstig ziek met heftige buikpijn en bloederig overgeven. Hierover zijn allerlei theorieën geweven die speculeren of Cunda de Boeddha heeft vergiftigd.

Na enige dagen knapte de Boeddha op en hij zette met een aantal monniken de reis voort naar Kusinara waar hij zou sterven.

Parinibbana

Het sterven van de Boeddha, van elke Boeddha, van een ieder die reeds verlicht is, die nibbana heeft bereikt, wordt parinibbana genoemd (parinirvana in het Sanskriet).  Het is het loslaten van de laatste resten van het aardse bestaan, en het volledig verlaten van de cyclus van wedergeboorten naar een plaats van rust en vrede.

De Boeddha heeft veel beschrijvingen nagelaten van wat nibbana, verlichting, inhoudt. Het is vrij zijn van zelfzucht, hebzucht, jaloezie, haat-en wraakgevoelens.  Het is ‘uitdoven’ van begeerten en het is onthechten.  Maar wat parinibbana is, de toestand na het overlijden, is aanleiding geweest van veel controversen tussen verschillende boeddhistische stromingen en beschuldigingen van ketterij. Parinibbana is Alles of Niets.

De Boeddha sterft

Op weg naar Kusinara was een bosje sala bomen. De Boeddha was moe en in pijn. Hij legde zich neer onder een paar bomen die vervolgens hun bloembladeren op hem lieten vallen. Later in het dorp riep hij Ananda bij zich en vertelde hoe hij de uitvaart wilde. Ananda luisterde en ging naar buiten en weende lange tijd. ‘Mijn Leraar gaat nu parinibbana binnen, mijn Leraar die zoveel mededogen toonde en altijd zo aardig was tegen mij’.

Toen de Boeddha de tranen van Ananda gewaar werd zei hij ‘Dit is genoeg, Ananda. Wees niet bedroefd. Heb ik niet gezegd dat niets blijvend is en alles voorbijgaat?’ ‘En, Ananda’, vervolgde de Boeddha, ‘jij hebt jarenlang met liefde en vriendelijkheid voor mij gezorgd. Je steunde me met al je woorden en gedachten. Je hielp me met blijdschap en uit volle overtuiging. Je hebt veel verdienste verworden, Ananda. Blijf zo doorgaan en ook jij zult binnenkort worden verlicht’.

Maar Ananda kon het niet loslaten. ‘Waarom moet u hier sterven, in deze jungle, in een modderhut, in deze achterlijke omgeving?’  Ook de Sangha bleek later verlegen te zijn met deze keuze van de Boeddha.

De Boeddha keerde zich weer tot Ananda. ‘Misschien denk je dat de woorden van de Leraar tot het verleden behoren, en dat er geen Leraar meer zal zijn. Zo is het niet. Laat de Dhamma en de Discipline vanaf nu je Leraar zijn’.  Hij had altijd zijn leerlingen voorgehouden dat niet hijzelf maar de Dhamma, de Leer, belangrijk was.

Hij keerde zich voor het laatst tot al zijn leerlingen en zei: ‘Alles moet heengaan. Zoek met ijver je verlichting’. De Boeddha verloor het bewustzijn en stierf.

Zoals een vlam uitgeblazen door de wind

Gaat rusten en niet meer kan worden geduid

Zo gaat ook de verlichte mens vrij van zelfzucht

rusten en kan niet meer worden geduid

Voorbij alle verbeelding

voorbij de macht van woorden….

 

Belangrijkste Bron

Karen Armstrong, Buddha, 2000

Noot  1  een courtisane is een vrouw van lichte zeden die in hoge kringen verblijft

3 reacties op “De laatste maanden van het leven van de Boeddha”

  1. Jochen Schmitz zegt op

    Bedankt voor dit mooie verhaal. Ik heb het meerdere malen gelezen en begrijp nu iets meer van het leven van Boeddha en wat hij probeert over te brengen aan zijn leerlingen.
    Heel goed en leerrijk.

  2. Eric Donkaew zegt op

    Prachtig Tino. Met veel plezier gelezen.

  3. Chander zegt op

    Tino, ook bedankt voor dit prachtig stuk.

    Jammer dat Buddha (Gautam) in het Westen steeds als een beeld benoemd wordt. Dus De Buddha en niet gewoon Buddha.
    Ik denk niet dat het gepast is om over De Jezus te spreken. Of de Allah.

    In het Sanskriet heet Hij Bodh, uit te spreken als Bodhā. Deze ā klinkt als e in het woord de.
    In het Westen is deze ā vertaald als a.
    Er zijn heel veel voorbeelden te noemen waar de ā in een gewone a is geschreven, waardoor de klank is veranderd.
    Voorbeelden:
    Yogā is Yoga geworden.
    Dharmā is Dharma (in het Thai Dhamma) geworden.
    Ramā is Rama geworden.

    Of de ā geschreven dient te worden als ă laat ik even in her midden.

    Tino, verontschuldig mij voor mijn aantekeningen. Ik wilde alleen de uitspraken wat verduidelijken.
    Zie dit alsjeblieft niet als kritiek op dit prachtig stuk werk.
    Graag zie ik nog meer van zulke verhalen.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website