Paul Johann Martin Pickenpack

Nadat Siam zich in 1855 door het afsluiten van het Bowring Verdrag met de Britten had opengesteld voor economische ontsluiting en verregaande contacten met het Westen duurde het niet lang voor ook de Nederlanders opnieuw belangstelling kregen voor Siam.

Als gevolg van het Verdrag van Vriendschap, Koophandel en Zeevaart dat het Koninkrijk der Nederlanden in 1860 met Siam had afgesloten, werd nog in datzelfde jaar het Nederlandse consulaat in de Siamese hoofdstad ingericht. De eerste, overigens onbezoldigde, Nederlandse consul in Bangkok was geen Nederlander maar de Noord-Duitse koopman Paul Johann Martin Pickenpack. De keuze voor Pickenpack was beslist geen toevallige.

Samen met zijn broer Vincent was de 26-jarige Paul, ondanks zijn jonge leeftijd, een van de senior zakenmannen in Bangkok. Op 1 januari 1858 had hij met zijn handelspartner Theodor Thiess de eerste Duitse firma in Siam opgericht. Paul Pickenpack was echter niet alleen handelaar maar vertegenwoordigde onder meer een aantal financiële instellingen zoals de Chartered Mercantile Bank of India, London and China Bank en de Hongkong and Shanghai Banking Corporation in Siam. In deze context mag zeker ook niet onvermeld blijven dat Paul agent voor Siam én Birma was van de in 1860 opgerichte Rotterdamsche Bank, één van de voorlopers van de AMRO-Bank. Deze bank was gespecialiseerd als kredietinstelling voor bedrijven die in Nederlands-Indië actief waren.

Paul en Vincent waren mede-eigenaars van de American Steam Rice Mill, de grootste buitenlandse rijstfabriek in Bangkok en traden jarenlang op als verzekeringsmakelaars voor de Colonial Sea and Fire Insurances Company, China Traders Insurance Company Ltd., de Yangtze Insurance Association en de Transatlantic Fire Insurance Company of Hamburg Ltd. En tenslotte hadden ze ook een lucratief monopolie als agenten op de Singapore-Bangkok stoombootlijn. Ook op diplomatiek vlak bleek Paul Pickenpack een duivel-doet- al. Hij vertegenwoordigde immers niet alleen Nederland maar ook Zweden, Noorwegen en de Duitse Hanzesteden. De Hanze was een economisch samenwerkingsverband dat in de 13e eeuw was ontstaan tussen Noord-Duitse handelaars en onafhankelijke steden in Noordwest-Europa met de bedoeling handelsprivileges en nieuwe afzetgebieden te verwerven. Dit resulteerde in een zakenimperium dat van het Balticum tot in Brugge reikte.

Alhoewel de Hanze vanaf de 16e eeuw aan belang had verloren was het, mede door de uitbouw van de havens van rijke stadsstaten als Bremen en Hamburg nog steeds een economische machtsfactor. In deze laatste benoeming was Pickenpack een rechtstreekse concurrent voor het sterk opkomende Pruisen dat zich in Siam vanaf april 1865 liet vertegenwoordigen door Adolf Markwald en Paul Lessler van de zakenfirma Markwald & Co. in Bangkok. Dit bedrijf was in meer dan één opzicht concurrentieel ten aanzien van Pickenpack want het was, net als hij, erg actief in de rederijsector en verzekeringen.

De handel en wandel van de Nederlandse consul was echter niet zo onbesproken als hij zou moeten zijn en hij botste enkele keren flink met de Siamese autoriteiten. Zo werd Pickenpack een paar maal van belangenvermenging beschuldigd omdat hij misbruik zou hebben gemaakt van zijn dubbelstatuut van enerzijds diplomaat en anderzijds handelaar. De vraag is echter in hoeverre dergelijke beschuldigingen werden ingegeven door de naijver of afgunst van concurrenten…

Het ging er in die beginjaren trouwens nogal informeel aan toe in de consulaire dienst waarbij de, niet als diplomaat geaccrediteerde, Vincent zijn broer verving wanneer die op zakenreis was. Toen Paul in 1871 naar Europa terugkeerde diende zijn broer een gemotiveerd verzoekschrift in bij de Minister van Buitenlandse Zaken in ‘s-Gravenhage om het consulaat te mogen overnemen. De Siamese regering had echter bij de Nederlandse regering reeds diverse klachten ingediend over het beleid en gedrag van de beide broers, waardoor een benoeming van Vincent Pickenpack tot consul der Nederlanden onmogelijk was geworden. Het zou tot een forse diplomatieke rel hebben geleid en daar zat niemand op te wachten. Er werd, desondanks de klachten, voor een stilzwijgende verlenging van Pickenpacks mandaat gegaan met als gevolg dat Vincent van april 1871 tot juni 1875 onbezoldigd waarnemend consul is geweest. In de 15 jaar dat de broers Pickenpack de Nederlandse belangen behartigen was het consulaat altijd gevestigd geweest in de bedrijfsgebouwen van de firma Thiess & Pickenpack. Omstreeks 1880 kocht Paul zich uit en liet hij Vincent, als minderheidsaandeelhouder, de firma Paul Pickenpack in zijn naam voortzetten.

In 1888 waren de plooien met de Siamezen blijkbaar gladgestreken en kreeg Paul Pickenpack een aanstelling tot Consul-Generaal van Siam voor de Hanzesteden. Hij vestigde in april van datzelfde jaar het Siamese consulaat in de Tesdorpfstrasse nr. 17 in zijn geboortestad Hamburg. In maart 1900 was hij één van de medestichters en later ondervoorzitter van het Ostasiatischer Verein, een Duitse belangenorganisatie die gericht was op de economische ontsluiting van Zuidoost-Azië.

Paul Pickenpack overleed op 20 oktober 1903 in Hamburg. Zijn zoon Ernst Martin volgde hem in 1908 op als Consul-Generaal van Siam. Hij bekleedde dit mandaat tot 1939.

O ja, voor de liefhebbers van het edele gerstenat nog dit: De firma Paul Pickenpack bleef ook na het overlijden van de stichter bestaan. Op een mooie dag in 1929 kreeg de toenmalige zaakvoerder herr Eisenhoffer bezoek van Praya Bhirom Bhakdi. Deze laatste had in 1910 met succes een ferrydienst over de Chao Phraya ingericht maar door de geplande bouw van de Memorial Bridge, de eerste vaste brugverbinding tussen Bangkok en Thonburi, dreigde zijn ferrydienst heel wat inkomsten te verliezen. Hij was op zoek naar nieuwe investeringen en was zo bij Eisenhoffer beland, die hem op een paar glazen Duitse importpils vergastte. Het degusteren van deze frisse pintjes beviel onze Siamese zakenman zo dat hij in 1931 een aanvraag indiende om de eerste, volledig met Siamees kapitaal gefinancierde brouwerij op poten te zetten. Een brouwerij die op 4 augustus 1934 van start ging als de Boon Rawd Brewery, de huisbrouwerij van Singha

En voor wie dit straffe verhaal niet gelooft: Een paar jaar geleden werd op de hoofdzetel van de brouwerij, het historische drinkgelag bij Pickenpack op een muurschildering vereeuwigd als de start van dit succesverhaal. Wanneer je volgende keer een Singha nuttigt denk dan eens even aan die Duitse Nederlandse Consul-Generaal die – postuum – ten grondslag ligt van dit biertje…

6 reacties op “Herr Pickenpack, de eerste Nederlandse consul in Bangkok en de creatie van Singha bier”

  1. Frits zegt op

    Leuk, leerzaam verhaal. En onderhoudend. Leest fijn weg onder het genot van een ochtend-kopje koffie, en je steekt er ook nog eens wat van op. De laatste tijd verschijnen vaker dit soort artikelen op dit blog. Een compliment voor zowel schrijver als redactie. Doorgaan, zou ik zo zeggen!

  2. Rob V. zegt op

    Wederom bedankt beste Jan. Al zou ik wel graag bronvermeldingen zien bij de diverse stukjes. Dan kunnen enthousiaste lezers zelf nog verder graven als hun nieuwsgierigheid geprikkeld is.

    • Lung Jan zegt op

      Beste Rob,

      Mijn belangrijkste bron was in dit geval het deelarchief van de consulaire diensten in Bangkok in het Nationaal Archief in Den Haag. Hierin bevindt zich een aardig pak briefwisseling van en over de Pickenpacks. Ik plan trouwens voor binnenkort, op basis van mijn opzoekingen, een langer artikel over de Nederlandse consulaire diensten in Siam tot 1945 en de kleurrijke figuren die hier actief waren… Wat Singha betreft kan je alles nalezen op d.e webstek van de brouwerij

      • Rob V. zegt op

        Aha, bedankt voor het melden Jan! De meeste van ons (niemand?) zal denk ik het archief in duiken maar het is handig om te weten.

  3. Tino Kuis zegt op

    Prima verhaal hoor, Lung Jan. Wat zou Siam/Thailand geweest zijn zonder al die buitenlanders?

    Even dit citaat:

    Nadat Siam zich in 1855 door het afsluiten van het Bowring Verdrag met de Britten had opengesteld voor economische ontsluiting en verregaande contacten met het Westen duurde het niet lang voor ook de Nederlanders opnieuw belangstelling kregen voor Siam.

    Dat Bowling verdrag was zeer oneerlijk en eenzijdig, eigenlijk een koloniale ingreep op Siam en werd pas in 1938 door de Inspanningen van Pridi Phanomyong opnieuw onderhandeld. Het verdrag maakt dat buitenlanders in Siam niet vielen onder de Siamese wetgeving maar moesten verschijnen voor een rechtbank van hun consulaat. Buitenlanders konden op veel gebieden, vooral economisch, straffeloos hun gang gaan in Siam.

    • Rob V. zegt op

      Daarom spreken we ook wel over de Unequal Treaties, de ongelijkwaardige verdragen die tussen door diverse westerse landen met diverse oosterse landen werden gesloten.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website