Elites in Thailand (deel 3): decadentie

Door Chris de Boer
Geplaatst in Achtergrond
Tags: , ,
24 mei 2016

“De kruistocht van de junta is schone schijn. De decadentie viert hoogtij.” Met deze twee zinnen sloot mijn vorige artikel over de elites in Thailand. Wat is decadentie eigenlijk en waar wijst het op?

Decadentie (ik heb het maar even opgezocht) is het waargenomen verval in normen en waarden, moreel besef, geloof of regeringsvaardigheid bij leden van een elite of van een staat/natie als geheel. Historici gebruiken de term decadentie altijd als een waarschuwing omdat decadentie onvermijdelijk leidt tot de ondergang van een elite of natie, zoals bijvoorbeeld gebeurde met de ondergang van het Romeinse Rijk.

Theorie

De socioloog Vilfredo Pareto schreef in 1901 een theoretische verhandeling over de opkomst en neergang van elites. Hij maakte een onderscheid tussen de elite in een samenleving (mensen met alom erkende hoge kwaliteiten) en ‘de rest’. Binnen de elites was er volgens Pareto een onderscheid tussen de regerende (ministers, politici, staatshoofden) en de niet-regerende elite (zakenmensen, intellectuelen). Daarnaast was er volgens Pareto een verschil tussen open en gesloten elites. Hij had niet zo veel op met gesloten elites. Deze waren onvermijdelijk gedoemd te verdwijnen door interne verdeeldheid. De nieuwe elite moest dan van buitenaf komen. Bij de zogenoemde open elites is de opkomst van een nieuwe elite en meer natuurlijk en geleidelijk proces. Als kenmerken van elites noemde hij:

  • De idee van elite is universeel, wat zoveel wil zeggen als dat dat elites eigenlijk overal voorkomen;
  • De elite beïnvloedt de politiek openlijk en ook achter gesloten deuren;
  • De elite heeft de capaciteiten om hun superioriteit over anderen af te dwingen;
  • De elite zal altijd trachten ‘de rest’ buiten te sluiten;
  • De rest van de bevolking zal alleen diegenen in de elite respecteren die liberaal en open-minded zijn.

Volgens Pareto zijn de elites in staat om de massa te beheersen en te manipuleren door list/bedrog of door macht. De ‘vossen’ verkiezen materiële boven idealistische doeleinden en zijn zo in staat de massa te manipuleren. De ‘leeuwen’ zijn veel meer conservatief en ideologisch georiënteerd en oefenen hun invloed uit desnoods met macht. Veranderingen (op- en neergang van elites, meer ‘vossen-elites of ‘leeuwen’-elites) worden door Pareto vooral verklaard door psychologische veranderingen van de leden van de elites. Als men niet langer in staat is om aan de macht te blijven (door de massa te manipuleren dan wel te onderdrukken) worden elementen van de middenklasse overgenomen om de vitaliteit van de elite te herstellen. Of er volgt een gewelddadige overname, een revolutie.

De praktijk in Thailand

Herkent u iets van het bovenstaande in het huidige Thailand? Nou, ik wel maar er zijn ook duidelijke verschillen met hetgeen Pareto beschrijft. En dat is niet zo verwonderlijk want we zijn meer dan 100 jaar verder, en Pareto schreef zijn theorie voor het verklaren van elites in een westerse samenleving:

  1. In Thailand hebben we niet twee (regerende en niet-regerende) maar – volgens mij – 6 verschillende elites. Ik heb ze in mijn eerste artikel beschreven. Daarbij is sprake van min of meer open elites. De entertainment/sport elite is waarschijnlijk het meest open. Door goed te presteren (hetzij in zingen, acteren of in een of andere sport) kun je ook in Thailand maatschappelijk opklimmen en rijk worden. Hoewel niet valt te ontkennen dat er ook in Thailand artistieke en sportfamilies zijn, is het deel gaan uitmaken van deze elite een persoonlijke verworvenheid. De meest gesloten elite is zonder twijfel de Thaise adel, inclusief de koninklijke familie. Maar ook hier kan enige openheid gaan optreden omdat op dit moment geen enkel lid van de familie officieel getrouwd is en er enkele prinsessen zijn in de huwbare leeftijd. Met wie zij (uiteindelijk) trouwen zegt iets over de toekomstige macht (of machteloosheid) van de Thaise elites. Geen gemakkelijke situatie voor de (huwbare) prinsessen om een   geschikte partner te kiezen want het gaat niet alleen over persoonlijke voorkeuren en liefde.
  2. De invloed, die de Thaise elites uitoefenen op het regeringsbeleid is overduidelijk omdat de diverse politieke en business clans geen geheim zijn. Tijdens het proces van het verdelen van ministerszetels wordt openlijk gesproken over het honoreren van verschillende clans binnen een en dezelfde partij met bepaalde (invloedrijke) posten. In de laatste twee decennia is er in politiek Thailand een tweedeling gegroeid tussen de zogenoemde reds and the yellows. De reds, met als voornaamste kiezersbolwerken het relatief arme noorden en noordoosten van Thailand (maar ook bepaalde volkswijken in Bangkok) zijn in aantal groot maar in macht gering. De rode elite wordt met name gevormd door de nieuwe rijken onder aanvoering van enige superrijken. De yellows vinden we vooral in Bangkok en in het relatief rijkere zuiden van Thailand. Zij laten zich er op voorstaan dat zij de oude, koningsgetrouwe elite zijn. In aantal blijken zij geringer dan de reds die de verkiezingen in Thailand dan ook keer op keer winnen. Omdat er in de Thaise politiek een cultuur heerst die     gekenmerkt kan worden met ‘the winner takes it all’ zijn er voortdurend spanningen tussen de regering en de oppositie die vaak hoog oplopen. Het gaat immers niet alleen om de macht maar ook om economische, sociale en culturele tegenstellingen.
  3. In Thailand zijn er zeker elites met ‘vossen’- en ‘leeuwen’-gedrag. Dit onderscheid loopt volgens mij voor een groot deel gelijk met de scheiding tussen de rode en de gele elites. De gele elites worden gesteund door het leger, zijn conservatiever en grijpen vaker naar het middel van onderdrukking en het machtswoord. De rode elites zijn daar ook niet vies van maar verpakken het beter. Met name via populistische maatregelen worden de armen gepaaid. De pragmatiek overheerst. Voorbeeld: kinderen op de lagere school blij maken met een tablet maar niets tot weinig doen aan het bevorderen van kritisch en zelfstandig denken door de introductie van een ander schoolsysteem (dat op een enkele school in de Isaan wordt gepraktiseerd). De vraag is of dit niet veeleer zoethoudertjes zijn en ook de    rode elites zichzelf niet meer verrijken dan zij de armen (een beetje) rijker en gelukkiger maken.
  4. Pareto meende dat een elite die haar geloofwaardigheid en haar machtspositie aan het verliezen was elementen (van gedrag) van de opkomende middenklasse zou overnemen. In Thailand zie ik iets heel anders. De nieuwe middenklasse neemt zaken  van de elite over, waarschijnlijk omdat men zelf tot de elite wil (gaan) behoren. Rondkijkend In mijn eigen omgeving zijn de volgende elitaire zaken nastrevenswaardig: het hebben van een nieuwe, dure auto, het kopen van (bij voorkeur echte) merkartikelen (schoenen, tassen, shirts, horloges), drinken van wijn, cocktails en duurdere wisky en cognac, uit eten gaan in luxe restaurants, vakanties naar Japan, Singapore en Zuid-Korea, de nieuwste technologische gadgets (waaronder mobieltjes), niet meer hoeven te werken (oftewel: zo snel mogelijk met pensioen en golfen), het bezit van een of meer onroerende goederen en winkelen in de mega winkelcentra.

Overdaad (schaadt?)

Een leeftijdgenoot van Pareto, de socioloog Thorstein Veblen, publiceerde in 1902 een boek met de titel “The theory of the leisure class”. Daarin introduceerde hij het begrip ‘conspicuous consumption’ oftewel ‘consumeren om op te vallen’. In modern Nederlands wellicht het best te vertalen met ‘show-off’. Daarin beschrijft hij hoe de aristocratie van die tijd haar reputatie (ook onderling) ontleende aan het opvallend nietsdoen, het zogeheten rijkeluisleven. Consumptie is laten zien hoe rijk je bent. Het is de tijd van de de opkomst van het toerisme naar de Middellandse Zee en een bruingebrande huid was een teken van standing, van rijkdom, van niet hoeven te werken. (In Thailand is een gebruinde huid een teken van armoede, van in de zon moeten werken) Deze aristocratie had wel klasse en die moest gekoesterd worden. Kennis van zaken was dus vereist: van kookkunst, van schilderkunst, van muziek, van geschiedenis, van wijn enz. Oppervlakkigheid was taboe.

Daaromheen vormde zich een tweede generatie aristocratie, de gegoede middenklasse. De mannen werkten in ondernemingen of als hoger ambtenaar en het waren hier juist de vrouwen die bezig waren met ‘consumeren om op te vallen’: koffie- en theekransjes, winkelen, mode, lunchen buiten de deur en charitatieve instellingen.

Show-off

Deze show-off cultuur is zeker in het huidige Thailand, wellicht meer in de steden dan op het platteland, terug te vinden. Veel wordt gekocht en gedaan om op te vallen, om mee te tellen of om meer te hebben dan de anderen. En om hetzelfde te zijn als de Thaise bovenklasse van vandaag. Geld telt want geld staat gelijk aan macht. Andere klassen dan rijk en arm lijken er nauwelijks te bestaan. En als je niet rijk bent, moet je wel zorgen dat je rijk lijkt: consumeren om op te vallen. In tegenstelling tot de aloude Europese aristocratie – die ook de tijd had om te studeren en dus kwaliteit te onderkennen – is van veel kennis over de producten en diensten die men nu consumeert geen sprake. Weinigen kunnen het verschil duiden tussen een echt merkproduct en de fake versie. Het prijsverschil weet men wel. Met het oog op de aankopen maken de Thais – in Westerse ogen – soms irrationele beslissingen:

  • Meer belang hechten aan luxe goederen en besparen op vaste kosten: een dure auto maar wonen in een kleine woning en problemen hebben met het betalen van de maandelijkse huur;
  • Het maken van relatief grote schulden om opvallende consumptie te financieren en het kopen op afbetaling;
  • Kopen van onroerend goed maar financieel niet in staat zijn om het in te richten (Thais hebben over het algemeen weinig huisraad maar men wil wel een groot huis);
  • Gokken teneinde schulden af te betalen of een grote financiële slag te slaan terwijl in de praktijk de schulden alleen maar toenemen;
  • Het verrichten van werkzaamheden die als onethisch of zelfs illegaal kunnen worden beschouwd zoals organiseren van een casino aan huis, oplichting (geld lenen en vervolgens met de noorderzon verdwijnen of geld aftroggelen van buitenlandse mannen), het fungeren als maîtresse van een rijke Thaise man, aannemen van geld voor ‘contacten’, betaald helpen van studenten bij werkstukken, papers en/of dissertaties of allerlei scams. Het is een uiterst creatieve mère-á-boire.

Dit ‘consumeren om op te vallen’ is niet alleen waar te nemen bij de opkomende middenklasse maar ook bij de elite. En daar neemt het decadente vormen aan: niet 1 maar een collectie van dure, speciale of vintage auto’s (ik ken een man met 50 Mini Coopers in de garage), horloges, juwelen, extreem dure vakanties en weekend trips, gebruik van privé-jets, dure kleding, dure restaurants en bars. Het lijkt er soms op alsof het geld niet op kan. En het lijkt er ook op dat zij zich helemaal geen zorgen maken over geld. Waar ik wel zo langzamerhand achter ben is dat in Thailand de relatie tussen ‘het hebben van geld’ en ‘werken voor dat geld’ heel diffuus is. Misschien dat ik daar in de toekomst eens een aparte posting aan ga wijden.

Tenslotte

Terwijl in hetzelfde tijdsgewricht als van de publicaties van Pareto en Veblen (begin twintigste eeuw) de klassentegenstellingen in Europa duidelijker werden en de verschillende klassen zich begonnen te organiseren om hun belangen veilig te stellen (bijvoorbeeld via vakbonden en politieke partijen) is daar in Thailand maar weinig van te merken. Zowel de roden als de gelen kunnen programmatisch worden gekenmerkt als liberale, VVD-achtige partijen: voor vrij ondernemerschap, minder regels van de overheid, niet te veel belasting. Socialisme en zeker communisme hebben in Thailand een negatieve klank en dat is gelet op de geschiedenis van dit land en de naaste buurlanden wellicht niet zo verwonderlijk.

Politieke partijen worden vooral beheerst door het persoonlijk charisma van de leider en veel minder door de politieke ideeën van de leiders. Het is tekenend voor de situatie dat er in verkiezingstijd op tv geen enkel politiek debat is tussen de lijsttrekkers. In het organiseren van de verschillende belangen van de verschillende groeperingen en belangen in dit land (kleine middenstanders, boeren, werknemers, jongeren, ouderen, het milieu, de dieren, het Boeddhisme) ligt mijns inziens de sleutel tot de ontwikkeling van een eigen Thaise vorm van (pluriforme) democratie. En dus voor een verbetering van het leven van alle Thais. Een voortzetting van het ‘vossen- of leeuwengedrag’ van de huidige Thaise elites is volgens mij een doodlopende weg, zonder U-turn.

8 reacties op “Elites in Thailand (deel 3): decadentie”

  1. ruud zegt op

    Dat de roden zwakker zijn is een misvatting.
    De roden zijn niet georganiseerd.
    Want wie zou de roden moeten onderdrukken?
    Dat kan alleen het leger doen.
    Maar dat leger zit ook vol roden.
    De kans dat die op hun familie gaan schieten is erg klein.
    De kans op muiterij is aanmerkelijk groter.
    Met tanks en vliegtuigen, kun je niet van je eigen bevolking winnen.
    Dat wil zeggen, als de verhouding in aantallen tussen roden een anderen genoeg in het voordeel is van de roden.
    Legerbases veranderen dan in belegerde bastillons, ook nog eens vol met potentiele muiters.

    In feite is de macht van de elites gebaseerd op bluf, en gebrek aan organisatie van de roden.
    De generaals van het leger kunnen mooie strategische plannen maken, maar als de soldaten weigeren te schieten, blijft er van die plannen niets over.

  2. NicoB zegt op

    Interessant artikel. Met het opkomen van de middenklasse zullen de reds wellicht aan macht inboeten en ontstaat er een nieuwe, steeds krachtiger klasse.
    Om over de absolute macht te kunnen beschikken zal er dan sprake moeten zijn van overleg en het sluiten van compromissen. Dat kan het politieke debat interessant maken en zou wat meer democratie en rust in Thailand kunnen brengen.
    Daarbij is het te hopen dat die nieuwe democratie geen terreur van de meerderheid wordt.
    NicoB

    • Ger zegt op

      Een kleine inkijk in de economie van Thailand wat cijfers and beroepsbevolking betreft. Groot gedeelte is werkzaam in de landbouw; dus geen vooruitzicht om vooruit te komen.
      Daarnaast werken miljoenen mensen in assemblage/fabricage. Zodra de lonen of prijzen stijgen prijst de Thaise werknemer of produkten zich mondiaal uit de markt en lokaal wordt een loon- of prijsstijging weer gecompenseerd door inflatie: dus geen vooruitzicht om vooruit te komen. Eveneens is een groot gedeelte van de beroepsbevolking werkzaam in diverse sectoren tegen lage lonen: hiervoor geldt hetzelfde.

      Blijft over , nu en op termijn , een (welvarende) middenklasse van enkele miljoenen mensen. Dit in verhouding tot nu 67 miljoen mensen…. . Ik vrees met mijn analyse dat er de komende jaren niet veel zal veranderen in de diverse inkomensklassen.

      • chris zegt op

        beste Ger,
        Ik ben niet zo pessimistisch. Er zijn een aantal invloedrijke mensen in dit land die zich serieus bezighouden met de landbouw: vergroting van de produktie, kwaliteitsverbetering en werken met minder mensen. Duurt even maar er zijn betere vooruitzichten.
        De meerderheid van de Thais werken niet tegen een vast mandsalaris maar werkt voor eigen rekening. Een stijging van het (minimum)loon is mijns inziens absoluut noodzakelijk als ook de kwaliteit van de produkten en diensten toeneemt. En het gekdt maar voore een beperkt deel vande bevolking. Vele bedrijven maken woekerwinsten. Laten we dat niet vergeten, zeker de bedrijven die exporteren.

  3. Patrick zegt op

    Mooi artikel, ben wel geïntrigeerd meer te horen over de visie omtrent de relatie in Thailand tussen hebben van geld en werken voor dat geld.
    Het fenomeen van de buurman heeft net een nieuwe BMW, ik moet daarom een nieuwe Mercedes kopen en mij hiervoor in de schulden steken is een typisch Duits stereotype, dat ik ook wel in Thailand meen te observeren.
    De gevestigden en de buitenstaanders, zij die hebben en het zich kunnen veroorloven of de schijn kunnen hoog houden en zij die niets hebben of het zich niet aantrekken.
    Denk aan de Millet jassen waar Jambers destijds een reportage over maakte.
    Ik denk daarom dat we hier niet zo veel verschillen van daar en omgekeerd.
    Mensen zijn mensen, je hebt er van alle soorten. Of die nu Thais zijn of Europees .

  4. paul j zegt op

    Een goed boek (weliswaar in het Engels) in dit verband is : UNEQUAL THAILAND,aspects of income,wealth and power.
    edited by Pasuk Phongpaichit and Chris Baker

  5. jan beute zegt op

    Beste Chris een heel interesante posting vanavond .
    Ik herken het zeker vooral nu op oudere leeftijd .
    Maar je verhaal geld voor overal in de wereld en niet alleen in Thailand .
    Get up with the Johnsons .
    Alleen al het feit wat prof voetballers verdienen en coaches heden ten dagen is niet meer dan normaal .
    Zeker in Thailand want daar gaat dit blog immers over , herken ik het ook .
    Van laag tot hoog .
    Ik zie mensen in mijn omgeving ( platteland omg . CM ) in Thailand die in nieuwe pickups en automobielen rond rijden met alles der op en der an .
    Maar ik zie ook waar ze wonen en hunner familie omstandigheden en zorgen , in huizen waar ik mijn hond nog niet wou laten overnachten .
    Vroeger was er eens een mooie Engelse comedy TV serie waar mijn moeder en ik graag naar mochten kijken .
    De naam was keeping up the appearances in Nederland heette het schone schijn .
    Nog te zien op Youtube .
    Want dat is het grote schone schijn voor velen .
    En wat gebeurt er als je eenmaal dood bent , krijg je dan ook een eersteklas plaats in de Queue op basis van je vermogen en macht op aarde .
    Ik denk het niet .
    Ik leef simpel en gewoon hier in Thailand en verbaas me elke dag wat ik zo al om mij heen zie gebeuren .
    Maar ik heb een groot voordeel ik hoef niet wakker te liggen om financieele zorgen .
    En dat is mijn simpele elite .

    Jan Beute

  6. Slagerij van Kampen zegt op

    De Thaise “show off” cultuur komt inderdaad erg onvolwassen over. Inderdaad, men heeft nauwelijks een dak boven zijn hoofd, maar men is wel eigenaar van een heel grote auto, type P.C. Hoofttractor. Eigenaar is eigenlijk nog te veel eer. Men heeft hem te leen van de bank. Een Zwitserse expat al 40 jaar wonend in Thailand die ik sprak vergeleek het met de Afrikaanse cultuur. “Hebben ze eens wat geld in handen dan moet het onmiddellijk worden uitgegeven, net als Afrikanen doen” Het liefst aan statussymbool zoals een patserige auto.
    Of men bouwt een huis ver boven zijn stand.
    Men plantte een paar rubberbomen, rekende zich op papier bij voorbaat rijk, en schafte zich een dure auto aan. Het rubbergeld komt straks binnenrollen. Niet dus.
    Getrouwd met een Thaise, is de ondoordachte en onverantwoordelijke manier waarop mijn schoonfamilie met geld om gaat een van de meest storende dingen. 80% van het beschikbare geld gaat weg aan flauwe kul. Peper dure boeddhistische tamboon ceremonies met een hoop monniken om maar iets te noemen. Die tempels slorpen meer geld op dan de katholieke kerk ooit heeft gedaan. Ooit schreef een minister uit de Thaksin clan dat er te veel tempels zijn in de Isan. Soms wel 3 in een dorpje De boeren kunnen hun geld beter investeren in de landbouw zo schreef hij, mijns inziens volkomen terecht


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website