Puey Ungpakorn (foto: Wikipedia)

Puey (1916-1999) was een briljante geest, een onkreukbare, aardige, moedige en eerlijk man te midden van corrupte staatslieden. Hij was als directeur van de Bank van Thailand verantwoordelijk voor de economische ontwikkeling van Thailand van 1949 tot 1971 en daarna. Hij was rector van de Thammasaat Universiteit tijdens de slachting daar op 6 oktober 1976, werd gebrandmerkt als communist, aangevallen maar wist op het nippertje naar Engeland te ontsnappen. Hij stierf daar in 1999.

Hij is misschien het meest bekend gebleven wegens zijn pleidooi voor een verzorgingsstaat. Zie daarvoor de brief aan het eind.

Hieronder vertel ik over enige momenten uit het leven van Puey Ungpakorn.


Puey Ungpakorn (Thais: ป๋วย อึ๊งภากรณ์, spreek uit poěey éungphaako:hn) werd op 9 maart 1916 geboren in Talaat Noi, Yaowaraat, Bangkok, als zoon van een Chinese visverkoper, die was geëmigreerd uit de provincie Raoping (China) en een tweede generatie Thai-Chinese moeder, een allochtoon dus. Hij studeerde op de Franstalige sectie van het Assumption College, rechten aan de Thammasaat Universiteit en economie aan de London School of Economic waar hij in 1946 een Ph.D (Economie) verkreeg. Hij werkte een aantal jaren op het ministerie van Financiën, van 1959 tot 1971 als directeur van Thailand’s Nationale Bank en was rector van de Thammasaat Universiteit 1975-1976. Daarnaast bekleedde hij een veelheid van andere functies.

Hij huwde in 1946 met de Britse Magaret Smith en zij kregen drie kinderen. Giles Ungpakorn is de jongste zoon. Hij was docent aan de Thammasaat Universiteit, schreef een boek The Coup for the Rich, werd beschuldigd van majesteitsschennis en vluchtte in 2006 naar Engeland. Hij is een marxistische socialistische activist. Een andere zoon, Jon, is docent aan de Thammasaat universiteit, NGO’er (HIV/AIDS) en oprichter van de onafhankelijke Prachatai nieuws website.

Puey de verzetsstrijder

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak studeerde Puey aan de London School of Economics. In 1942 sloot hij zich aan bij de Seri Thai beweging (letterlijk ‘Vrije Thais’, de verzetsbeweging tegen de Japanners). In 1944 werd hij met twee anderen gedropt in de provincie Chainat, maar door een navigatiefout kwamen zij niet terecht in een onbewoonde vallei maar bij een dorp. Puey werd direct gevangen genomen, naar Bangkok vervoerd en opgesloten waar hij echter met medeweten van de politie toch contact kon opnemen met de geallieerden in India. Zijn twee metgezellen werden later gearresteerd, niet als spionnen maar omdat zij zonder hoofddeksel in het openbaar een maaltijd nuttigden. Dat was toen verboden.

Puey de man

Sulak (2014) beschrijft Puey als een man van het volk. Hij was nederig en niet geïmponeerd door de adellijke klasse en trok het liefst op met studenten en vrijwilligers. Hij wees nooit en verzoek om hulp af. Zijn levenswijze was eenvoudig. Hij had gevoel voor humor, soms wat bijtend. Toen hem eens werd gevraagd waarom hij zijn Chinese naam, Puey, niet inruilde voor een Thaise naam zei hij ‘Dat wil ik wel, maar dat moet ik eerst aan mijn vader vragen en die is al dood’. In 1973 werd hem gevraagd of hij geen premier wilde worden. Hij wees dat af met de opmerking ‘Ik kan niet liegen!’

Sulak vertelt in zijn boek ook dat Puey hem, Sulak, eens toevertrouwde dat hij, Puey, een bordeel had bezocht. ‘Ik wist niet dat Puey zo ondeugend was’, voegde Sulak er nog aan toe.

Puey de econoom en de ambtenaar

Zijn grootste verdienste tijdens zijn lange carrière is het leggen van een stevig fundament voor de economische ontwikkeling van Thailand. Hij zorgde voor een stabiel financieel beleid mede door zijn goed internationale contacten wat ook de buitenlandse investeringen bevorderde. Tijdens zijn werkzaam leven verdubbelde het nationale inkomen en bleef de inflatie onder de 5 procent.

In 1966 kreeg hij de Magsaysay Award voor zijn verdiensten als regeringsbeambte.

Puey de democraat

Puey stak zijn democratische idealen niet onder stoelen of banken maar liep er ook niet mee te koop. Hij had een praktische verhouding met de dictatoren Sait (1957-1966) en Thanom (1966-1973). Hij werd er al snel van beschuldigd een ‘communist’ te zijn. Dat gebeurde met name nadat Puey in Parijs een bezoek bracht aan de banneling Pridi Banonyong, die er ten onrechte van werd beschuldigd een koningsmoordenaar en communist te zijn.

Om de fanatieke anticommunistische sfeer van die tijd te beschrijven, waar de militaire radio de hele dag riep ‘Doodt de communisten’ en waar de kranten Puey voortdurend aanvielen, het volgende:

In de loop van 1976 stond in het dagblad Dao Sayaam (‘de Ster van Siam’) een groepsfoto die genomen zou zijn in Paak Chong (Khorat) van een aantal studenten en een aantal oudere mensen die een ‘communistische cel’ zou betreffen. Het blad omcirkelde vier gezichten van o.a. Puey en een Europeaan. De Europeaan zou een KGB-agent zijn, Puey een communist. In werkelijkheid ging het om een conferentie over de aanleg van de Pa Mong dam in Loei, bijgewoond door hoogleraren (zoals Puey), dorpelingen en ambtenaren. De Europeaan was Steward Meacham, een Amerikaanse Quaker.

Puey de banneling

Tijdens de massamoord op de Thammasaat Universiteit op 6 oktober 1976 was Puey rector. Hij maakte van dichtbij mee hoe studenten werden vermoord, verkracht, verwond en leven verbrand. Hij trad af als rector, wist dat zijn leven werd bedreigd en vluchtte naar de Don Meuang luchthaven waar hij werd opgewacht door een lynchmob bestaande uit de ‘Village Scouts’. Een woord van hogerhand maakte dat hij toch een vliegtuig naar London kon nemen. In 1977 kreeg hij een ernstige beroerte die zijn spraakvermogen blijvend aantastte. Hij overleed in Londen op 28 juli 1999. Zijn as werd in augustus van dat jaar naar Thailand gebracht en in de zee voor Sattahip uitgestrooid.

Puey’s nalatenschap

Voorop staat zijn rol als vader van de Thaise economie waarbij hij wist samen te werken met corrupte en dictatoriale staatslieden zonder zijn morele integriteit geweld aan te doen. Hij was onkreukbaar in de vele posities die hij bekleedde Daarnaast was zijn democratische gezindheid en zijn besef van sociale verantwoordelijkheid een baken voor latere generaties.

De Kwaliteit van Leven: een Kroniek van Hoop van Moederschoot tot Graf

door Puey Ungpakorn

Als ik nog in moeders schoot ben, wil ik dat ze goede voeding krijgt en toegang tot moeder-en kindzorg.

Ik wil niet zo veel broers en zussen als mijn ouders hadden en ik wil niet dat mijn moeder te snel een kind krijgt na mij.

Het kan me niet schelen of mijn moeder en vader officieel getrouwd zijn, maar zij moeten in redelijke harmonie samenwonen.

Ik wil een goede voeding voor mij en mijn moeder in mijn eerste drie levensjaren waarin mijn latere lichamelijke en geestelijke bekwaamheden worden bepaald.

Ik wil samen met mijn zus naar school gaan om een vak te leren en sociale waarden en vaardigheden op te doen. Als ik geschikt ben voor hoger onderwijs wil ik dat die beschikbaar is.

Als ik van school ga, wil ik een baan, een betekenisvolle baan, die mij de voldoening geeft bij te dragen aan de gemeenschap.

Ik wens te leven in een gemeenschap die wet en rust kent zonder overlast door geweld. Ik wil dat mijn land rechtvaardige en doelmatige banden onderhoudt met de buitenwereld zodat ik toegang heb tot de intellectuele en technische kennis van de gehele mensheid, en evenals tot hun kapitaal.

Ik zou willen dat mijn land een eerlijke prijs krijgt voor de producten die ik en mijn medeburgers maken.

Ik zou willen dat ik als boer mijn eigen stuk land bezit met toegang tot krediet, nieuwe landbouwkundige technieken en nieuwe markten, en ik wil een eerlijke prijs voor mijn producten.

Ik zou willen dat ik als arbeider mag delen in en mee mag beslissen over de fabriek waar ik werk.

Als mens wil ik graag goedkope kranten en boeken, en toegang tot radio en televisie (zonder al te veel reclame).

Ik wens te genieten van een goede gezondheid en ik verwacht van de regering dat zij gratis preventieve gezondheidszorg ter beschikking stelt naast goedkope en gemakkelijk bereikbare geneeskundige zorg.

Ik en mijn familie hebben vrije tijd nodig om te genieten van groene parken, kunst en traditionele burgerlijke en religieuze feestelijkheden. Ik wil schone lucht om in te ademen en schoon water om te drinken.

Ik zou willen dat er verenigingen en coöperaties zijn waarin ik kan deelnemen om anderen te helpen, en om mij te helpen als dat nodig mocht zijn.

Ik heb tijd en gelegenheid nodig om deel te nemen aan de maatschappij om mij heen, en om mee te beslissen over economische, sociale en politieke vragen die mijn leven beïnvloeden.

Ik zou graag zien dat mijn vrouw dezelfde kansen heeft als ik, en ik wil dat wij beiden toegang hebben tot de kennis en de middelen voor geboortebeperking.

Het zou fijn zijn als ik op mijn oude dag de beschikking had over een vorm van sociale zekerheid waaraan ik heb bijgedragen.

Als ik sterf en ik geld nalaat, wil ik dat de regering een deel daarvan neemt nadat mijn weduwe een voldoende bedrag heeft ontvangen. Met dat geld kan de regering ook anderen van hun leven laten genieten.

Dit is waar het leven over gaat en wat ontwikkeling bereikbaar moet maken voor iedereen.

Bronnen:

Sulak Sivaraksa, Puey Ungpakorn: An Honest Siamese in a Class of His Own, 2014

en.wikipedia.org/wiki/Puey_Ungphakorn

jfmxl.sdf.org/Puey/ Een brief van Puey over de gebeurtenissen van 6 oktober 1976, voorspel en nasleep

 

4 reacties op “Puey Ungpakorn, een bewonderingswaardige Siamees”

  1. Rob V. zegt op

    Het doet mij altijd goed een stuk van Tino’s hand te lezen. Zo leer ik wat over het mooie Siam. Vaak weten de Thai deze namen niet eens, tenminste niet de Thai die ik ken en die zijn toch echt niet uit een klapperboom gevallen. Ook fijn (vond ik tenminste altijd) om dit soort dingen met je partner te bespreken om zo samen het land nog beter te leren kennen. Dus wederom mijn dank Tino!

  2. Jan zegt op

    bijzonder mooie bijdrage 🙂

  3. Tino Kuis zegt op

    Sorry voor de spelfouten in dit mooie verhaal (:

    Thailand staat vol met boeddhabeelden hoewel de Boeddha zelf steeds heeft gezegd dat niet hij maar zijn Leer, de Dharma, het belangrijkste is. Er er zijn heel veel portretten van een ander belangrijk iemand.

    Het is zo jammer dat fantastische mensen als deze Puey, en vele anderen, nauwelijks aandacht krijgen in Thailand. Ze staan helaas niet in de geschiedenisboeken, en komen niet op de scholen of in de media voorbij. Misschien heeft het er mee te maken dat vele van deze mensen zijn vermoord, gevangen gezet of gevlucht. Thailand kan zo veel goeds leren van deze mensen.

  4. Rob V. zegt op

    De twee genoemde zonen, Giles en Jon zijn beide nog actief. Giles Ungpakorn met een behoorlijk kritische website/blog over Thaise zaken en Jon heeft niet alleen de uitstekende nieuwswebsite Prachatai (Thai en English) opgezet, maar is ook zeer actief in de NGO iLaw (Internet Law Reform Dialogue). Een Non Gouvermentele Organisatie die zich inzet omtrent hervorming van wetten opdat die beter de burger- en mensenrechten respecteren. Ze zitten onder ander de grote petitie voor hervorming van de grondwet (waar de Prayuth regering en de door de junta aangestelde senaat een stokje voor staken door dat weg te stemmen), hervorming van artikel 112 enzovoort. Jon is voorheen ook gekozen senator geweest. Zowel Giles als Jon Ungpakorn hebben de liefde en strijdlust voor democratie en mensenrechten niet van een vreemde geërfd…

    Er staat mij een citaat bij van Giles (die ik helaas niet meer terug kan vinden), waarin meen ik de tegenstanders van deze broers de Britse moeder verantwoordelijk houden voor hun “onthaise” gedrag. Misschien paps vergeten?


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website